In dit gesprekshulpmiddel vind je praktische tips en voorwaarden voor het gesprek met de GRZcliënt. Daarnaast vind je concrete voorbeeldvragen (onderverdeeld in zeven onderwerpen) die je aan de cliënt kunt stellen. Dit helpt jou om de persoon zelf en zijn sterke kanten beter te leren kennen. Evenals zijn behoeften, wensen, eigen mogelijkheden en andere hulpbronnen. Met deze gesprekstips kun jij de veerkracht van cliënten ondersteunen en versterken.
DOCUMENT
Burgers weten weinig over hoe zij hun online veiligheid kunnen vergroten en bij hen ontbreekt vaak het gevoel van urgentie om daadwerkelijk maatregelen te nemen. De gemeente kan burgers ondersteunen met informatiepunten en extra ondersteuning van kwetsbare groepen. Kenniscentrum Cybersecurity van de Haagse Hogeschool deed onderzoek bij twee gemeenten.
DOCUMENT
De populatie leerlingen die van huis uit een andere taal spreken dan het Nederlands (hierna: meertalige leerlingen) is in het Nederlandse onderwijs de afgelopen jaren flink toegenomen. Deze trend zal zich de komende jaren vermoedelijk voortzetten, wat maakt dat ‘superdiversiteit’ in ons onderwijs een gegeven is en blijft. Doordat de instructietaal Nederlands is, en veel lesmethoden uitgaan van de Nederlandse talige en culturele achtergrondkennis, worden meertalige leerlingen vaak geconfronteerd met gesproken en/of geschreven taal die ze niet meteen begrijpen. Dit werkt bij uitstek belemmerend tijdens lessen die gericht zijn op (leren) lezen met begrip. Ook kan het een negatieve invloed hebben op de leesmotivatie van leerlingen. Meertalige leerlingen van verschillende leeftijden presteren over het algemeen dan ook minder goed op het gebied van leesbegrip in het onderwijs. Daarbij geven leraren in meertalige klassen veelal aan zich handelingsverlegen te voelen. Ze weten onvoldoende welke passende ondersteuning ze kunnen bieden tijdens de les om meertalige leerlingen optimaal te begeleiden en hun (lees)potentieel te realiseren. In de afgelopen jaren zijn meerdere studies verschenen waarin de kern wordt beschreven van een effectieve didactische aanpak bij lezen met begrip en leesmotivatie. Ook zijn er recente inzichten over hoe de kennis- en taalontwikkeling bij meertalige populaties gestimuleerd kan worden. In deze publicatie beschrijven wij de samenhang tussen meertaligheid, begrijpend leesonderwijs en leesmotivatie in het Nederlandse basisonderwijs, waarbij de volgende vraag centraal staat: Welke kennis is er beschikbaar die onderwijsprofessionals helpt bij het ondersteunen van meertalige leerlingen in het lezen met begrip en het bevorderen van hun leesmotivatie?
LINK
Kennisontwikkeling is voor studenten in het beroepsonderwijs dikwijls een lastig proces. Dit heeft onder andere te maken met de verschillende kennis die in verschillende contexten (bijvoorbeeld in het instituut of in de beroepspraktijk) aanwezig is. Daarnaast ervaren studenten de beroepspraktijk in veel gevallen als overweldigend en hebben zij vaak nog onvoldoende voorkennis om nieuwe inzichten daaraan te koppelen. Tegelijkertijd is de ondersteuning door beroepsopleiders vaak nog niet expliciet gericht op het ondersteunen van studenten bij het integreren van kennis. In dit hoodstuk proberen de auteurs inzicht te geven in hoe beroepsopleiders kennisontwikkeling van studenten in het beroepsonderwijs kunnen ondersteunen.
DOCUMENT
De bijdrage van de gezondheidsprofessional in het ondersteunen en bevorderen van healthy ageing heeft de meeste kans van slagen als het planmatig, evidence-based en persoons- en netwerkgericht uitgevoerd wordt. Er zijn verschillende theorieën en modellen die hierbij behulpzaam kunnen zijn. Het gebruik daarvan in de praktijk vraagt inzicht en ervaring en het vereist dat steeds zorgvuldige afwegingen worden gemaakt. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe gezondheidsprofessionals te werk kunnen gaan en welke theorieën en modellen ze kunnen gebruiken.
LINK
Het meeste vlees dat Nederlanders eten wordt niet duurzaam geproduceerd. Veel productie leidt tot overbemesting, kost veel water en gaat ten koste van de biodiversiteit en het landschap, terwijl dierenwelzijn niet per se is geborgd. Hogeschool Van Hall Larenstein participeerde binnen het onderzoek ‘Dierzaam’ van de Hogeschool Utrecht. Het project zocht naar marketingstrategieën die consumenten verleiden om over te stappen naar meer duurzaam geproduceerd vlees. In dit whitepaper beschouwt Van Hall Larenstein (VHL) de kansen in de keten vanuit het perspectief van de boer. Hiervoor bestudeerden onderzoekers literatuur en inspirerende voorbeelden. Meer aandacht voor dierenwelzijn zal leiden tot extensivering van de veehouderij. De milieubelasting van vlees wordt bepaald op veel criteria, de uitkomsten verschillen per diersoort en voor traditioneel of organische houderijsystemen. Over het algemeen zijn kip- en varkensvlees minder milieu belastend dan rundvlees. Echter, varkens en kippen eten weer meer granen die wereldwijd voor mensen belangrijk zijn en rundvee kan daarentegen op grasland leven. Voor de omschakeling naar duurzame vleesvee houderij is een systeemverandering nodig waar álle partijen een rol in hebben. De boer moet voldoen aan de vele normen en heeft deskundigheid nodig. Sociale media kunnen een transparante communicatie tussen boer en consument ondersteunen. De supermarkt en de slager kunnen het eigen assortiment kiezen en meer communiceren en informeren en de consument maakt uiteindelijk de keuze in de winkel. De overheid moet zich actiever opstellen in markt- en prijsbeleid. Boeren staan onder druk door enerzijds maatschappelijke eisen en aan de andere kant de kostprijs van duurzame productie. Een eerlijk en duurzaam verdienmodel voor de boer vereist een hogere vleesprijs, gecombineerd met betalingen van de boer voor maatschappelijke (ecosysteem)diensten.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk zoomen we in op ondersteuning aan mensen als meneer De Bruin. De casus van meneer De Bruin is een typisch voorbeeld waar je als professional in het sociaal werk mee te maken kunt krijgen. Sociaal werkers krijgen dagelijks te maken met ingrijpende gebeurtenissen in levens van mensen en consequenties van maatschappelijke ontwikkelingen. We vertrekken in de geest van dit boek vanuit een brede blik op sociaal werk met aandacht voor zowel de kwetsbaarheid als de veerkracht van mensen en hun sociale omgeving en voor zowel het individuele als het collectieve perspectief. In par. 5.2 starten we met het onderscheid tussen ondersteuning en hulp bij enkelvoudige en meervoudige problematiek. In par. 5.3 zoomen we in op een drietal perspectieven waarmee we naar de casus van meneer De Bruin kijken. Bovendien belichten we de in sociaal werk veel gehanteerde begrippen 'kwetbaarheid' en 'veerkracht'. Vervolgens onderscheiden we in par. 5.4 enkele leefgebieden die kunnen helpen om preciezer te kijken wat er in de casus speelt. In par. 5.5 koppelen we de casus aan de opkomst van outreachend werken in het sociaal werk en staan we stil bij het belang van ethisch actorschap in het sociaal werk. Tenslotte beantwoorden we in par.5.6 de vraa5g waar vanuit een brede benadering kansen blijven liggen voor preventie en (vroeg)signalering in de casus van meneer De Bruin
LINK