In dit rapport wordt de governance van Nationale parken besproken. Daarna wordt uitleg gegeven over de governance scan en hoe deze toegepast kan worden bij Nationale parken.
DOCUMENT
De hoofdvraag die beantwoord wordt in dit onderzoek is de volgende: Hoe kan de beleving van bezoekers van Nationaal Park Weerribben Wieden geoptimaliseerd worden in de verschillende fasen van de customer journey? De volgende sub vragen worden beantwoord in dit onderzoek: - Met welke touchpoints zijn de verschillende fasen van de customer journey ingericht? - Welke promotionele boodschap (motivaties en belevenissen) worden gecommuniceerd door middel van de touchpoints? - Welke touchpoints worden gebruikt door de bezoekers (dagbezoekers en verblijfstoeristen)? - Naar welke ervaringen/belevenissen is de bezoeker op zoek (motivaties)? Na het beantwoorden van de onderzoeksvragen worden aanbevelingen gedaan over de vraag hoe de touch points nog beter in te richten zijn om die beleving/ervaring verder te optimaliseren.
DOCUMENT
In dit rapport zijn vier scenario’s uitgewerkt. Elk van de scenario´s kan zich in de toekomst meer of minder ontvouwen. Deze vier scenario´s vormen de inspiratiepaden die elk verschillende kansen en belemmeringen in zich hebben en daarmee mogelijkheden voor de toekomst bieden. Per scenario wordt beschreven wat de essentiële verschillen per route zijn.
DOCUMENT
Bij landschapsbiografieën denken mensen al snel aan verhalen over nationale parken of cultuur-historische streken. Het kan ook gaan over een winkelstraat, een groenstrook of fabriekscomplex.
DOCUMENT
Wie de natuur wil beschermen, komt al snel terecht in een spel van tegenstrijdige belangen. Planoloog Rik Eweg van Hogeschool Van Hall Larenstein en programmaleider Nationale Parken Jori Wolf van Staatsbosbeheer vertellen wat ze tegenkomen. Zij twijfelen of een vorm van ‘rechten voor de natuur’ wel een goede uitwerking heeft. In de praktijk zul je door samenwerking oplossingen moeten zien te vinden.
LINK
In gesprek met Jan van der Ploeg, Lector VHL, oud-directeur van natuurorganisatie STINAPA op Bonaire en krokodillen-expert over de krokodil die in oktober 2024 op Bonaire voor onrust heeft gezorgd. Volgens nieuwssite Bonaire.nu is de krokodil gevangen door medewerkers van Stinapa, de stichting die de nationale parken op Bonaire beheert. Het reptiel van ruim twee meter kan een Amerikaanse krokodil of een Orinocokrokodil zijn. Mogelijk is het dier afkomstig uit Venezuela waar ze natuurlijk voorkomen.
LINK
Afgelopen zomer lanceerden wij een nieuwe themareeks over de gezonde leefomgeving op Rooilijn platform. Gezondheidsvraagstukken krijgen veel aandacht in het nieuws, beleid en wetenschap. Het meest recente voorbeeld is de publicatie van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, 2024), waaruit blijkt dat het aantal mensen met overgewicht in Nederland zal oplopen tot ruim 64 procent in 2050. Ter vergelijking: in 2022 was dat percentage nog 50. Dergelijke gezondheidsproblemen in de samenleving zijn complex en worden door een veelvoud van factoren beïnvloed, zoals genetische aanleg, leefstijl en leefomgeving. In deze themareeks stond de relatie tussen gezondheid en de leefomgeving centraal.
LINK
Nederland wil in 2050 circulair zijn. Dat vraagt een ongekende transitie in de wijze waarop onze samenleving onderneemt, samenwerkt, denkt en doet.Stedelijke regio’s zijn de geijkte plek om een transitie naar een circulaire economie in gang te zetten door hun dichte concentratie van kennis, kapitaal, data en resources op een relatief klein oppervlak. De baten die deze transitie oplevert zullen vooral in deze regio’s merkbaar zijn: minder verspilling, luchtvervuiling en CO2-uitstoot, meer economische waarde en sociale impact.CirCollab richt zich op het versterken van interdisciplinair praktijkgericht onderzoek voor de circulaire transitie in de metropoolregio Amsterdam (MRA). De SPRONG-groep bestaat uit lectoraten verbonden aan Centre of Expertise City Net Zero en Center of Expertise Rechtvaardige Stad vanuit de faculteiten Techniek, Maatschappij en Recht, Business & Economie en Digitale Media & Creatieve Industrie (Hogeschool van Amsterdam); het Kenniscentrum Maatschappelijk Innovatie Flevoland (Hogeschool Windesheim); en de Academie van Bouwkunst (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten).De SPRONG-groep combineert expertise vanuit het technologische, creatieve, economische en sociale domein en verricht praktijkgericht onderzoek naar ‘circulair denken en doen’, ‘circulair ondernemen’, ‘circulair menselijk kapitaal’ en ‘circulair samenwerken’ in relatie tot technische innovaties in twee waardeketens: de gebouwde omgeving en consumptiegoederen.De SPRONG-groep ontwikkelt, samen met actoren in de quadruple helix, een regionale infrastructuur voor inventariseren en prioriteren van onderzoeksbehoeften en het programmeren, opbouwen en uitwisselen van kennis. Hierbij worden kennis en ervaringen uit circulaire initiatieven, experimenten, onderzoek en onderwijs aan elkaar en aan fysieke experimenteerruimtes verbonden, om gezamenlijk van te leren, kennis te delen en op te schalen. Zo ontstaat een krachtige interdisciplinaire SPRONG-groep met de ambitie om het consortium uit te laten groeien tot dé regionale spil op het gebied van de circulaire transitie in grootstedelijke regio’s en een erkende (inter)nationale speler voor kennisuitwisseling en -opbouw op dit onderwerp.
MULTIFILE
Lector inclusief natuurbeheer Jan van der Ploeg onderzoekt hoe lokale gemeenschappen en inheemse volkeren natuur gebruiken, beheren en herstellen. ‘Een steeds groter wordende grassroots movement probeert actief de natuurlijke hulpbronnen waar arme mensen van afhankelijk zijn te beschermen’. Tegelijkertijd maakt hij zich grote zorgen. De druk op de natuur neemt niet af en Nederland kijkt weg. ‘Waar was Nederland tijdens de VN-Biodiversiteitstop in Colombia? Onze overheid was gewoonweg niet aanwezig. Ook houden we ons niet aan onze eigen wetgeving en aan internationale verdragen. Wonderlijk maar vooral erg zorgelijk.’
DOCUMENT
Bij het onderzoek naar mogelijke effecten van een windmolenpark in het IJsselmeer is ETFI uitgegaan van de vele onderzoeken die er inmiddels, in Nederland maar ook internationaal, bestaan. Op deze manier zijn conclusies en oordelen, zowel geïnspireerd door voorvechters van windenergie als van tegenstanders, zowel bij geplande als bij reeds aangelegde windmolenparken, geïnventariseerd. De conclusie van dit literatuuronderzoek luidt dat de studies onvoldoende bewijs leveren, zowel voor het ontstaan van schade aan de toeristische sector als voor het ontbreken van die schade. Dit onderzoek moet dan ook niet gelezen worden als een aanbeveling vóór of tegen windmolenparken. De waarde van het onderzoek is dat het de publiek toegankelijke studies uit binnen en buitenland met betrekking tot de relatie tussen windparken en toerisme bijeen brengt en systematisch analyseert. Zodoende brengt het de risico’s en mogelijkheden beter in beeld zodat in alle scenario’s —met of zonder windmolens— afwegingen gemaakt kunnen worden waarin alle belangen gerespecteerd worden.
DOCUMENT