Mariken van Nieumeghen is one of the best known plays in Dutch literary history, but has found little fame outside the Netherlands. Although an early modern English translation does exist, this was evidently based on a lost prose version. The original play contains numerous verse-passages. There are four self-contained poems in these sections: two rondelen, a sonnet and a refereyn. This article present the first translations of these poems into modern English.
DOCUMENT
This ‘cohort profile’ aims to provide a description of the study design, methodology, and baseline characteristics of the participants in the Corona Behavioral Unit cohort. This cohort was established in response to the COVID-19 pandemic by the Dutch National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) and the regional public health services. The aim was to investigate adherence of and support for COVID-19 prevention measures, psychosocial determinants of COVID-19 behaviors, well-being, COVID-19 vaccination, and media use. The cohort also examined specific motivations and beliefs, such as for vaccination, which were collected through either closed-ended items or open text responses. In April 2020, 89,943 participants aged 16 years and older were recruited from existing nation-wide panels. Between May 2020 and September 2022, 99,676 additional participants were recruited through online social media platforms and mailing lists of higher education organizations. Participants who consented were initially invited every three weeks (5 rounds), then every six weeks (13 rounds), and since the summer of 2022 every 12 weeks (3 rounds). To date, 66% of participants were female, 30% were 39 years and younger, and 54% completed two or more questionnaires, with an average of 9.2 (SD = 5.7) questionnaires. The Corona Behavioral Unit COVID-19 cohort has published detailed insights into longitudinal patterns of COVID-19 related behaviors, support of COVID-19 preventive measures, as well as peoples’ mental wellbeing in relation to the stringency of these measures. The results have informed COVID-19 policy making and pandemic communication in the Netherlands throughout the COVID-19 pandemic. The cohort data will continuously be used to examine COVID-19 related outcomes for scientific analyses, as well as to inform future pandemic preparedness plans.
MULTIFILE
De vraag wat Bourgondische letterkunde is, is niet eenduidig te beantwoorden daar ruimte en tijd van invloed zijn op de definitie.
DOCUMENT
Binnen de kamers van retorica namen de refereinen een aparte plaats in. Goede refereinen waren gebonden aan strikte regels en werden op de juiste manier voorgedragen op festivals waar de beste refereinen werden bekroond met een prijs. In dit artikel worden de drie prijswinnenende refereinen van het Rotterdamse rhetorijcfeest van 1561 onder de loep genomen.
DOCUMENT
Het Europese project Sport Empowers Disabled Youth (SEDY) heeft als doel een bijdrage te leveren aan het verhogen van sportparticipatie van kinderen met een beperking door de sportwens en het aanbod beter bij elkaar te brengen. De sportparticipatie van kinderen met een beperking blijft achter bij hun leeftijdgenoten zonder beperking (Von Heijden et al, 2013). Deelnemen aan sportactiviteiten heeft een positief effect op de sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen met een beperking (Crawford, 2015). Voor dit kwantitatieve onderzoek is een enquête afgenomen op drie sportdagen in Nederland voor cluster 3 en 4 scholen (n=89). Gemiddelde leeftijd was 14 jaar (SD 2,2). 65% tevreden is over het huidige sportaanbod, 48% zegt genoeg keus te hebben en 54% zegt dat sporten meer zelfvertrouwen geeft. Als ze een sport zouden willen doen in je vrije tijd dan blijkt dat 62% in een groep wil sporten en 55% wil sporten voor het plezier.
DOCUMENT
Dit project was een samenwerking tussen Hogeschool Utrecht, de LFB en zorgorganisaties Amerpoort, Amsta Karaad, Cordaan, Philadelphia Zorg en Zorgeloos Ambulant. Het project heeft praktische werkwijzen opgeleverd om de samenwerking tussen cliënten met een licht of matig verstandelijke beperking, begeleiders en naasten te verbeteren. Deze werkwijzen zijn tot stand gekomen in twee ontwikkelwerkplaatsen, een in Utrecht en een in Amsterdam. Hierin werkten cliënten, verwanten, ervaringsdeskundigen en begeleiders samen met onderzoekers en ontwerpers van Hogeschool Utrecht. In deze werkplaatsen werden kennis en ervaringen gedeeld rond de vraag wat belangrijk is voor gelijkwaardige samenwerking. Tevens werden (spel)vormen ontwikkeld die bijdragen aan goede communicatie en samenwerking. Binnen de de ontwikkelwerkplaatsen hebben we de fasen van de zogenaamde dubbele diamant doorlopen. Er is inzicht gekregen in de wijze waarop gewerkt kan worden aan een betere samenwerking in de driehoek van cliënten, begeleiders en naasten, welke factoren hierbij van belang zijn. Uit de thematische analyse van de procesdata (observaties, projectdocumenten en informele gesprekken met betrokken actoren) zijn de volgende factoren gevonden die gelijkwaardige samenwerking in de gehandicaptenzorg mogelijk maken: 1. Ruimte bieden voor intrinsieke motivatie en het delen van persoonlijke interesses en ervaringen. 2. Het bevorderen van echt contact tussen deelnemers en het bieden van veiligheid. 3. Activiteiten afstemmen op de beschikbaarheid en veerkracht van deelnemers. 4. Aan de slag gaan met samenwerken en leren: doen en samen iets creëren/maken in plaats van alleen praten. In het proces van co-creatie zijn 4 (prototypes van) tools ontwikkeld die bijdragen aan (meer) gelijkwaardige communicatie en samenwerking. 3 tools zijn in kleine oplage geproduceerd en beschikbaar. Van elke tool hebben de betrokken deelnemers een filmpje gemaakt waarin ze toelichting geven over het doel en gebruik van de tool. Klik op de links om de video’s te bekijken. Team voor Taal (hu.nl) Rad van Gesprek (hu.nl) wist je dat? (hu.nl) Bekend maar niet zichtbaar (hu.nl) - Er is een toepassing beschreven van de methodiek Steunend Relationeel Handelen (SRH) voor begeleiders, dat gebruikt kan worden om goede begeleiding vorm te geven in samenwerking met 7 cliënten en hun netwerk. Het boekje is open access beschikbaar, zowel gedrukt als digitaal) boekje als een middel voor co-creatie van zorg gericht op kwaliteit van (samen)leven binnen de gehandicaptenzorg. Via de projectpagina is een PDF-bestand van het boekje te downloaden. Er is een training beschikbaar die implementatie van producten in onderwijs en praktijk ondersteunt. Er is een concept handreiking geschreven over de methode van de ontwikkelwerkplaats om te werken aan gelijkwaardige samenwerking. De intentie is om deze methode verder uit te werken en te testen in een vervolgproject. Er zijn netwerken ontstaan van begeleiders, naasten en mensen met een verstandelijke beperking die binnen hun eigen zorgorganisatie en/of regio met behulp van de tools samen meer gelijkwaardige samenwerking demonstreren. Alle producten zijn te vinden via https://www.hu.nl/onderzoek/projecten/inclusief-samenwerken-rond-mensen-met-een-verstandelijke-beperking
DOCUMENT
Geen samenvatting beschikbaar
DOCUMENT
Op een heel praktische manier wordt beschreven hoe u de reken-wiskundeontwikkeling van jonge kinderen spelenderwijs kunt stimuleren. Het boek reikt hiervoor een schat aan inspirerende ideeën aan voor uitdagende en betekenisvolle activiteiten, die u direct in de praktijk kunt gebruiken. Op deze manier kunt u een doordacht onderwijs- en activitietenaanbod en een uitdagende speelleeromgeving realiseren.
DOCUMENT
Purpose: As recovery time after oncological surgery can be long, family caregivers often play an important role in the delivery of care after patients’ discharge. To prepare carers for this role, we developed a family involvement program (FIP) to enhance their active involvement in post-surgical oncology care during hospitalization. The purpose of this qualitative study was to explore family caregivers experience of participating in a FIP. Methods: We conducted semi-structured interviews with 12 family caregivers who participated in the family involvement program. The program is comprised of two main components (1) training and coaching of physicians and nurses; (2) active involvement of family caregivers in fundamental care activities. This active involvement included six activities. Data were analyzed using interpretative phenomenological analysis. Results: Family caregivers positively valued the program. Active participation in post-surgical care was experienced as an acceptable burden. The program gave participants the ability to simply be present (‘being there’) which was considered as essential and improved their understanding of care, although family caregivers sometimes experienced emotional moments. Active involvement strengthened existent relationship between the family caregiver and the patient. Participants thought clinical supervision. by nurses is important. Conclusions: Physical proximity appeared as an essential part of the family involvement program. It helped carers to feel they made a meaningful contribution to their loved ones’ wellbeing. Asking families to participate in fundamental care activities in post-surgical oncology care was acceptable, and not over-demanding for caregivers.
DOCUMENT