Het thema ‘Onderzoek in het onderwijs en afstuderen’ is het belangrijkste speerpunt van het Kenniscentrum MFR (jaarplan kenniscentrum MFR/MTV 2010-2011). Om te komen tot normering van de kwaliteit van afstudeeronderzoek heeft een werkgroep zich gebogen over kwaliteitscriteria. Het resultaat is opgenomen in deze notitie. Besloten is uit te gaan van het beoordelingskader dat ontwikkeld is door Oost (2004) en dit aan te vullen met criteria die te maken hebben met het praktijkgerichte karakter van het onderzoek aan het HBO. De criteria bestaan uit twee onderdelen: ontvankelijkheidseisen te stellen aan het afstudeerwerkstuk en kwaliteitscriteria voor het afstudeerwerkstuk.
DOCUMENT
Een groep experts op het gebied van reken-wiskundeonderwijs op de pabo heeft nieuwe kwaliteitscriteria geformuleerd en voorzien van concrete voorbeelden uit de hedendaagse lerarenopleiding. De geactualiseerde kwaliteitscriteria kunnen ingezet worden bij het ontwerpen, evalueren en verbeteren van opleidingsonderwijs rekenen-wiskunde.
LINK
Het nieuwe Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek eist van bestuurders en leidinggevenden in het hbo meer aandacht voor de kwaliteit van het onderzoek. Zo moeten lectoraten expliciete kwaliteitscriteria hebben. Dat is gezien de diversiteit aan onderzoek geen sinecure. Zijn er criteria beschikbaar die recht doen aan deze diversiteit?
LINK
Dit artikel gaat in op het ontwikkelen van een beoordelingsprocedure voor het afstudeeronderzoek bij de hbo-opleiding Huidtherapie. Het team van deze opleiding heeft een beoordelingsprocedure en rubrics ontwikkeld die zowel voor summatieve als voor formatieve toetsing gebruikt kunnen worden. Alle docenten van het team die betrokken zijn bij de beoordeling van het afstudeerrapport, stemmen twee keer per jaar met elkaar af, door hetzelfde afstudeerrapport te beoordelen en te bespreken. Juist het bespreken lijkt goed te werken en te leiden tot meer overeenstemming tussen beoordelaars.
DOCUMENT
Bestuurders en leidinggevenden in het hbo moeten sinds 2001 naast leiding geven aan onderwijs ook de onderzoeksfunctie van het hbo managen. De aansturing van het onderzoek in het hbo is de laatste jaren steeds professioneler geworden. Hogescholen doen aan onderzoeksprogrammering, hebben planning- en control cycli ingericht en veel instellingen hebben het onderzoek gebundeld in kenniscentra. De uitdaging is om de komende jaren ook meer aandacht te besteden aan het verder verhogen van de inhoudelijke kwaliteit van het onderzoek. Standaard drie van het nieuwe Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) van de Vereniging Hogescholen ‒ dat in 1 januari 2016 van kracht is geworden ‒ verplicht hogescholen om ervoor te zorgen dat de lectoraten c.q. kenniscentra beschikken over expliciete kwaliteitscriteria voor hun onderzoek die passen bij het vakgebied waarin zij werkzaam zijn. Dit artikel beoogt bestuurders en managers te ondersteunen bij het aansturen van dit complexe proces. Het bepalen van kwaliteitscriteria is uitdagend omdat praktijkgericht onderzoek in het hbo nogal divers is. Het onderzoekt fysieke én sociale verschijnselen, het is alfa, bèta en gamma onderzoek, het put uit tal van verschillende wetenschapstradities en betrekt in meer of mindere mate de praktijk bij het onderzoek. Deze diversiteit maakt het wel belangrijk om te komen tot verbindende en overkoepelende kwaliteitscriteria. In dit artikel presenteren wij een aanzet hiertoe
DOCUMENT
In het najaar van 2015 heeft het bestuur van de Vereniging Hogescholen de werkgroep gevraagd advies uit te brengen over kwaliteitscriteria voor praktijkgericht onderzoek en het lectoraat.
DOCUMENT
Individueel gedrag met zekerheid voorspellen is onmogelijk. Dat geldt dus ook voor het voorspellen van crimineel gedrag en voor het voorspellen van recidive, de term waarmee het opnieuw vertonen van crimineel gedrag wordt aangeduid. Voorspellen kan dus niet, maar het inschatten of taxeren van het recidive-risico kan wel. Dat is zelfs een belangrijk onderdeel van het werk van professionals in de forensisch sociale praktijk omdat het helpt bij de basisvragen waar zij voor staan. In deze bijdrage bespreken we eerst drie belangrijke basisvragen voor de forensisch sociale professional. Vervolgens gaan we in op drie methoden van risicotaxatie en criteria en bespreken de overwegingen om hiertussen een keuze te maken. Daarna gaan we in op wat dit betekent voor de praktijk.
DOCUMENT
Het kenniscentrum CaRES van de Hanzehogeschool Groningen heeft in 2013 een set kwalitatieve indicatoren voor praktijkgericht onderzoek opgesteld. Er zijn criteria geformuleerd voor de rubrieken Praktijk, Wetenschap en Onderwijs. Daarbij hebben lectoren en kenniskringleden uitgesproken te streven naar kennispakketten. Een kennispakket is een serie samenhangende kennisproducten die balans brengen tussen de drie domeinen die het onderzoek in het HBO moet bedienen: beroepspraktijk, wetenschap en onderwijs. De criteria zijn opgesteld tijdens interne reviews van eigen onderzoek. Daarbij is gebruik gemaakt van een landelijk, door lectoren ontwikkelde reviewmethode.
DOCUMENT
Er blijkt nauwelijks eenduidigheid te bestaan over de kwaliteitseisen waarmee een onderzoek praktijkgerichtheid en wetenschappelijkheid combineert. Vooral de mate waarin en de wijze waarop vanuit praktijkgericht onderzoek algemeen geldige uitspraken kunnen worden gedaan blijven onduidelijk. De vraag is echter of men van praktijkgericht onderzoek kan verwachten dat de onderzoeksresultaten algemene geldigheid bezitten. Aan de hand van drie Nederlandse publicaties over praktijkgericht onderzoek (Verschuren, 2009, Van der Donk en Van Lanen, 2011 en Andriessen, 2014) brengt de auteur dit dilemma in kaart. De publicaties worden door de auteur kort toegelicht en voorzien van enkele kanttekeningen. Met het artikel wil hij zodoende een bijdrage leveren aan het debat over de positie van praktijkgericht onderzoek.
DOCUMENT
De vraag die in dit artikel beantwoord wordt is wat nu eigenlijk bepalend is voor de kwaliteit van EVC. In dit artikel worden de verschillende aspecten die bepalend zijn voor de kwaliteit van EVC belicht. Daarbij worden deze aspecten in het licht van zowel de kwaliteitscode EVC als de kwaliteitscriteria voor competentiegerichte assessmentprogramma's beschouwd. De aspecten die achtereenvolgens worden belicht zijn de standaarden, de procedures en instrumenten en personen.
DOCUMENT