De generieke uitgaven aan de innovatiebox – een belastingkorting op winst uit innovaties – zijn niet in lijn met de gerichte missies die de Rijksoverheid voor ogen heeft. Ook komen de uitgaven slechts bij een klein deel van de bedrijven terecht, en stimuleren de overheidsmiddelen de innovatie niet als vanzelfsprekend.
LINK
With the approach of the zero emission zone implementation in 30-40 cities mandated by the Dutch Klimaatakkord, comes the need to determine whether the SMEs located within these zones are aware of the coming changes and if they are, how far they have come in their preparation. This paper delves into the development of the zero emission city logistics maturity model tool which is used to indicate the progress of these small to medium enterprises in light of reaching fully zero emission city logistics operations. The paper starts off with a review of existing maturity models which forms the baseline for the zero emission city logistics maturity model in rubric form. A QuickScan analysis is developed in order to facilitate data collection by students who then approach businesses and use the QuickScan results to benchmark the businesses progress against other businesses. This paper then concludes with the preliminary results from the initial QuickScans performed by HBO level students.
Veel van de isolatiematerialen die we momenteel gebruiken, zoals glaswol en steenwol, hebben een behoorlijke impact op het milieu en zijn niet circulair. Gelukkig zijn er alternatieven die beter zijn voor de natuur, zoals isolatie gemaakt van biobased materialen zoals houtvezels en hennepvezels. Deze materialen zijn hernieuwbaar en hebben vrijwel geen nadelige effecten op het milieu, zijn gunstig voor een gezond binnenklimaat in een woning, terwijl ze nog steeds goede isolerende eigenschappen hebben. De ambitie van de rijksoverheid is dat in 2030 minstens 30% van de nieuwbouwwoningen uit minimaal 30% van deze biobased materialen bestaan. Hetzelfde percentage geldt als doelstelling voor isolatiemaatregelen voor verduurzaming en voor de gebruikte materialen voor utiliteitsbouw. Een nieuwe ontwikkeling is het gebruik van mycelium, schimmels die zorgen voor de groei van een materiaal wat ingezet kan worden als isolatie. Mycelium heeft isolerende en akoestische eigenschappen, is waterafstotend en brandwerend. Mycelium panelen op de huidige markt worden belemmerd in hun ontwikkeling doordat ze in mallen worden gegroeid, hierdoor kunnen er geen grotere diktes bereikt worden in verband met de benodigde groeiomstandigheden van mycelium. Dit leidt tot verminderde isolerende eigenschappen. Door geavanceerde 3D-printtechnieken te gebruiken waarbij er complexe vormen geprint kunnen worden die de groei van mycelium bevorderen ook op grotere diktes, willen we in dit 1-jarige KIEM project onderzoeken hoe we een innovatief mycelium isolatiemateriaal kunnen ontwikkelen, geschikt voor 3D printers, dat nog beter past bij de behoeften vanuit de markt. De resultaten van deze studie kunnen aantonen dat de toepassing van biobased isolatiematerialen en geavanceerde productiemethoden niet alleen leiden tot een efficiëntere isolatie van gebouwen, maar ook de milieueffecten vermindert en nieuwe mogelijkheden biedt voor diverse en grootschalige toepassingen.
Dit voorstel betreft een onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van een nieuw biocomposiet in het circulaire bouwproces. Met behulp van innovatieve digitale ontwerp- en productietechnieken wordt onderzocht hoe en waar het biocomposiet, zowel functioneel als esthetisch, hoogwaardig toegepast kan worden in de bouw, met het circulaire paviljoen ‘Waterfront’ als testcase. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het onderzoeksprogramma Urban Technology van de Hogeschool van Amsterdam, Studio Samira Boon en NEXT architects. De rijksoverheid heeft als doelstelling dat niet alleen alle nieuwbouwwoningen per 2020 energieneutraal gebouwd moeten worden, maar ook dat per 2050 alle bouw in Nederland circulair moet zijn. In de “Transitieagenda circulaire bouweconomie 2018” is de strategie hiervoor opgesteld. Het bouwproject ‘Paviljoen Waterfront’ is een test op basis van de ambities die de rijksoverheid heeft voor Nederland in 2023: energie neutraal EN circulair. Het door de HvA ontwikkelde circulaire biocomposiet lijkt een uitermate geschikt materiaal voor architectonische toepassingen binnen de circulaire bouw. Het is echter een halffabrikaat, zacht als vilt op rol (plaat), en door de unieke eigenschappen ook met digitale nabewerkingstechieken te bewerken. Origamitechnieken kunnen middels patronen van zachte buiglijnen en harde vlakken belangrijke eigenschappen, o.a. draagkracht, flexibiliteit en akoestiek, toevoegen aan een vlak materiaal. Daarom lijkt een combinatie van dit biocomposiet, origami techniek en digitale productie een ultieme combinatie. Studio Samira Boon heeft jarenlange ervaring in het gebruik van origamitechnieken voor textiele 3D constructie en heeft de vraag of deze techniek ook op circulair biocomposiet kan worden toegepast. Next Architects ziet een kans om vernieuwende circulaire bouwconcepten met biocomposiet te ontwerpen, als dit materiaal eenvoudig en flexibel kan worden toegepast. Door dit onderzoek beogen betrokken partijen kennis te verwerven zodat dit materiaal kan worden verwerkt tot visueel aantrekkelijke 3D producten ten behoeve van klimaatbeheersing, akoestiek en flexibel ruimtegebruik in de circulaire bouweconomie.
In 2016 is 'De Bouwagenda' gelanceerd, met het doel te komen tot een ambitieus vernieuwingsprogramma voor de grote maatschappelijke uitdagingen voor de gebouwde omgeving richting 2050. Daartoe horen de energietransitie, het gebruik van grondstoffen, klimaatverandering, mobiliteit, digitalisering en gezondheid. De opgaven zijn vertaald naar elf roadmaps en vijf doorsnijdende thema’s.Doel Doel van dit programma is het haalbaar, opschaalbaar en betaalbaar maken van de energietransitie in de bestaande gebouwde omgeving. Benodigde innovaties zullen in samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheid en gebruikers worden gedaan. Daarbij wordt in een aantal stappen toegewerkt naar renovatieconcepten voor veel voorkomende woningtypologieën en gebouwen, waarmee renovaties sneller, goedkoper, mooier en met minder overlast voor bewoners en gebruikers mogelijk worden. Resultaten Het programma zal leiden tot betaalbare, opschaalbare en geaccepteerde oplossingen die nodig zijn voor de volledige renovatieopgaven. Eind 2020 verscheen het rapport Circulaire energietransitie in de gebouwde omgeving in samenwerking met Enpuls. Looptijd 01 januari 2020 - 31 december 2024 Aanpak De opzet van dit BTIC-deelprogramma is in de ontwikkeling en in de voorbereiding afgestemd met een breed consortium van marktpartijen, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties, adviesorganen en verenigingen (onder andere VNG, Platform 31, DSV, ISSO) en overheden (BZK, EZK, TKI UE, RvB). Parallel hieraan vinden samen met TKI Urban Energy gesprekken plaats met de ministeries van EK en BZK inzake de financiering. Voor de financiering van het eerste deel wordt nu ingestoken op het derde Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma (MMIP 3 &4) van de Rijksoverheid. Context Het ontbreken van een topsector voor de bouw heeft ertoe bijgedragen dat er in de afgelopen jaren geen brede, meerjarige, goed gestructureerde kennis- en innovatieprogramma’s zijn geweest. Om dit te doorbreken is in het voorjaar van 2018 een begin gemaakt met het Bouw en Techniek Innovatie - centrum (BTIC). Van de eerste drie onderwerpen – energietransitie, circulair bouwen en digitalisering – is de 'Versnelling Energierenovaties in de Gebouwde Omgeving' het eerste onderwerp dat concreet wordt. Lector Mieke Oostra vertegenwoordigt bij het schrijfteam het hbo namens het Lectorenplatform Urban Energy. Hiervoor is aan alle aangesloten hogescholen en aan de vier TU’s en TNO gevraagd om projectideeën aan te leveren. Op basis hiervan heeft het schrijfteam half december een conceptprogramma opgeleverd met de naam: Integrale Energietransitie Bestaande Bouw (Visscher e.a. 2018).