This paper assesses the impact of perceived HRM practices on organisational citizenship behaviour (OCB) and whether leader membership exchange (LMX) mediates this relationship. The required research data were retrieved from four different departments within a logistics and supply chain management organisation. The results show that there is a significant relationship between the HRM practices as perceived by a subordinate and their level of organisational citizenship behaviour. The relationship that subordinates have with their frontline manager (LMX) acts as a significant mediator. In the final section, of this paper the findings are discussed and recommendations for future research and practical implications are given.
DOCUMENT
In this mixed methods study, a moderated mediation model predicting effects of leader-member exchange (LMX) and organizational citizenship behaviors (OCB) on innovative work behaviors, with employability as a mediator, has been tested. Multi-source data from 487 pairs of employees and supervisors working in 151 small and medium-sized enterprises (SMEs) supported our hypothesized model. The results of structural equation modelling provide support for our model. In particular, the benefits of close relationships and high-quality exchanges between employee and supervisor (LMX), and fostering individual development as a result of employees’ OCB have an indirect effect on innovative work behaviors through positive effects on workers’ employability. Innovative work behaviors depend on employees’ knowledge, skills, and expertise. In other words, enhancing workers’ employability nurtures innovative work behaviors. In addition, we found a moderation effect of organizational politics on the relationship between employability and innovative work behaviors. Secondly, qualitative methods focusing on experiences of the antecedents and outcomes of employability were used to complement our quantitative results. All in all, this study has important consequences for managerial strategies and practices in SMEs and call for an awareness of the dysfunctional effect of perceived organizational politics.
DOCUMENT
Purpose The purpose of this paper is to synthesize the fragmented literature on organizational citizenship behavior (OCB), leader–member exchange (LMX), learning, innovative work behavior (IWB) and employee performance across different countries, disciplines and organizations, thereby broadening the literature breath and making gap identification comprehensive. Second, it provides information on how much studies have been concentrated on Africa with the goal of provoking scholarly work in a unique cultural setting on the interrelatedness of these concepts. Design/methodology/approach Relevant literature search was undertaken using key search terms, “employee performance,” “OCB,” “LMX,” “IWB,” “individual learning” and “team learning.” Findings The findings show positive relationships between the behaviors and employee performance. They also reveal an interesting diversity in the study across multidisciplinary fields holding both cultural and contextual significance for academia and practitioners. Research limitations/implications – The limitation of literature to peer-reviewed journals from the authors’ university library might have missed important information not in this domain. Further studies must make use of additional search terms and engines excluded from this study to provide a more comprehensive analysis. Practical implications The paper has important managerial implications for practitioners. The analysis can support the understanding of employee performance from a broader and more diverse view points; and help in providing insight into real-life opportunities, constraints and solutions in enhancing performance management. Originality/value – This systematic literature review highlights important knowledge gaps which need to be explored especially in the African and Ghanaian contexts.
DOCUMENT
In het project wordt een nieuw door de HvA ontwikkelde methodiek (Open Collaborative Business Modelling methodiek, verder: ‘OCBM-methodiek’), toegepast om waardeproposities voor circulaire en biobased verpakkingen te ontwikkelen, samen met partijen uit de waardeketen. De inzet van biobased materialen is essentieel voor het terugdringen van het gebruik van fossiele plastics en – uiteindelijk – voor het bereiken van een volledig circulaire economie. De specifieke waardeketen waar het project zich op richt is die van verpakkingen op basis van Olifantsgras / Miscanthus. Projectpartner Vibers is een bedrijf dat dit gewas als grondstof gebruikt voor het produceren van o.a. verpakkingsmaterialen. Tijdens het project zal een viertal OCBM-sessies worden georganiseerd waarin Vibers in nauwe samenwerking met een wisselende groep ketenpartners en andere stakeholders een nieuwe waardepropositie formuleert. Projectpartner Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (verder: KIDV) bewaakt in de OCBM-sessies de duurzaamheid van de ontwikkelde propositie en speelt een rol bij evaluatie van de OCBM-methodiek voor de verpakkingsindustrie. Het project levert daarmee twee belangrijke resultaten op: 1. Een met behulp van de OCBM-methodiek ontwikkelde waardepropositie voor een circulair business model waarin een biobased verpakking centraal staat; 2. Aanbevelingen voor het verfijnen van de OCBM-methodiek: specifieke aandachtspunten voor het ontwikkelen van innovatieve, circulaire business modellen met behulp van deze methodiek.
Technologische innovatie van het verpleegkundig beroep is dringend nodig om aan de toenemende zorgvraag te kunnen voldoen. Veel technologische innovaties bieden nu nog niet dat wat de verpleegkundige echt nodig heeft. Als gevolg hiervan wordt een groot aantal innovaties niet of nauwelijks gebruikt. Een verkwisting van tijd en geld. Als verpleegkundigen actief betrokken worden bij het ontwerp van technologische innovaties, zullen de innovaties die voor hun beroep bedacht worden mogelijk beter aansluiten. Dit is een nieuwe rol voor verpleegkundigen. Verpleegkundigen dienen hiervoor samen te werken met technische disciplines, bijvoorbeeld ICT-ers. Het aangaan van samenwerkingen met andere disciplines wordt ook wel boundary crossing genoemd. Het huidige postdoconderzoek “Boundary crossing: Samen Werken Aan Technologische Innovatie Van Het Verpleegkundig Beroep” gaat hier op in. Het betreft een multidisciplinair onderzoek waar vier verschillende onderzoeksdomeinen samenkomen: technologie, onderwijskunde, co-design en zorg. Het aangaan van samenwerkingen met andere disciplines om te komen tot zinvolle innovaties vraagt om nieuwe competenties, van zowel zorgverleners als technici; boundary crossing competence. Vanuit eerder onderzoek van de postdockandidaat en collega’s zijn verschillenden initiatieven tot stand gekomen die boundary crossing tussen verpleegkundigen en technici faciliteren. In het huidige postdoconderzoek worden deze initiatieven geëvalueerd met als doel deze nieuwe rol en competenties van verpleegkundigen verder te valideren. Het onderzoek wordt uitgevoerd vanuit het Lectoraat Technologie voor Zorginnovaties. Het lectoraat is onderdeel van het Kenniscentrum Gezond en Duurzaam Leven, één van de vier kenniscentra van de Hogeschool Utrecht (HU) en onderzoekt hoe met technologie oplossingen gecreëerd kunnen worden voor de toenemende zorgvraag, als gevolg van de vergrijzing en wereldwijde tekorten aan zorgverleners. De SIA postdocbeurs wordt tevens gebruikt om een onderzoekslijn rondom “boundary crossing: samen werken aan de technologische innovatie van het verpleegkundig beroep” op te zetten en duurzaam in te bedden in het lectoraat, kenniscentrum én onderwijs.
Vitale Delta is een consortium van vier hogescholen (Hogeschool Rotterdam, Hogeschool Leiden, De Haagse Hogeschool en Hogeschool Inholland) dat de krachten bundelt van 19 lectoren, elk met een sterk trackrecord op de thema’s vitaliteit en bewegen, integrale wijkaanpak, zorgtechnologie, persoonsgerichte zorg en zelfmanagementondersteuning. We verstevigen de bestaande samenwerking binnen Medical Delta tussen hogescholen en andere kennispartners (universiteiten en UMCs) op het terrein van zorgtechnologie. We bouwen deze op thema’s als vitaliteit, eigen regie/empowerment, veerkrachtige professionals en integratie zorg-sociaal domein. De doelstelling van Vitale Delta is het effectief bevorderen van vitaliteit en gezondheid (fysiek, mentaal en sociaal) van jong tot oud in de wijk door middel van het versterken van veerkracht en eigen regie en het creëren van een gezonde omgeving in de Deltaregio Leiden, Den Haag en Rotterdam. In vier werkpakketten zetten we in op inhoudelijke kruisbestuiving, personele uitwisseling, netwerkvergroting en grotere werfkracht op de thema’s Ondersteund Vitaal (Zorgtechnologie), Fysiek Vitaal (Bewegen in de wijk), Sociaal Vitaal (Integrale wijkaanpak) en Zelf Vitaal (Zelfmanagement(ondersteuning) en vitale professionals). Elk werkpakket wordt geleid door twee lectoren van verschillende hogescholen en combineert de expertise van meerdere sterke onderzoeksgroepen. Leidende principes in de werkpakketten zijn: co-creatie met burgers, cliënten, patiënten en professionals, een maatschappelijk innovatieperspectief, interprofessioneel samenwerken en ondernemerschap. We gaan daarbij uit van een levensloopsbenadering (-9 maanden tot +100 jaar) waarin gezond opgroeien en ouder worden centraal staat. Projecten richten zich op het wijkniveau en/of het individu. De eerste twee jaar starten we in de werkpakketten met nieuwe, gezamenlijke onderzoeks- en onderwijsprojecten om de onderzoeksinfrastructuur verder te consolideren en versterken. Hierbij worden producten en nieuwe kennis ontwikkeld voor (gezamenlijk) onderwijs bij de betrokken opleidingen van de hogescholen. Ook de vele partners uit de beroepspraktijk van preventie, zorg en welzijn, gemeenten en het bedrijfsleven zullen direct profiteren van de infrastructuur en opbrengsten van Vitale Delta.