In this paper we investigate how a combination of "speculative" design methods can be used to generate theoretical understandings for dynamic, colour-changing fabrics for garments. Specifically, we combine a first-person, autobiographical, research through design (RtD) approach that draws strategies from speculative design. We call this approach alternative presents, inspired by the work of James Auger, and explore it as a way to generate theoretical propositions for dynamic fabric that emphasize the lived experience over technological innovation. The contributions of this framing are twofold. Firstly, we offer a theoretical contribution to the literature on dynamic fabric. Secondly, we make a methodological contribution for how autobiographical design and RtD can be oriented speculatively to generate intermediate knowledge, with particular emphasis on social-technical aspects.
This investigation explores relations between 1) a theory of human cognition, called Embodied Cognition, 2) the design of interactive systems and 3) the practice of ‘creative group meetings’ (of which the so-called ‘brainstorm’ is perhaps the best-known example). The investigation is one of Research-through-Design (Overbeeke et al., 2006). This means that, together with students and external stakeholders, I designed two interactive prototypes. Both systems contain a ‘mix’ of both physical and digital forms. Both are designed to be tools in creative meeting sessions, or brainstorms. The tools are meant to form a natural, element in the physical meeting space. The function of these devices is to support the formation of shared insight: that is, the tools should support the process by which participants together, during the activity, get a better grip on the design challenge that they are faced with. Over a series of iterations I reflected on the design process and outcome, and investigated how users interacted with the prototypes.
European roadmap for e-learning RTD in support of higher education and life long learning for the coming ten years. Deliverable 1, produced within the e-LearnTN project under the fifth Framework Programme of the European Commission.
n 2022 bewoog slechts 44 procent van de Nederlanders voldoende en in 2019 bewoog nog 49 procent voldoende en dat is een serieus probleem (Bron: RIVM). Daarnaast wordt gamen te erg geassocieerd met lui op een stoel zitten, dit willen we veranderen door meer beweging te creëren in het gamen. Daarom hebben we een prototype ontwikkeld waarbij augmented reality (AR) is geïntegreerd in de sport kickboks. Doordat twee mensen tegenover elkaar staan met een AR-bril op zien ze elkaar door de bril met een virtuele display ertussen. Hierdoor is het mogelijk om tegen elkaar te sparren zonder dat er fysiek contact bij komt kijken. De kickboksers zien bij elke stoot die ze uitdelen een virtueel effect, waardoor het de ervaring geeft alsof ze de persoon die tegenover hen staat echt raken. Deze technologie opent nieuwe deuren voor zowel beginners als gevorderde kickboksers. Voor beginners biedt het een veilige en laagdrempelige omgeving om de basisprincipes van de sport te leren, zonder de angst voor fysieke confrontatie. Voor gevorderden biedt het een geavanceerde manier om hun techniek te verfijnen, aangezien de ingebouwde bewegingssensoren feedback geven over de precisie en kracht van hun slagen. De potentie van dit prototype om de drempel voor sportdeelname te verlagen en tegelijkertijd de kwaliteit van de training te verbeteren, is enorm. Met deze innovatie hopen we niet alleen individuen aan te moedigen om actiever te worden, maar ook een verschuiving teweeg te brengen in hoe we denken over beweging, technologie en de toekomst van sport.
Trainers/coaches van sporttalenten hebben een complexe taak. Sporttalenten moeten hard trainen om de volgende stap te maken in hun sportcarrière of om de aansluiting bij de top te halen. Complexe taken waarmee de trainer te maken krijgt zijn onder andere: het vinden van de juiste balans tussen techniek, tactiek, mentale en andere trainbare factoren; stellen van grenzen aan fysieke en mentale vermogen van sporters; afstemmen op pieken in groei, lichamelijke en mentale ontwikkeling; bepalen van trainingsbelasting in relatie tot (individuele) belastbaarheid; afstemmingsproblemen tussen studie, sport en privéleven. Het risico van een disbalans tussen belasting en belastbaarheid is continu aanwezig met alle negatieve gevolgen van dien. Hierbij valt te denken aan sportblessures, niet optimaal presteren als gevolg van over- of ondertraining of drop out. Om goede sturing te kunnen geven aan dit proces, monitoren veel trainers de individuele belasting en belastbaarheid van hun sporters. Echter ontbreekt het hen aan de kennis, knowhow en tijd om de verzamelde data te verwerken, te interpreteren en om te zetten naar onderbouwde trainingsaanpassingen. Deze handelingsverlegenheid van trainers/coaches is vertaald naar de volgende onderzoeksvraag die centraal staat in het huidige RAAK-project: Hoe kunnen trainers/coaches beter toegerust worden om een optimale balans tussen individuele belasting en belastbaarheid van sporttalenten te realiseren met gebruikmaking van feedback van trainingsdata en trainingssturing. In dit project gaan we, mede op basis van input van trainers/coaches, een scholing ontwikkelen ter bevordering van trainingssturing. Parallel hieraan wordt een feedback dashboard ontwikkeld (Coach in Control dashboard) dat data van individuele sporter geautomatiseerd en betekenisvol rapporteert, visualiseert en beschikbaar maakt voor trainers/coaches. Dit gebeurt in de context van de cyclische sporten waarbij de casus plaatsvindt binnen het langebaanschaatsen en shorttrack. De trainers/coaches worden doorlopend actief betrokken bij de ontwikkeling en het testen van prototypes van de scholing (blended) en het feedback dashboard.
In dit onderzoek ontwikkelen we een online leeromgeving voor interactie tussen zorgprofessionals en patiënten met chronische pijn. De aanleiding voor dit onderzoek zijn verzoeken van zorgprofessionals: in hun gesprek met patiënten komt men veelal niet tot overeenstemming over de oorzaken van die chronische pijn. Een dergelijke overeenstemming is echter noodzakelijk voor een succesvol behandelingstraject. Behandelaars geven aan dat veel patiënten terughoudend zijn in het bespreken van de psychologische en sociale oorzaken van hun pijn en de beperkingen die zij daarbij dagelijks ervaren. Patiënten weerleggen bijvoorbeeld voortdurend de ‘beschuldiging’ van zorgprofessionals dat hun klacht ‘tussen de oren’ zou zitten. Dit is een voorbeeld van een patroon in de interactie over chronische pijn. Het blijkt dat de zorgprofessional vaak onvoldoende inzicht heeft in de manier waarop patiënten met chronische pijn communiceren en de effecten van de eigen communicatiepraktijken. Hierdoor sluit de zorgprofessional te weinig aan bij deze doelgroep. Gevolg hiervan is dat er onvoldoende contact gemaakt wordt met de patiënt. Dit leidt er mogelijk toe dat de doeleinden van de behandeling niet gehaald worden. Dat kan beter: de zorgen van een patiënt over het gesprek kunnen onderdeel worden van dat gesprek. Online leeromgevingen voor het oefenen van deze gesprekken kunnen daarbij van pas komen. Behandelaars geven namelijk aan dat ze bij voorkeur tijds- en plaatsonafhankelijk leren. Deze behoefte is versterkt door de maatregelen tijdens de Coronapandemie. Bovendien blijkt uit onderzoek dat een dergelijke omgeving geschikt is voor het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden en door gebruikers/lerenden ook als waardevol wordt beschouwd. In dit onderzoek verkennen we de voorwaarden waaraan een online leeromgeving voor de doelgroep ‘behandelaars van patiënten met chronische pijn’ moet voldoen. Daarnaast exploreren we de knelpunten in interactie tussen behandelaars en patiënten met chronische pijn, zodat we kunnen aangeven welke kansen er zijn tot verbetering van de gesprekken.