In deze handreiking vind je goede voorbeelden van hoe jongeren- en straathoekwerkers aandacht besteden aan seksualiteit, intimiteit en relaties in hun werk met jongeren. Eerst staat beschreven welke bronnen aan de basis liggen van dit document, daarna wordt beschreven hoe professionals zich kunnen voorbereiden op het thema bespreken, vervolgens komen de tips aan bod uit de acht jongeren- en straathoekwerkpraktijken die deelnamen aan het onderzoeksproject Het hoort erbij! Er zijn drie versies: 2 digitale, waarvan 1 in boekvorm opgemaakt, en 1 om te openen op je smartphone. De derde versie is om te printen, hierin zijn links in de vorm van QR-codes toegevoegd.
MULTIFILE
Diversiteit is overal in de samenleving aanwezig, zo ook in de klas en in het werkveld waar studenten voor worden opgeleid. Het is daarom belangrijk dat docenten goed kunnen omgaan met diversiteit en dat het onderwijs de studenten ook de competentie ‘kunnen omgaan met diversiteit’ zou moeten leren. In het onderzoek ‘De kracht van diversiteit’ hebben we onder andere onderzocht in hoeverre studenten en docenten deze competentie al bezitten en wat er nodig is om deze verder te ontwikkelen. Immers, om de kracht van diversiteit ten volste te kunnen benutten is het van belang om in eerste instantie te weten hoe je met diversiteit om kunt gaan. Waar sommige docenten en studenten deze competentie al bezitten, moet deze bij anderen nog verder worden ontwikkeld. In deze handreiking geven we een aantal concrete handvatten om hieraan te werken en laten we zien waar de kracht van diversiteit benut wordt. Deze handvatten zijn deels gebaseerd op het onderzoek dat is gedaan en deels op ervaringen in het onderwijs van de (docent-) onderzoekers die een bijdrage hebben geleverd aan dit onderzoek. Met medewerking van Marette Ebert, Mai Groenevelt, Machteld de Jong, Femke Kaulingfreks en Guido Walraven
MUSE supports the CIVITAS Community to increase its impact on urban mobility policy making and advance it to a higher level of knowledge, exchange, and sustainability.As the current Coordination and Support Action for the CIVITAS Initiative, MUSE primarily engages in support activities to boost the impact of CIVITAS Community activities on sustainable urban mobility policy. Its main objectives are to:- Act as a destination for knowledge developed by the CIVITAS Community over the past twenty years.- Expand and strengthen relationships between cities and stakeholders at all levels.- Support the enrichment of the wider urban mobility community by providing learning opportunities.Through these goals, the CIVITAS Initiative strives to support the mobility and transport goals of the European Commission, and in turn those in the European Green Deal.Breda University of Applied Sciences is the task leader of Task 7.3: Exploitation of the Mobility Educational Network and Task 7.4: Mobility Powered by Youth Facilitation.
Patiëntdata uit vragenlijsten, fysieke testen en ‘wearables’ hebben veel potentie om fysiotherapie-behandelingen te personaliseren (zogeheten ‘datagedragen’ zorg) en gedeelde besluitvorming tussen fysiotherapeut en patiënt te faciliteren. Hiermee kan fysiotherapie mogelijk doelmatiger en effectiever worden. Veel fysiotherapeuten en hun patiënten zien echter nauwelijks meerwaarde in het verzamelen van patiëntdata, maar vooral toegenomen administratieve last. In de bestaande landelijke databases krijgen fysiotherapeuten en hun patiënten de door hen zelf verzamelde patiëntdata via een online dashboard weliswaar teruggekoppeld, maar op een weinig betekenisvolle manier doordat het dashboard primair gericht is op wensen van externe partijen (zoals zorgverzekeraars). Door gebruik te maken van technologische innovaties zoals gepersonaliseerde datavisualisaties op basis van geavanceerde data science analyses kunnen patiëntdata betekenisvoller teruggekoppeld en ingezet worden. Wij zetten technologie dus in om ‘datagedragen’, gepersonaliseerde zorg, in dit geval binnen de fysiotherapie, een stap dichterbij te brengen. De kennis opgedaan in de project is tevens relevant voor andere zorgberoepen. In dit KIEM-project worden eerst wensen van eindgebruikers, bestaande succesvolle datavisualisaties en de hiervoor vereiste data science analyses geïnventariseerd (werkpakket 1: inventarisatie). Op basis hiervan worden meerdere prototypes van inzichtelijke datavisualisaties ontwikkeld (bijvoorbeeld visualisatie van patiëntscores in vergelijking met (beoogde) normscores, of van voorspelling van verwacht herstel op basis van data van vergelijkbare eerdere patiënten). Middels focusgroepinterviews met fysiotherapeuten en patiënten worden hieruit de meest kansrijke (maximaal 5) prototypes geselecteerd. Voor deze geselecteerde prototypes worden vervolgens de vereiste data-analyses ontwikkeld die de datavisualisaties op de dashboards van de landelijke databases mogelijk maken (werkpakket 2: prototypes en data-analyses). In kleine pilots worden deze datavisualisaties door eindgebruikers toegepast in de praktijk om te bepalen of ze daadwerkelijk aan hun wensen voldoen (werkpakket 3: pilots). Uit dit 1-jarige project kan een groot vervolgonderzoek ‘ontkiemen’ naar het effect van betekenisvolle datavisualisaties op de uitkomsten van zorg.
De alliantie tussen professionals en cliënten in de jeugdzorg is een krachtige algemeen werkzame factor in de hulp aan kinderen en ouders met opvoedproblemen. De alliantie tussen professionals en cliënten bestaat uit de persoonlijke klik, overeenstemming over de doelen waaraan gewerkt wordt en de wijze waarop er samengewerkt wordt aan die doelen. Een positieve alliantie in een vroeg stadium van het hulpverleningstraject is een betrouwbare voorspeller van een positieve uitkomst. Het vroegtijdig zicht krijgen op de kwaliteit van de alliantie geeft de mogelijkheid om breuken en deuken in beeld te brengen en vroegtijdig bespreekbaar te maken en te herstellen. Het ritueel om de alliantie bespreekbaar te maken wordt in de praktijk nog weinig gestalte gegeven. Het vergt van professionals een scherp observatievermogen, goede reflectievaardigheden en de nodige creativiteit om het ritueel in het primair proces te passen. Met de te ontwikkelen experimentele leerlijn waar deze aanvraag op ingaat willen werkveldpartners inzetten op het aanleren van deze vaardigheden.