Van leraren wordt immers verwacht dat zij hun leerlingen voorbereiden op de veranderende wereld die steeds internationaler wordt. Het Hoger Onderwijs moet anticiperen op deze ontwikkelingen en 'Internationalisering' een plaats geven in haar programma's. In dit artikel wordt weergegeven hoe internationalisering op dit moment vorm krijgt in een Masteropleiding voor leraren die zich richt op de speciale onderwijszorg (Fontys OSO M SEN). Daarbij wordt, in navolging van de definitie van Jane Knight (2008) een brede definitie van internationalisering gebruikt, namelijk: het proces van het integreren van een internationale, interculturele of globale dimensie in het doel, de functies of de levering van het onderwijs. Het gaat om de wijze waarop een leraar omgaat met en oog heeft voor deze internationale, interculturele en globale dimensie. In hoeverre is er oog voor de diversiteit aan culturele achtergronden van de kinderen in de klas, hoe communiceert de leraar met ouders die zelf de Nederlandse taal niet beheersen, hoe bespreekt hij actuele (politieke) ontwikkelingen.
DOCUMENT
Het beroep van leraar is een prachtig, belangrijk, maar ook complex beroep is. En een beroep waarin leraren zich kunnen blijven vernieuwen en ontwikkelen.Doordat die ontwikkelingsmogelijkheden echter niet goed zichtbaar zijn, ontbreekt voor veel (toekomstige) leraren een inspirerend en uitdagend ontwikkelperspectief. Een beroepsbeeld waarin ontwikkelingsmogelijkheden zichtbaar zijn, kan leraren, schoolleiders en lerarenopleiders handvatten bieden om die ontwikkeling binnen het beroep vorm te geven en te ondersteunen. Daarnaast draagt zo’n beroepsbeeld bij aan een breed gedragen en gedeelde visie op het beroep en aan een gemeenschappelijke taal. En dat kan weer bijdragen aan een breder beeld van het lerarenberoep, aan een verdere uitwerking van beroepsperspectieven en ontwikkelingsmogelijkheden, en aan het wegwerken van systeemscheidingen.In de kern van deze publicatie wordt een beroepsbeeld geschetst waarin vier domeinen worden onderscheiden:• Het ondersteunen van het leren van leerlingen. • Het ontwikkelen van onderwijs.• Het organiseren van onderwijs. • Het ondersteunen van het leren van collega’s.Een leraar is in elk geval bekwaam en actief in het eerste domein, maar kan dat combineren met de drie andere domeinen. In elk van deze domeinen kunnen leraren zich ontwikkelen en verdiepen: van in opleiding, naar startend, naar ervaren, naar meesterschap. Tegelijk kunnen leraren gedurende hun loopbaan zich verbreden naar andere domeinen.Daarmee ontstaat een waaier aan ontwikkelingsmogelijkheden. Bij elk van die ontwikkelingsmogelijkheden spelen vier vraagstukken:1. Hoe krijgt een leraar toegang tot een nieuwe rol?2. Hoe wordt een leraar ondersteund bij het erkennen van aanwezige en verwerven van nieuwe kwaliteiten die voor die nieuwe rol nodig zijn?3. Hoe wordt een leraar in de nieuwe rol gefaciliteerd?4. Hoe wordt een leraar in die nieuwe rol erkend?Het beantwoorden van die vraagstukken vereist overleg op school- en bestuursniveau en op landelijk systeemniveau. De auteurs denken dat dit beroepsbeeld leraren, schoolleiders, lerarenopleidingen en het ministerie handvatten biedt om gezamenlijk verdere stappen te zetten bij het versterken en aantrekkelijker maken van het beroep van leraar.
DOCUMENT
Lukt het om de schoonheid van het beroep van leraar weer zichtbaar te maken? Lukt het om vanuit het beroep een professioneel tegenwicht te bieden aan de eisen die de maatschappij stelt? En lukt het om leraren meer mogelijkheden te bieden om professioneel te groeien en hun rol te ontwikkelen? Mascha Enthoven, lector De Pedagogische Opdracht, benadert in haar lectorale rede deze vragen door de (pedagogische) opdracht van het onderwijs te formuleren binnen de invloed van het betrokken handelen van de leraar. Binnen dat wat de professionaliteit van de leraar kenmerkt: het continu - op basis van je ervaringen, kennis en intuïtie - inschatten wat het juiste is om te doen. Zij pleit daarom voor vertrouwen en ruimte voor leraren en schoolteams: vertrouwen en ruimte om gezamenlijk het individuele handelen van de leraar te ondersteunen, te verantwoorden en te ontwikkelen. De wens van het werkveld voor meer onderzoekende scholen en lerende netwerken biedt kansen. Mits we bij de ontwikkeling van deze scholen en netwerken sterker het primaire onderwijsproces als bron benutten. En op voorwaarde dat we het ondersteunen van het betrokken handelen van de leraar als doel hebben. Door de focus op het betrokken handelen van de leraar in onderzoek als bron, maar ook als doel te nemen, geven we een scherpere richting aan het onderzoekend vermogen in lerarenopleidingen. Het onderzoekend vermogen staat dan in het teken van de ontwikkeling van betrokken handelen. We kunnen bedachtzaamheid over dit handelen organiseren. En we kunnen deze collectieve bedachtzaamheid ondersteunen met behulp van kennis- en vaardigheden op het gebied van onderzoek. Het werkveld en de lerarenopleidingen vormen in deze ontwikkeling een krachtig collectief. Het model voor ‘de Pedagogiek als Betrokken handelingswetenschap’ wordt gebruikt als een uitwerking van dit krachtig collectief.
DOCUMENT