Het pakket bestaat uit twee delen en meerdere praktische bijlage die u in de praktijk meteen kan toepassen: Deel A: Theoretische onderbouwing en aanbevelingen: hierin wordt u een theoretische onderbouwing van de richtlijn gegeven, dat resulteert in aanbevelingen voor hulpverleners. Deze gegevens zijn van belang om goed met de richtlijn te kunnen werken. Deel B: Gegevensverzameling en interventies: in dit deel worden de aanbevelingen specifiek uitgewerkt voor de verpleegkundige beroepsgroep. Het effectief gebruik van de richtlijn, de wijze van gegevensverzameling en het kiezen van interventies komen aan bod.
MULTIFILE
Patiënten met schizofrenie of een schizo-affectieve stoornis hebben een verhoogde kans op diverse somatische ziektes, zoals cardiovasculaire aandoeningen, virale ziektes, diabetes, respiratoire aandoeningen en seksuele stoornissen. Deze ziektes dragen ertoe bij dat de levensverwachting van deze patiëntengroep naar schatting 20 jaar lager ligt dan die van de normale bevolking. Verschillende factoren dragen bij aan deze hoge morbiditeit en mortaliteit, waaronder genetische kwetsbaarheid, de ongezonde leefstijl van deze patiënten en de bijwerkingen van de anti psychotische medicatie.
DOCUMENT
Dit is alweer de vijfde editie van het congres Met het oog op behandeling. De afgelopen jaren hebben we gezien dat de maatschappelijke belangstelling voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) sterk toeneemt. Dit jaar is er zelfs een Interdepartementaal Beleidsonderzoek gedaan door diverse ministeries over de positie van mensen met een LVB in de Nederlandse samenleving. In het onderzoeksrapport wordt gepleit voor het verbeteren van de communicatie tussen algemene voorzieningen en deze burgers. Voor alle professionals in het brede sociaal domein wordt aanbevolen dat zij meer kennis en vaardigheden moeten hebben voor hun hulp- en dienstverlening aan mensen met een LVB. Dat geldt voor alle professionals in het sociaal domein en in het bijzonder voor professionals die werken voor cliënten met een LVB waarbij sprake is van ernstige gedragsproblematiek en psychische problemen. In dat geval moet je kunnen omgaan met ‘onbegrepen gedrag’ en agressie en wil je beschikken over de beste, actuele kennis op dat gebied.
DOCUMENT
What does this paper add to existing knowledge? • This study provides insight into the severity of the problem. It demonstrates the differences in risk factors and OHRQoL between patients diagnosed with a psychotic disorder (first-episode) and the general population. • A negative impact on OHRQoL is more prevalent in patients diagnosed with a psychotic disorder (first-episode) (14.8%) compared to the general population (1.8%). • Patients diagnosed with a psychotic disorder (first-episode) have a considerable increase in odds for low OHRQoL compared to the general population, as demonstrated by the odds ratio of 9.45, which supports the importance of preventive oral health interventions in this group. What are the implications for practice? • The findings highlight the need for oral health interventions in patients diagnosed with a psychotic disorder (first-episode). Mental health nurses, as one of the main health professionals supporting the health of patients diagnosed with a mental health disorder, can support oral health (e.g. assess oral health in somatic screening, motivate patients, provide oral health education to increase awareness of risk factors, integration of oral healthcare services) all in order to improve the OHRQoL.
MULTIFILE
Het Interventieprotocol Zorg in Samenwerking (ZiS) bestaat uit 3 delen: het Achtergronddocument, het Handboek en het Werkboek. In deel I, het Achtergronddocument, worden de theoretische achtergronden van het programma beschreven. Deel II, het Handboek, levert praktische handleidingen en instructies voor de uitvoering van het programma. ZiS bestaat uit een aantal onderdelen, deze corresponderen met het los bijgeleverde Werkboek (deel III), dat speciaal is geschreven voor de patiënt.
MULTIFILE
Psychiatrisch verpleegkundigen hebben in hun werk regelmatig te maken met mensen die ernstig lijden. Voor een aantal van deze mensen is dit lijden dusdanig ondraaglijk dat zij overwegen om hun leven te beëindigen, een aantal mensen doet dit ook daadwerkelijk. Gemiddeld plegen in Nederland 1600 mensen per jaar suïcide (CBS). Het aantal mensen dat een suïcidepoging doet is rond 94.000 per jaar en 410.000 mensen in de Nederlandse bevolking hebben weleens suïcidegedachten (Ten Have et al. 2006). Hoewel suïcide niet voorbehouden is aan mensen met een psychiatrische diagnose, blijkt uit onderzoek dat bij 47% tot 74% van alle mensen de suïcide is toe te schrijven aan psychiatrische problematiek (Cavanagh et al. 2003). Het uitvragen en bespreken van suïcidaal gedrag is een belangrijk aandachtspunt in elke psychiatrische behandeling. In aansluiting op de internationale term 'suicidal behavior' wordt suïcidaal gedrag gedefinieerd als het geheel aan gedachten, voorbereidingshandelingen en pogingen die een zekere intentie uitdrukken om zichzelf te doden (Hemert et al. 2012). Verpleegkundigen hebben een belangrijke functie in het signaleren, monitoren en behandelen van suïcidaal gedrag.
DOCUMENT
De publicatielijst bevat alle publicaties waar Wilma Swildens aan bijgedragen heeft
DOCUMENT
Mensen met ernstige psychische aandoeningen hebben naast een psychiatrische stoornis gedurende langere tijd (>2 jaar) op meerdere levensgebieden beperkingen in het functioneren. In het beleidsrapport Over de brug (20..) zijn voor de komende jaren drie ambitieuze doelstellingen afgesproken: 1/3 meer psychiatrische en somatische gezondheidswinst (herstel van gezondheid), 1/3 meer participatie in werk of studie (herstel van maatschappelijke rollen), 1/3 meer verwezenlijking van individuele doelen (persoonlijk herstel). Op dit moment wordt vanuit de GGZ op verschillende manieren vanuit outreachende multidisciplinaire zorgteams hieraan gewerkt. De belangrijkste zorgvormen zijn. Gewerkt wordt vanuit teams voor: Bemoeizorg en Assertive Community Treatment (ACT), Flexibele ACT teams (F-ACT) en meer recent gebiedsgerichte GGZ zorgnetwerken. Deze teams staan voor een aantal uitdagingen: werken aan klinisch, persoonlijk en maatschappelijk herstel; professionele zorg bieden aansluitend op naar eigen kracht en zelfmanagement; naast de cliënt ook zijn/haar netwerk en omgeving betrekken; interprofessioneel samenwerken met professionals buiten de GGZ; integratie van behandeling en rehabilitatie; integratie van psychiatrische en somatische zorg.
DOCUMENT
In Nederland lijdt bijna één op de honderd mensen aan schizofrenie. Per jaar krijgen ongeveer drieduizend mensen deze diagnose. Ongeveer twintig tot dertig procent van de cliënten die behandeld wordt met de gangbare antipsychotica blijft last houden van positieve en/of negatieve psychotische verschijnselen en een verminderd functioneren. Dit noemen we aanhoudende psychose. Cliënten met aanhoudende psychose zijn doorgaans lang in behandeling en hebben vaak vele teleurstellingen te verwerken gekregen. Herstel en een betere toekomst zijn mogelijk bij aanhoudende psychose, maar helaas wordt effectieve behandeling voor deze cliëntengroep vaak te laat of onvolledig aangeboden. Om de kwaliteit van zorg voor deze cliëntengroep te verbeteren, is STAP ontwikkeld. STAP is een afkorting voor Specialistisch Traject Aanhoudende Psychose en staat symbool voor ‘stappen blijven zetten’ of ‘doorgaan’. Met STAP bieden we hoop. Dit is belangrijk zodat de cliënt weer nieuwe stappen in zijn leven durft te zetten. STAP is bedoeld als een gepersonaliseerd programma. Wij verwachten dat STAP psychotische verschijnselen kan verminderen en het herstelvermogen en maatschappelijk functioneren van cliënten kan versterken. Dit handboek geeft informatie over de achtergrond, de methodiek en toepassing van STAP. Het biedt hulpverleners een strategie om de kwaliteit van zorg voor cliënten met aanhoudende psychose te verbeteren. STAP is gebaseerd op de principes van Zorg in Samenwerking (ZiS). ZiS is oorspronkelijk ontwikkeld in de eerste lijn in de Verenigde Staten (in het Engels: Collaborative Care). Uit onderzoek is gebleken dat ZiS bij cliënten met depressieve stoornissen, bipolaire stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen positieve resultaten liet zien. STAP wordt als onderdeel van een promotieonderzoek van Reinier van Arkel, de Vrije Universiteit van Amsterdam en Hogeschool Inholland binnen Reinier van Arkel geïmplementeerd in VIP- en FACT teams. STAP is het eerste ZiS programma voor cliënten met aanhoudende psychose. Met het promotieonderzoek wordt tussen 2020 en 2023 onderzocht of het lukt om STAP op een goede manier in de praktijk te implementeren, welk effect STAP heeft op cliënten met aanhoudende psychose en of cliënten en naastbetrokkenen tevreden zijn over STAP. Op basis van de resultaten van het promotieonderzoek wordt STAP doorontwikkeld. De wijzigingen zullen verwerkt worden in een herziene versie van het handboek. Het handboek is een handreiking voor hulpverleners en heeft het doel om te informeren over STAP en de manier waarop STAP in de praktijk moet worden gebracht.
DOCUMENT
Mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) ontvangen vaak niet de palliatieve zorg die aansluit bij hun zorgbehoeften en die van hun naaste(n).1,2 Om dit te verbeteren zijn de Toolkit3 en bijbehorende training 'Proactieve palliatieve zorg in de GGZ’ ontwikkeld. In dit artikel wordt beschreven wat de Toolkit inhoudt en lichten we de stappen 1 en 2 ervan toe met een casus.
DOCUMENT