In January 2022 the new Dutch Civic Integration programme was launched together with promises of improvements it would bring in facilitating the ‘integration’ of newcomers to the Netherlands. This study presents a critical discourse analysis of texts intended for municipalities to take on their new coordinating role in this programme. The analysis aims to understand the discourse in the texts, which actors are mobilized by them, and the role these texts and these actors play in processes of governmental racialization. The analysis demonstrates shifting complex assemblages are brought into cascades of governance in which all actors are disciplined to accept the problem of integration as a problem of cultural difference and distance, and then furthermore disciplined to adopt new practices deemed necessary to identify and even ‘objectively’ measure the inherent traits contributing to this problematic. Lastly, the analysis displays that all actors are disciplined to accept the solution of ‘spontaneous compliance’; a series of practices and knowledges, which move the civic integration programme beyond an aim of responsibilization, into a programme of internalization, wherein newcomers are expected to own and address their problematic ‘nature’, making ‘modern’ values their own.
In deze deelrapportage beschrijven we de resultaten van het project ‘Lokaal & Integraal Werken aan Participatie’ uit gemeente Wijk bij Duurstede. Dit project is uitgevoerd door het Kenniscentrum Sociale Innovatie van hogeschool Utrecht en Movisie met subsidie van ZonMw vanuit het programma ‘Vakkundig aan het werk’. Het doel van dit project was het vergroten en bundelen van kennis over effectieve werkwijzen om met verschillende professionals de meervoudige problematiek van cliënten te adresseren en adequate dienstverlening te bieden. Hiertoe is in Wijk bij Duurstede een ontwikkelwerkplaats ingericht om een effectieve werkwijze te ontwikkelen en te testen waarmee integrale ondersteuning kan worden geboden om mensen met meervoudige ondersteuningsbehoeften effectief en doelmatig toe te leiden naar de arbeidsmarkt. De nadruk in het project lag op integraal werk op het snijvlak van zorg en welzijn (Wmo) enerzijds en werk en inkomen (Participatiewet) anderzijds. We richtten ons daarmee op de meest kwetsbare burgers met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In deze publicatie staan de opbrengsten beschreven van de activiteiten vanuit en rond de ontwikkelwerkplaats in Wijk bij Duurstede.
In dit hoofdstuk wordt het Nederlandse beleid geschetst van het tegengaan van radicalisering en het voorkomen van terroristisch geweld. Hierin neemt het ‘Actieprogramma integrale aanpak Jihadisme’ een belangrijke plaats in. Besproken wordt wat er goed gaat en wat de ontwikkelingsvragen zijn. Het hoofdstuk eindigt met een beschouwing over de behoefte aan sociale innovatie. Aangezien een aantal preventieve interventies behoorlijk ingrijpend kunnen zijn, is het zaak om bij de uitvoering te letten op eenduidigheid en adequate rechtsbescherming.
De ingezette brede welvaart als maatschappelijke opgave vraagt om een inclusieve arbeidsmarkt en dwingt arbeidsmarktactoren daarvan werk te maken. Een inclusieve arbeidsmarkt is nodig vanwege de alsmaar veranderende arbeidsmarkt die vraagt om flexibiliteit, adaptiviteit en wendbaarheid van iedereen die wil en kan werken. Toch laat onderzoek naar de implementatie van de Wet banenafspraak bij de overheid zien dat doelen niet worden gehaald, stelt het SCP vast dat de huidige Participatiewet onvoldoende aansluit bij wat bijstandsgerechtigden nodig hebben en laat UWV-onderzoek zien dat er nog te veel mensen aan de zijlijn staan. Om doelgroepen met een ondersteuningsbehoefte volwaardig te kunnen includeren op de arbeidsmarkt, is betere samenwerking nodig tussen (professionals van) arbeidsmarktactoren van gemeenten, UWV, arbeidsorganisaties/werkgevers, sociale partners, kennisinstellingen en ervaringsdeskundigen. Het SPRONG-programma All4Talent richt zich op arbeidsmarktprofessionals, arbeidsorganisaties en samenwerkingsverbanden die er alles aan willen doen om een inclusieve arbeidsmarkt te realiseren, in bijzonder voor doelgroepen met een - al dan niet specifieke - ondersteuningsbehoefte. Het consortium heeft de ambitie om een ‘All4Talent-toolbox’ te ontwikkelen, die bestaat uit nieuwe kennis, best practices, producten en diensten alsook andere vormen van samenwerking. Met die toolbox zijn zowel publiek als private arbeidsmarktprofessionals (changemakers) beter in staat om barrières weg te nemen die arbeidsinclusie in de weg staan. All4Talent wordt uitgevoerd door de SPRONG-groep Hogeschool Arnhem Nijmegen, Hogeschool Utrecht en Hogeschool Windesheim die al langjarig en stevig met elkaar zijn verbonden én consortiumpartners uit verschillende Arbeidsmarktregio’s die dezelfde ambities en doelen nastreven. All4Talent gaat in deze Arbeidsmarktregio’s fungeren als regisseur van alle inclusievraagstukken op de vier belangrijke transitiedomeinen van de arbeidsmarkt, namelijk: school-werk, arbeidsbeperkt-werk, werkloos-werk, niet-werkend naar werk en school-werk. De onderzoeksinfrastructuur wordt gevormd door leergemeenschappen: onbenut arbeidspotentieel, inclusieve organisaties, inclusieve arbeidsmarkt, wendbare professionals en inclusieve technologieën waarlangs nieuwe kennis in projecten wordt ontwikkeld. All4Talent-sluit aan bij de KIA Maatschappelijk Verdienvermogen.
The consortium would like to contribute to structural reduction of post-harvest and food losses and food quality improvement in Kenyan avocado and dairy value chains via the application of technical solutions and tools as well as improved chain governance competences in those food chains. The consortium has four types of partners: 1. Universities (2 Kenyan, 4 Dutch), 2. Private sector actors in those chains, 3. Organisations supporting those chains, and 4. Associate partners which support category 1 to 3 partners through co-financing, advice and reflection. The FORQLAB project targets two areas in Kenya for both commodities, a relatively well-developed chain in the central highlands and a less-develop chain in Western-Kenya. The approach is business to business and the selected regions have great potential for uptake of successful chain innovations as outcome of research results. The results are scalable for other fresh and processed product chains via a living lab network approach. The project consists of 5 work packages (WPs): 1. Inventory , status quo and inception, 2. Applied research, 3. Dissemination of research outputs through living lab networks, 4. Translation of project output in curricula and trainings, and 5. Communication among partners and WPs. The applied research will be implemented in cooperation with all partners, whereby students of the consortium universities will conduct most of the field studies and all other partners support and interact depending on the WPs. The expected outcomes are: two knowledge exchange platforms (Living Labs) supported with hands on sustainable food waste reduction implementation plans (agenda strategy); overview and proposals for ready ICT and other tech solutions; communication and teaching materials for universities and TVETs; action perspectives; and knowledge transfer and uptake.
Gemeenten willen de zelfredzaamheid en (arbeids)participatie van hun inwoners vergroten. Een uitdaging is het ontwikkelen van integrale aanpakken voor mensen met een meervoudige ondersteuningsbehoefte. Centrale vraag in dit project was wat effectieve werkwijzen zijn om tot een integrale aanpak te komen, rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de inwoners en het wetgevend kader. Doel Hoe zorg je er als gemeente voor dat mensen die moeilijk aan werk komen, toch kunnen meedoen in de samenleving? Bijvoorbeeld via een (betaalde) baan? Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat betrokken professionals uit verschillende domeinen goed met elkaar samenwerken. En daarbij rekening houden met wat de inwoners kunnen en nodig hebben. Dit onderzoek heeft bijgedragen aan een goede aanpak hiervoor. Resultaten Een belangrijke voorwaarde voor een effectieve aanpak is het organiseren van intensieve samenwerking tussen professionals van sociale (wijk)teams en professionals van werk en inkomen (klantmanagers) waarbij ze de inwoner direct betrekken. Bijvoorbeeld in driehoeksgesprekken. Op deze manier kunnen professionals hun kennis en expertise vanuit de Wmo en Participatiewet bundelen en ervaren inwoners meer ‘regie’ over de ondersteuning die ze krijgen. De belangrijkste bevindingen van het project staan beschreven in de eindrapportage. Voor professionals, managers, beleidsmakers en bestuurders is een praatplaat gemaakt met bouwopgaven voor de praktijk. Voor de gemeenten Houten, Woerden en Wijk bij Duurstede is een analyse gemaakt van de activiteiten en uitkomsten uit de ontwikkelwerkplaatsen. Een innovatietraject waaraan gemeenten en uitvoeringsinstanties kunnen deelnemen. Looptijd 15 juni 2018 - 15 december 2020 Aanpak In drie gemeenten hebben onderzoekers, professionals, beleidsmakers en inwoners samengewerkt om een effectieve integrale werkwijze te ontwikkelen. Kennis is verkregen uit ‘ontwikkelwerkplaats’ bijeenkomsten (een variant op de community of practice) en verdiepende interviews met inwoners, professionals en beleidsmakers.