Dit voorjaar betrok Rabobank Nederland haar nieuwe kantoor in Utrecht. Het gebouw faciliteert een manier van werken die recht doet aan de kwaliteiten van de medewerkers. FMI spreekt met Pieter Ketting, programmamanager Rabo Unplugged bij Rabobank Nederland.
DOCUMENT
In 2007 is een project gestart waarin Avans Hogeschool, Rabobank, ING en Content Executive participeerden. De opzet was jonge Hbo-studenten van de voltijdopleiding Management, Economie en Recht (MER) in een driejarig duaal traject voor te bereiden op een passende functie bij een van de banken. Het project heb ik in een vorige column genoemd als voorbeeld van goede samenwerking met een heldere rolverdeling: de hogeschool leidt op, het uitzendbureau verzorgt tijdelijk de werkgeversfunctie en de bank biedt eerst stageplaatsen en vervolgens een baan aan het eind van een succesvol verlopen traject
DOCUMENT
Voor het duurzaam, weerbaar en veerkrachtig houden van onze economie, moeten we haast maken met het concept circulaire economie. In een circulaire economie blijven grondstoffen en producten zo lang mogelijk in omloop en worden deze gedurende hun levensloop zo optimaal mogelijk benut. De transitie naar een circulaire economie biedt potentieel grote kansen voor MKB bedrijven zoals toegang tot nieuwe markten, innovatiekracht, toekomstbestendigheid en kansen op nieuwe samenwerkingsverbanden in de keten. Het MKB ziet zich echter geconfronteerd met tal van lastige vraagstukken. Voorbeelden zijn: hoe organiseer ik het circulair maken van mijn (nu nog lineaire) product? Wat voor consequenties heeft dat voor mijn businessmodel en mijn bedrijfsvoering? Wat betekent het voor mijn toeleveranciers en klanten? Hoe financier ik deze transitie? Het RAAK project “Circulair ondernemen: van concept naar praktijk” wil een nuttige bijdrage leveren aan duurzame economische groei van het MKB-bedrijfsleven. Het project heeft als doel ondernemers handvaten te bieden om stapsgewijs en weloverwogen tot een circulaire bedrijfsvoering te komen. De centrale onderzoeksvraag luidt: Hoe kan het concept circulaire economie voor het MKB worden vertaald in een praktische aanpak voor circulair ondernemen met aandacht voor materiaalgebruik, verdienmodellen en marketingstrategieën? Het project is een interdisciplinaire samenwerking tussen de vakgebieden bedrijfskunde, commerciële economie, psychologie en toegepaste natuurwetenschappen binnen Fontys Hogescholen en de Hogeschool van Amsterdam. De vijftien participerende (MKB) bedrijven en startups zijn actief als producent en/of ontwerper van (duurzame) producten of richten zich op de verwerking van afval- en reststromen. Alle bedrijven beogen het concept circulair ondernemen beter te integreren in de eigen bedrijfsvoering. Daarnaast zijn onderzoekstichting Our Common Future 2.0, ontwikkelingsmaatschappij Brainport Development, de regionale Rabobank Eindhoven-Veldhoven, werkgeversvereniging VNO-NCW en samenwerkingsverband DOE Eindhoven als partners betrokken. Diverse gemeenten en de provincie Noord-Brabant ondersteunen het project van harte. In het project zal bestaande kennis toepasbaar worden gemaakt en zal nieuwe kennis worden ontwikkeld om binnen het MKB te komen tot een meer circulaire bedrijfsvoering. Verder zal verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten plaatsvinden en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders. Er zullen circa 10 docent-onderzoekers van de hogescholen en circa 100 studenten betrokken worden, die in de vorm van studentenprojecten, stages en afstudeeronderzoeken werken aan circulaire vraagstukken direct uit de beroepspraktijk.
Uit recent onderzoek (Rabobank, 2024) blijkt dat het Midden- en Klein Bedrijf (MKB) achterblijft bij grotere bedrijven als het gaat om de transitie naar een duurzame samenleving. Grotere bedrijven worden hiertoe al langere tijd aangezet door de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSDR) van de Europese Commissie. Voor het MKB gelden deze richtlijnen nog niet, maar de verwachting is dat de CSDR de komende jaren ook gaat doorwerken naar MKB-bedrijven, zeker als het gaat om bedrijven die actief zijn in de business-to-business (B2B). Uit onderzoek van Dun en Bradstreet (2022) blijkt dat MKBers over het algemeen niet genoeg tijd en geld hebben om zich te verdiepen in verduurzaming en de bijbehorende eisen. Dit resulteert vaak in een gebrek aan kennis over welke specifieke stappen ze kunnen nemen om te verduurzamen en wat de kosten en voordelen van elke maatregel zijn voor henzelf en voor klanten. Ook uit gesprekken die de Hanzehogeschool (“Hanze”) de afgelopen maanden heeft gevoerd met een aantal MKB-bedrijven in de B2B, komt dit beeld naar voren: ondernemers willen wel een bijdrage leveren, maar weten niet goed hoe ze dit moeten doen. Enerzijds vragen zij zich af hoe ze maatschappelijke impact kunnen toevoegen aan de waardepropositie richting de klant; anderzijds vragen ze zich af hoe ze dit kunnen communiceren zonder dat dit door klanten wordt gezien als “greenwashing”. Vanuit inzichten in de status quo bij MKB-bedrijven en inzicht in de wensen en behoeften van klanten wordt, in co-creatie met consortiumpartners, een ontwerpproces opgezet waarin voor vier MKB-bedrijven een duurzame waardepropositie en een bijbehorende communicatiestrategie wordt ontwikkeld en getest. Het project resulteert uiteindelijk in een praktische handleiding met ontwerprichtlijnen voor de inrichting van het proces waarmee marketingprofessionals van MKB-bedrijven in B2B een duurzame waardepropositie voor hun eigen onderneming kunnen ontwikkelen en kunnen uitdragen.
Nederland streeft naar een volledig circulaire economie in 2050 (Rijksoverheid, z.d.). Bedrijven zullen hun activiteiten moeten organiseren in materiële kringlopen die de gehele levenscyclus bestrijken. Van afval is geen sprake meer. Hiervoor zijn nieuwe circulaire businessmodellen nodig die zich richten op samenwerking in de keten en waardebehoud in alle levensfases van producten, van ontwerp en productie tot gebruik en hergebruik. Mkb-bedrijven willen graag bijdragen aan de gewenste transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie. Het realiseren van een circulair businessmodel blijkt in de praktijk vaak lastig. Mkb-bedrijven die groeien hebben moeite met het vinden van bankfinanciering van hun circulaire ambities. Een belangrijke reden betreft de door banken moeilijk in te schatten risico’s die aan circulair ondernemen kleven. De toekenningswijze van financiering door banken is meer op zekerheden (activa) gebaseerd en minder op kasstromen. Dit werkt in het nadeel van mkb-bedrijven met circulaire verdienmodellen zoals Product-as-a-Service (PaaS), omdat hierbij de kasstromen uitgesteld zijn. Ook de ecosystemen waarin circulaire mkb-bedrijven dikwijls met elkaar samenwerken maakt de financiering ingewikkeld omdat samenwerking afhankelijkheid en daarmee risico betekent. Het doel van dit onderzoek is om de toegang tot bancaire financiering van mkb-bedrijven met circulaire businessmodellen met het verdienmodel PaaS te verbeteren door hen te helpen hindernissen weg te nemen. Voor dit project wordt een consortium gevormd onder leiding van het lectoraat businessmodellen van Saxion, met Hogeschool Rotterdam, Inholland en NHL Stenden, met banken ABN-AMRO en Rabobank, met kennisinstellingen Het Groene Brein en Sustainable Finance Lab, met ontwikkelingsmaatschappijen Innovation Quarter, Oost NL en Circulair Friesland en met mkb-bedrijven. Het consortium doet ontwerpgericht onderzoek naar het verbeteren van de financieringsmogelijkheden van circulaire businessmodellen. De resultaten worden breed toegankelijk gemaakt in de vorm van een concreet stappenplan en inspirerende praktijkcases voor mkb-bedrijven om hun bancaire financieringsaanvraag voor een circulair businessmodel tot een succes te maken.