Professionals moeten tijdens het gehele mediationproces omgaan met het thema ‘verantwoordelijkheid nemen’ door de verdachte. Zij komen echter een aantal knelpunten tegen. Wat is bijvoorbeeld nodig qua verantwoordelijkheid nemen om door te verwijzen naar de volgende fase in het mediationtraject? Hoe kunnen mediators verantwoordelijkheid nemen stimuleren en op welke manier kunnen zij dit omschrijven in de slotovereenkomst? De hoofdvraag van dit onderzoek is daarom: ‘Welke criteria kunnen stakeholders (rechters, officieren van justitie, mediationfunctionarissen en mediators) hanteren bij het vaststellen en stimuleren van ‘verantwoordelijkheid nemen door een verdachte’ tijdens het mediation in strafzaken traject en welk handelingsrepertoire is hiervoor nodig? Door middel van interviews met rechters, OvJ’s, mediationfunctionarissen, mediators, strafrechtadvocaten, slachtoffers en verdachten alsook via focusgroepen met mediators en mediationfunctionarissen is deze vraag onderzocht.
DOCUMENT
Het lectoraat Toegang tot het Recht van Hogeschool Utrecht is een onderzoek gestart met als thema Mediation in Strafzaken: een bijzondere verantwoordelijkheid van verdachte en mediator. Meriem Kalter en Marion Uitslag, trekkers van dit onderzoek, zijn gebiologeerd door het thema verantwoordelijkheid. Het nemen van verantwoordelijkheid is aan de meeste mediationtafels een kwestie omdat betrokkenen de verantwoordelijkheid voor het conflict doorgaans bij de ander beleggen. In strafzaken is dit nog urgenter en dit wordt ook als dé voorwaarde gesteld bij de start van een mediationtraject.
DOCUMENT
In een MiS is verantwoordelijkheid nemen door een verdachte een voorwaarde om 1) de mediation te starten en 2) voor een succesvol verloop daarvan. Door het onderzoek dat wij uitvoeren willen we verduidelijken wat het nemen van deze verantwoordelijkheid inhoudt. Tijdens een MiS blijkt het voor de verdachte niet altijd gemakkelijk om de verantwoordelijkheid te nemen, zeker niet als het gaat om een zware verantwoordelijkheid, zoals in strafzaken nogal eens speelt. Zelfbeschermingsmechanismen als ontkenning, bagatellisering, verschuiving van verantwoordelijkheid en dissociatie treden vrijwel automatisch in werking. De mediators hebben tijdens dit proces een ondersteunende rol waar het gaat om het nemen van verantwoordelijkheid door een verdachte. Dat betekent begrip voor de verdachte, die niet alleen ‘dader’ is maar ook mens. Maar ook moeten mediators soms confronteren als allerlei zelfbeschermingsmechanismen de verdachte in weg zitten om verantwoordelijkheid te nemen. Het onderzoek wil ook bijdragen aan (uitbreiding van) het arsenaal aan effectieve interventies inzake het nemen van verantwoordelijkheid door de verdachte.
DOCUMENT
Mediation naast Strafrecht (MnS) is waardevol omdat het werkt. (Cleven et al, 2015) Het werkt voor slachtoffers, verdachten en de samenleving. MnS valt onder de paraplu van ‘herstelbemiddeling’. MIS is een specifieke vorm van herstelbemiddeling en vindt plaats voorafgaand en lopende de rechtszitting, met andere woorden: herstelbemiddeling in een vroegtijdig stadium. Bovendien kent MnS een aantal specifieke en formele regels. Er wordt gestart met een mediationovereenkomst, waarin een aantal spelregels zijn opgenomen die het mediationtraject reguleren (zoals geheimhouding, vrijwilligheid, commitment e.d.). En het traject wordt beëindigd met een overeenkomst waarin de afspraken die er tussen verdachte en het slachtoffer zijn gemaakt, zijn vastgelegd. Deze afspraken worden meegenomen in het vervolgtraject van de strafzaak. (art 51h Sv lid 2: Indien een bemiddeling tussen het slachtoffer en de verdachte tot een overeenkomst heeft geleid, houdt de rechter, indien hij een straf en maatregel oplegt, daarmee rekening). MnS speelt met andere woorden een rol tussen dader en slachtoffer maar kan ook het strafproces beïnvloeden. Marion Uitslag is bestuurslid van de Vereniging Mediators in Strafzaken; in het artikel staat het bestuur als auteur vermeld.
DOCUMENT
Openbare les. Toegang tot het recht is het kenmerk van een rechtvaardige samenleving waar mensen hun waardigheid op een gelijke manier op basis van wet- en regelgeving kunnen verwezenlijken, zonder het risico te lopen te worden genegeerd of vervolgd. Of je nu rijk, arm, oud, jong, gedetineerde, nieuwe Nederlander of illegaal bent: je kunt je recht zoeken. Op papier – bijvoorbeeld in wetboeken – of op internet. Zowel formele instituties – waaronder rechtbanken – als informele – zoals de Ombudsman of online mediation – houden zich bezig met geschillenbeslechting. De praktijk is echter vaak weerbarstiger. Weliswaar wordt op een globaal en statelijk niveau door het internationaal en national recht en beleid erkend dat het bevorderen van veiligheid, publieke dienstverlening en toegang tot het recht voor ieder mens van belang is. Maar op lokaal niveau – kleine bedrijven, buurten, school, werk of detentie – werkt dit doorgaans anders door. Is toegang tot het recht bijvoorbeeld relevant in een wereld waar een sloppenwijkbewoner geen mensenrecht op eigendom kan afdwingen? Waar groepen vluchtelingen in Europa geen asiel kunnen aanvragen, hoewel ze beschermd zijn door het Verenigde Naties (VN) Vluchtelingenverdrag? Of waar de neveneffecten van het internationale delen en gebruik van big data nauwelijks met een effectief rechtsmiddel aan de kaak kunnen worden gesteld?
DOCUMENT