Sociaal ondernemen is al enkele jaren onderwerp van discussie in Nederland. Dit document geeft een beknopte samenvatting van de stand van zaken van dit fenomeen en van de discussie anno 2019. De tekst gaat in op wat sociaal ondernemen is en hoe in Nederland en daarbuiten sociale ondernemingen gedefinieerd worden. Vervolgens schetst die trends en ontwikkelingen in de sector van sociaal ondernemen in Nederland en gaat die tenslotte uitgebreider in op de relatie tussen sociaal ondernemen en de overheid op lokaal en nationaal niveau.
DOCUMENT
Recent vond er weer een Honours Programme plaats op Fontys Economische Hogeschool Tilburg. Diverse BVVS-leden gaven acte de présence als gastspreker: Wiebe Nelissen, Pieter Marechal, Lars Hagen, Mark Brants en Maarten Vreuls. De laatste is werkzaam bij de Coöperatie Eerste Divisie, de rechtsvorm waarin de Eerste Divisie (Jupiler League)-clubs zich hebben verenigd. Maarten studeerde SPECO en was lid van het bestuur van de SRS (penningmeester). Tevens volgde hij het gehele Honours Programme van SPECO en Johan Cruyff University. Jan de Leeuw sprak met Maarten Vreuls.
DOCUMENT
Collectief wonen biedt een mogelijk antwoord op een aantal prangede maatschappelijk uitdagingen zoals eenzaamheid en sociale achteruitgang in buurten en betaalbaar, duurzaam en zorgzaam wonen (Van Duren en Westenend, 2024). Ontevreden over het tempo waarin collectieve woonvormen op dit moment tot wasdom komen is in Gelderland de beweging van de Collectieve Huisvesters (CHV) gestart: een netwerk van private bedrijven, organisaties in het maatschappelijke middenveld zoals woningcorporaties en zorgpartijen, overheden en bestaande wooncollectieven. De missie van de CHV is om in 2033 20% van alle woningen deel van een collectief te laten zijn. Dat wil zij doen door slim bestaande kennis, kunde en netwerk te bundelen en daarmee bewonersinitiatieven in elk fase – initiëren, ontwikkelen, realiseren, beheren, en beëindigen - structureel te ondersteunen en, waar mogelijk, te versnellen. In dit onderzoek richten we ons op de eerste fase, initiëren: begeleiding naar formalisering om robuuste groepsvorming (kwaliteit) en erkenning (succes) door professionele partijen te versnellen. Ontwerptools, formats en modellen zijn in deze startfase cruciaal voor het ondersteunen van groepsvorming, onderbouwd keuzes maken, elkaar “zakelijk” vinden, aannames te testen en risico’s te mitigeren door keuze van een rechtsvorm om de volgende stap, financiering of projectontwikkeling mogelijk te maken. Welke ontwerptools en modellen daarin in de praktijk gebruikt worden, wat daarin daadwerkelijk (versnellend) werkt, wat dat vraagt van procesbegeleiders in het CHV netwerk, en welke kansen dit biedt voor creatieve professionals – als ontwerpers van modellen, tools en formats - is echter onduidelijk. We onderzoeken daarom de wijze waarop procesbegeleiders de verschillende soorten initiatiefnemers in de eerste fase van hun woonreis effectief ondersteunen, hoe kwaliteit en succes in deze fase kan worden vergroot, alsook welke kansen deze fase biedt voor CHV en creatieve professionals in het bijzonder.
Bedrijfsovername is een belangrijke uitdaging voor de doorgaande ontwikkeling van agrarische familiebedrijven. De combinatie van steeds hogere bedragen, grote uitdagingen als het gaat om verduurzaming én een familiecontext met daarbij alle sociale interacties maakt het echt uitdagend. Het programma Living Labs voor Duurzame bedrijfsovername kende een eerste fase waarin de ervaringen van zes Living Labs is beschreven. In het huidige voorstel voor Fase 2 worden deze ervaringen, producten en inzichten verder doorontwikkeld voor zowel praktijktoepassing als voor het onderwijs. Dit wordt vormgegeven in 4 samenwerkende, regionaal opererende Living Labs. In voorliggend voorstel wordt de specifieke inbedding uitgewerkt van “Het Open Gesprek”. Centraal staat de vraag hoe kun je als familie een open gesprek voeren, als je allen ook emotioneel betrokken bent bij het proces? Het doel van Fase 2 is om adviezen en producten van de zes Living Labs uit Fase 1 te testen, te verrijken en toe te passen in het onderwijs en de beroepspraktijk. Het voorgestelde project kent 3 basis werkpakketten (WP-en) die ieder veelvoorkomende vormen van agrarische bedrijfsovername beschrijven, en 2 WP-en die verbinden en door ontwikkelen. WP1 richt zich op doorontwikkeling van instrumentarium die leunen op de basis ‘perspectiefwisseling’, middels het maken van een verdieping in de bedrijfslevensloop en de familiedynamiek en -verhoudingen. WP2 richt zich meer op de doorontwikkeling van het mkb familiestatuut naar een agro familiestatuut voor overnames binnen een familie met meerdere opvolgers in de agrarische sector. WP3 richt zich op het ontwikkelen van een handleiding voor matchmaking. In fase 1 zijn profielen beschreven voor zij-instromers. Deze criteria worden in dit WP verder aangescherpt voor de overdragers en overnemers in de agrarische sector om tot een goede match te kunnen komen. De twee overkoepelende WP-en over de vier bedrijfsovername projecten heen waarborgen de Verbinding (WP4) en de Doorontwikkeling naar praktijk en onderwijs (WP5).
De doelstelling van dit project is om Nederlandse sociale MKB-bedrijven te helpen bij het verkrijgen van (meer/betere) opdrachten in aanbestedingstrajecten, juist op basis van de social impact die deze bedrijven maken (impact op de samenleving, bijvoorbeeld door de arbeidsparticipatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te stimuleren). Tegelijkertijd beogen we aanbestedende diensten te helpen social impact beter mee te nemen als positieve factor in aanbestedingen. We gaan een vergelijking maken tussen Nederland en België, waar een aparte rechtsvorm voor sociale ondernemingen bestaat (i.t.t. in NL), en dezelfde Europese aanbestedingsrichtlijn geldt. We willen vooral meer inzicht krijgen in de manier waarop sociale ondernemingen in beide landen hun social impact gebruiken om (meer/betere) opdrachten te krijgen; en de manier waarop aanbestedende diensten in beide landen social impact in opdrachtverstrekking en voorkeursbeleid voor sociale ondernemingen verwerken. Naast dossieronderzoek gaan we interviews houden met sociale ondernemingen, aanbestedende diensten en adviesbureaus op het terrein van aanbesteden en social impact. Bij de uitvoering van het onderzoek worden studenten van de opleidingen HBO Rechten en SJD ingezet, in het kader van de minor Bedrijfsjurist en afstuderen. De opgedane kennis wordt o.a. ingebracht bij de (door)ontwikkeling van de Innovatiewerkplaats ‘Krachtig MKB’. Deze postdoc aanvraag wordt ingediend vanuit het Marian van Os Centrum voor Ondernemerschap (MvOCvO) van de Hanzehogeschool Groningen (HG) en sluit aan bij eerder onderzoek van dit centrum. Ondernemerschap is één van de drie speerpunten van de HG. Sociaal Ondernemerschap is als thema in de Roadmap en de onderzoeksvisie van het MvOCvO opgenomen; het sluit aan bij de HBO-onderzoeksagenda Onderzoek met impact en bovendien draagt het bij aan de belangrijkste doelstellingen van de Noordelijke Innovatie Agenda. Van de 14 lectoraten binnen het MvOCvO zijn er zes direct betrokken bij het thema sociaal ondernemerschap, als mede-penvoerder van een projectaanvraag, of als kennispartner.