Nederlandse tuinbouwsector heeft een prominente positie. Om deze positie te behouden en te verstevigen, is human capital nodig én moeten publieke en private partijen samenwerken om tot innovatieve oplossingen te komen. Daarom voert het lectoraat HRM van Inholland in samenwerking met het lectoraat Duurzame Talentontwikkeling van de Haagse Hogeschool twee onderzoeken uit in de Greenport West-Holland op het thema “De mens in Innovatie”. De publiek-private krachten worden gebundeld in fieldlabs of learning communities. Deze samenwerkingen kunnen allerlei namen hebben en ook diverse innovatieve oplossingen bieden. In dit project gaan we op zoek naar hoe je ervoor kunt zorgen dat deze oplossingen uit dergelijke samenwerkingen kunnen worden verduurzaamd. We hebben twaalf factoren geïdentificeerd en deze in een tool verwerkt. De bijlagen zijn te vinden op: https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/kenniscentra/projectdetails/groensector-in-verandering-greenport-west-holland
Uit het vooronderzoekvan het project Duurzamelearning communities: Oogstenin de Greenportblijkt dat12 factorenhierbijvan belangrijk zijn. Deze succesfactoren staan centraal in de interactieve tool Seeds of Innovation. Ook komen uit het vooronderzoek, aangevuld met inzichten uit de literatuur en tips om de samenwerking door te ontwikkelen en meer gebruik te maken van de opbrengsten 12 succesfactoren met toelichting, belangrijkste bevindingen en tips voor ‘hoe nu verder’, Poster, Walk through, De app die learning communities helptde samenwerkingnaareenhogerplan te tillenen innovatieveopbrengstenoptimaalte benutten.
MULTIFILE
Wereldwijd schieten ze als paddenstoelen uit de grond: living labs. Deze ‘levende laboratoria’ zijn er in alle soorten en maten. Meestal wordt het lab gezien als een onderzoeks- en ontwikkelomgeving om een probleem met verschillende partijen op een innovatieve manier op te lossen. De thema’s van de labs variëren van het ontwerpen van de lichtste boot of de snelste (zonne)auto tot het opnieuw inrichten van een havengebied, halvering van koolstof-uitstoot van het goederenvervoer in steden, nieuwe zorgconcepten of het versterken van de lokale democratie. Wat iemand van het meedoen aan een living lab zou kunnen leren wordt uitgelegd aan de hand van een living lab waaraan de auteur zelf als deelnemer drie keer heeft meegedaan, Aalto Camp for Societal Innovation (ACSI).
Dit lectorenplatform richt zich specifiek op vakoverstijgend onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie. Deelnemers aan het lectorenplatform beschouwen de opbloeiende, interdisciplinaire praktijken van wetenschappers en kunstenaars als een inspiratiebron voor de vernieuwing van het funderend en hoger onderwijs. Om deze vernieuwing te realiseren moeten vanuit verschillende vakgebieden hands-on-ervaringen en onderzoekservaringen gecombineerd worden. Hierdoor komen leerlingen en studenten vanuit verschillende kennisdomeinen in samenwerking tot nieuwe manieren van leren en probleemoplossen. De ambitie van dit platform is om praktijkbeoefenaars, wetenschappers en docenten uit verschillende sectoren en disciplines bijeen te brengen. De NWA-route ‘Kunst: onderzoek en innovatie in de 21ste eeuw’ roept nadrukkelijk op tot investering in dergelijke platformen: “Het primair vernieuwende in deze route is dat partijen uit het kunstendomein: kunstenaars en ontwerpers, de sociale, geestes‐ en natuurwetenschappen, het kunstvakonderwijs, culturele bedrijven en de creatieve industrie zich met elkaar verbinden en inzetten op een gezamenlijke onderzoeksagenda. [...]" (Borgdorff, et al., 2016, p. 3). In het lectorenplatform staat niet alleen vakintegratie centraal, maar draait het ook om een actualisering van de leerinhouden van de kunst- en bètavakken: kunst kan heel analytisch zijn en bèta creatief, en kunst en bèta kunnen elkaar in onderlinge interactie versterken. Het lectorenplatform wil dus ook bestaande ideeën en beeldvorming rond kunsteducatie en wetenschap-/techniekonderwijs ter discussie stellen, en daarmee een impuls geven aan curriculumvernieuwing: van funderend tot beroepsonderwijs. Om onderzoek naar onderwijs op het snijvlak van kunst, wetenschap en technologie te bevorderen en binnen verschillende sectoren dit onderzoek op de agenda te zetten, richt het platform zich op drie themalijnen die aan de basis van de onderzoeksagenda staan: (1) professionele kunst- en ontwerppraktijken, (2) funderend onderwijs en (3) beroepsonderwijs. De themalijnen vormen de leidraad voor te initiëren onderzoek en activiteiten als het opzetten van een thematische online database met good practices en de organisatie van designathons waarin deelnemers uit verschillende disciplines de interdisciplinaire praktijk actief beleven.