In 2019 is het eerste ‘Atelierboek’ verschenen . Inmiddels zijn er een paar jaar verstreken en zijn er tal van nieuwe ateliers ontstaan. Met dit nieuwe atelierboek worden er middels meer dan 30 portretten de rijkdom en variëteit aan ateliers binnen onze hogeschool getoond. De portretten zijn ingedeeld als volgt: ateliers op de locaties van NHL Stenden, externe ateliers en ateliers waarbij de faciliteiten sterk bepalend zijn. Deze portretten laten zien aan welke vraagstukken wordt gewerkt, hoe wordt samengewerkt met het werkveld en onderzoekers en wat de meerwaarde is van de ateliers. Tevens bevat dit atelierboek een aantal verdiepende artikelen die vertellen over het werken en leren in ateliers. De bijdrage in hoofdstuk 1 gaat over: wat beoogt NHL Stenden met ateliers, waarin verschillen de ateliers en enkele ervaringen met ateliers. Na de portretten in hoofdstuk 2 wordt in hoofdstuk 3 het ‘Waardecreatiemodel Atelier’ en een model met ontwerpdimensies gepresenteerd. Beide bieden handvatten voor het ontwerpen en evalueren van ateliers. In hoofdstuk 4 wordt er ingezoomd op de effecten van de fysieke ruimte op het leren. Daarna wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de uitkomsten van (lopend) onderzoek naar ateliers.
Wat is zingeving? Welke rol speelt zingeving in de hulpverlening? Hoe geef je zingeving een plek in je werk? Daarover gaat deze brochure. We nodigen je uit om na te denken over wat zingeving betekent. In het leven van je cliënten, maar ook in je eigen leven. De citaten, gedichten en foto’s zijn grotendeels afkomstig van daken thuisloze cliënten en van hulpverleners. Aan het eind van de brochure staan enkele werkvormen die gesprekken over zingeving kunnen ondersteunen. Met deze brochure willen we je inspireren om meer aandacht aan zingeving te besteden. Want zin, daar draait het uiteindelijk toch allemaal om?
Dit onderzoek richt zich op de vraag wat de effecten zijn van een niet-hiërarchische werkomgeving op leiderschap. Onderzocht wordt of niet-hiërarchisch leiderschap (in een matrix-, project- en netwerkorganisatie, of bij zelfsturende teams zoals bij projectmanagement) leiderschapskwaliteiten aantrekt, selecteert en behoudt. Het onderzoek toont aan, dat niet-hiërarchisch leidinggevenden hoger scoren op het persoonlijkheidskenmerk neuroticisme, vooral bij de subschalen angsten/nervositeit, ergernis, depressie, kritiekgevoeligheid en stressgevoeligheid, en lager scoren op extraversie, vooral bij de subschalen hartelijkheid, sociabiliteit en dominantie/assertiviteit. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is dat leiderschapskwaliteiten die samenhangen met neuroticisme en extraversie ondervertegenwoordigd lijken te zijn in een matrix-, project- en netwerk georiënteerde werkomgevingen, als ook bij innovatieprojecten en projectmanagement in het algemeen. Deze twee persoonlijkheidskenmerken hangen sterk samen met transformationeel leiderschap. De volgende kwaliteiten lijken bij niet-hiërarchisch leiderschap minder sterk ontwikkeld te zijn dan bij hiërarchisch leidinggevenden: inspirerend en enthousiasmerend vermogen, leiderschapscharisma, effectieve conflicthantering, het geven van feedback, assertiviteit, het vermogen tot het versterken van groepscohesie, bevorderen van een groeps- of teamontwikkeling richting meer autonomie en sterkere performance, initiatief met betrekking tot ondernemerschap, synergie tussen teamleden op het gebied van innovatie, kennisproductiviteit en reflectieve vaardigheden, als ook 'performance' in het algemeen in werkomgevingen met veel sociale interactie. Aanbevelingen worden gedaan met betrekking tot werving en selectie, als ook voor het opleiden en ontwikkelen van niet-hiërarchisch leidinggevenden. ABSTRACT This paper is devoted to answer the question whether nonhierarchical leadership (in a matrix, process, network structure, or in a project based work environment) attracts, selects and attains leadership qualities related to transformational (charismatic, inspiring & empowering) leadership. More in particular, we would expect leaders with lower scores concerning neuroticism, and with higher scores concerning extraversion and agreeableness. Enhancement of innovational capacities and knowledge productivity are the main motives for applying the structuring principles of a matrix, process, network organization, or of project management. The indicated personality traits are closely related to transformational leadership. Transformational leadership is needed to effectuate innovational and adaptive capacities, as well as for the enhancement of knowledge productivity in organizations. We analyzed whether significant differences could be found when personality traits of non-hierarchical (project) leaders and hierarchical operating managers are compared. Our study revealed, that non-hierarchical (project) leaders had indeed higher averages concerning neuroticism, and lower averages concerning extraversion. Neuroticism is negatively related to leadership charisma. Neuroticism, extraversion and agreeableness are related to transformational leadership in general. The overall conclusion of this study is that leadership qualities related to neuroticism and extraversion, tend to be underrepresented in the group of nonhierarchical leaders in a matrix, process or network structure, or in a project based work environment. Analyzing significant differences of the sub scales of neuroticism and extraversion revealed that these leadership qualities are specifically related to learning/adaptive capacities, feedback and conflict solving processes, knowledge productivity in teams, enhancement of group cohesion and coping with stressful situations. Furthermore, these qualities are closely related to several dimensions of transformational leadership: idealized influence, inspirational motivation and intellectual stimulation. Implications for training and development, and for selection processes are discussed. Also, some recommendations are put forward, related to the enhancement of the effectiveness of applying the structuring principles of a matrix, process, network or project based work environment.
Aanleiding In Nederland krijgen jaarlijks circa 40.000 mensen een beroerte. Verschillende professionals begeleiden hen bij de revalidatie: revalidatieartsen, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, bewegingsagogen, psychologen en maatschappelijk werkers. Deze professionals geven aan dat zij behoefte hebben aan behandelprogramma's die inspirerend zijn en de therapietrouw vergroten, die efficiënt en effectief zijn. Ze willen dat de behandeling thuis gedaan kan worden, terwijl ze toch de patiënt kunnen begeleiden/coachen én het behandelproces kunnen (blijven) monitoren. Door het grote aanbod van e-healthtoepassingen is het voor de professional echter moeilijk een goede keuze te maken. Doelstelling De centrale onderzoeksvraag van dit project is: In welke mate wordt de kwaliteit van behandelen door professionals verbeterd als gevolg van digitale ondersteuning van thuisrevalidatie voor patiënten die een CVA (Cerebro Vasculair Accident) hebben gehad? FAST@HOME wil thuis revalideren na een CVA mogelijk maken door op basis van de wensen van professionals, CVA-patiënten en mantelzorgers, een digitale omgeving te ontwikkelen vanuit state-of-the-art e-healthkennis en -toepassingen. Tegelijkertijd onderzoekt FAST@HOME de effectiviteit van de nieuwe behandelmethode. Naast de behoefte aan en noodzaak tot autonomie en zelfmanagement van patiënten na een CVA, is het voor de revalidatiesector essentieel om de komende jaren in te zetten op doelmatigheid en kostenreductie. De projectdeelnemers zullen dus ook de kosten van FAST@HOME onderzoeken. Beoogde resultaten Resultaten uit het onderzoek en de projecten worden gepubliceerd in 'peer-reviewed journals'. Via actieve en regelmatige verspreiding van nieuwe kennis tijdens seminars, workshops en trainingen en in publicaties worden ook andere professionals uit de revalidatiepraktijk bereikt. Het project wordt afgesloten met een congres voor belanghebbende stakeholders.
GroenvermogenNL is “de ‘enabler’ voor de ambitieuze activiteiten t.a.v. de productie en transport, op- & overslag van waterstof en de (grootschalige) toepassing ervan in de industrie en de overige toepassingsgebieden zoals mobiliteit & transport en de gebouwde omgeving”. Hierbij is de voorwaarde voor succes “de voldoende beschikbaarheid van professionals met kennis en vaardigheden van waterstof en de toepassing ervan”. GroenvermogenNL kent om deze reden de Human Capital Agenda GroenvermogenNL. Een vijftal werkstromen in deze HCA moeten samen leiden tot de realisatie van bovengenoemde voorwaarde. Voor deze werkstromen is een periode van vier jaar voorzien met een eerste jaar waarin kernactiviteiten benoemd zijn. Eén van deze kernactiviteiten betreft het aanstellen van regionale liaisons en de ontwikkeling van regionale roadmaps. In de voorliggende aanvraag wordt een trajectvoorstel gedaan voor het motiveren en mobiliseren van de binnen GroenvermogenNL gedefinieerde regio Arhnem-Nijmegen/Brainport. Het doel is te komen tot een hecht, daadkrachtig en investeringsbereid consortium dat met trots invulling geeft aan de ambities van HCA GroenvermogenNL. Regio Nijmegen-Arnhem/Brainport is een initiatiefrijke regio op het gebied van waterstof, de energietransitie en de inzet van learning communities en is daarmee goede bodem voor de ambities van HCA GroenvermogenNL. Zoals gesteld in de HCA GroenvermogenNL heeft een learning community zowel een gedeelde missie als gedeeld eigenaarschap en vormt het dé dragende entiteit. Juist de gedeeldheid hierin maakt dat binnen het traject Regionale Liaison en Regionale Roadmap netwerk/teamontwikkeling als uitgangspunt voor de activiteiten in de regio wordt gezien. De activiteiten om te komen tot de regionale roadmap zijn ingericht naar het teamontwikkelingsmodel van Bruce Tuckman: forming, storming, norming en later performing en adjourning.