De Franstalige term 'acquis' staat voor een document waarin 'verworven kennis' en 'ervaring' overzichtelijk bij elkaar wordt gebracht. De onderwijsraad wil in de vorm van een 'acquis' de balans opmaken van tien jaar adviezen en verkenningen op het gebied van ''besturing en organisatie van onderwijs'. Eerder heeft de onderwijsraad zelf een dergelijk acquis gemaakt op het gebied van onderwijs en sociale samenhang (Onderwijsraad, 2007). Het gaat om de volgende onderzoeksvraag: wat heeft kennis en beleidsvorming over bestuur en organisatie van onderwijs bij de Onderwijs in 10 jaar tijd opgeleverd?
DOCUMENT
Het advies Ruim baan voor leraren van de Onderwijsraad heeft afgelopen weken veel aandacht gekregen. De reacties op dit advies ten aanzien van een verruiming van het loopbaan- en ontwikkelperspectief van leraren variëren van ‘ha, eindelijk een ander en verfrissend geluid’, tot ‘dit is een aanslag op mijn professie als docent’.Zelf vind ik het advies een verfrissende kijk op bevoegdheden geven die laat zien hoe een verandering van het stelsel en systeem van opleidingen en bevoegdheden een aantal knelpunten kan oplossen. Maar tegelijk is het een vrij smal advies met een beperkte invulling van het begrip ‘loopbaan’.
LINK
Reactie op de toespraak van dr. Arnold Mitchem, waarin de nadruk wordt gelegd op talentontwikkeling van studenten door middel van mentoren, tutoren, stages en sollicitatiebegeleiding.
DOCUMENT
De nieuwe jeugdwet (2014) en de wet op passend onderwijs (2012) hebben als doel kinderen zoveel mogelijk in hun eigen leeromgeving laten opgroeien, waarbij het onderwijs en de jeugdhulp rondom het kind en het gezin worden georganiseerd (Coalitie passend onderwijs - jeugdhulp - zorg, 2018). Als gevolg hiervan wordt van professionals in het domein ‘kind en educatie’ (onderwijs, kinderopvang, sociaal werk, jeugdzorg, buurtwerk, sociaal werk en gemeente) steeds meer verwacht dat ze samenwerken met professionals uit verschillende sectoren om de zorg rondom het kind zo optimaal mogelijk te organiseren (interprofessioneel samenwerken). Van lerarenopleiders wordt verwacht dat zij studenten voorbereiden op het interprofessioneel samenwerken in de praktijk. Hiervoor is goed inzicht in deze complexe beroepstaak essentieel. In recente literatuur wordt de noodzaak van interprofessioneel samenwerken steeds benadrukt (Peeters, 2018; Slot & Leseman, 2019), echter een eenduidig beeld van wat goed interprofessioneel samenwerken inhoudt ontbreekt nog, evenals de complexiteitsfactoren die een rol spelen in het werkveld. In het postdoconderzoek wordt door cognitieve taakanalyse (CTA) inzichtelijk gemaakt welke kennis, vaardigheden en attitudes onderwijsprofessionals nodig hebben voor interprofessionele samenwerking. Door middel van interviews, observaties en expertmeetings met onderwijsprofessionals in tien goede praktijkvoorbeelden, wordt een vaardighedenhiërarchie ontwikkeld: een overzicht van alle vaardigheden en hun onderlinge relaties. Daarnaast worden complexiteitsfactoren in kaart gebracht. Deze inzichten worden gebruikt om onderwijsmodules te ontwikkelen voor opleidingen binnen KPZ. Uitgangspunt is het vier-componenten instructiemodel dat uitgaat van een hele-taak-benadering (Van Merriënboer & Kirschner, 2018). Dit model is uitermate geschikt voor het aanleren van complexe beroepstaken waarbij kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd zijn. Studenten leren in authentieke leertaken (ontleend uit de CTA) oplopend in complexiteit interprofessioneel samen te werken. Naast het ondersteunen van studenten, draagt dit onderzoek bij aan professionalisering van lerarenopleiders en geeft het inzicht aan het werkveld in de volle breedte van interprofessioneel samenwerken.
De schoolleider heeft na de leraar een grote, zij het indirecte, impact op het realiseren van goed onderwijs voor alle leerlingen, als de schoolleider zich richt op de ontwikkeling van de school als lerende organisatie (Grissom et al., 2021; Koeslag-Kreunen, 2021; Leithwood et al., 2020; Kools, 2020). Traditioneel betrof het beroep van schoolleider een hiërarchische functie die vooral individuen aanstuurt. In een lerende onderwijsorganisatie staat het bevorderen van gespreid leiderschap, een onderzoekscultuur en collectief leren van leraren centraal. Dat is voor veel schoolleiders een complexe verandering (De Jong, 2022; Ros, 2021; Van Wessum et al., 2022). Van schoolleiders wordt gevraagd het evidence-informed samenwerken in teams aan kwaliteitsverbetering en het samenwerken met partners te stimuleren en faciliteren, gebaseerd op een duidelijke visie en collectieve ambitie (Kools, 2020). Daarbij schept de schoolleider voorwaarden zodat ook leraren leiding kunnen nemen, op basis van hun expertise (Snoek et al., 2019). De rol van de schoolleider in het hedendaagse onderwijs is dus niet eenvoudig, de complexiteit van hun rol is enorm toegenomen. De Onderwijsraad (2018) geeft aan dat een kwaliteitsimpuls nodig is voor schoolleiders in Nederland. In ons lectorenplatform bundelen onderzoekers op het gebied van leiderschap in het onderwijs hun krachten samen met de landelijke beroepsorganisatie van schoolleiders (AVS) en de organisaties van hun werkgevers (PO-Raad, VO-raad en MBO Raad) om deze kwaliteitsimpuls te realiseren. Ons Lectorenplatform wil tweeledig bijdragen aan deze kwaliteitsimpuls: 1) door kennis te ontwikkelen over de rol van de schoolleiders en hoe schoolleiders hun veranderende, complexe rol goed kunnen vervullen en hoe ook leraren leiding kunnen laten nemen; 2) door de ontwikkelde kennis toegankelijk en context specifiek te maken voor schoolleiders en toepassing te bevorderen. De te ontwikkelen inzichten, handvatten en tools zijn daarom zowel bedoeld voor schoolleiders zelf als voor hun leidinggevenden (besturen) en leiderschapsopleidingen.