This study links self-concept and place attachment to generate a better understanding of travel behavior patterns by migrant populations, in this case, Western professional migrants who live in the Hong Kong and Macau Special Administrative Regions of China. Five discrete Western professional migrant groups are identified, each with different demographic profiles, travel patterns, propensity, and intensity. The findings challenge the view that migrant populations are homogenous and also challenge the widely held notion that home return travel is their dominant mobility pattern. Conceptual and managerial implications of migrant travel behavior for destination marketers are briefly outlined.
LINK
Menig schoolkind houdt zich hier dagelijks mee bezig: het vervoegen van werkwoorden en het plaatsen in de verleden en de voltooid verleden tijd. Is het niet bijzonder om het werkwoord leren in de verleden en de voltooid verleden tijd te plaatsen als de tendens in de huidige samenleving is om een leven lang te leren? Heeft iemand ooit gesproken over een Geleerde Organisatie in plaats van een Lerende Organisatie? Dit taaltechnische fenomeen staat naar mijn mening haaks op de huidige nadruk van kennisontwikkeling, waarbij ontwikkeling door mij vertaald wordt met leren. Een vorm van leren die mijn speciale belangstelling heeft is het concept van Self-Directed Learning.
DOCUMENT
Background: The aim of this study is to validate a newly developed nurses' self-efficacy sources inventory. We test the validity of a five-dimensional model of sources of self-efficacy, which we contrast with the traditional four-dimensional model based on Bandura's theoretical concepts. Methods: Confirmatory factor analysis was used in the development of the newly developed self-efficacy measure. Model fit was evaluated based upon commonly recommended goodness-of-fit indices, including the χ2 of the model fit, the Root Mean Square Error of approximation (RMSEA), the Tucker-Lewis Index (TLI), the Standardized Root Mean Square Residual (SRMR), and the Bayesian Information Criterion (BIC). Results: All 22 items of the newly developed five-factor sources of self-efficacy have high factor loadings (range .40-.80). Structural equation modeling showed that a five-factor model is favoured over the four-factor model. Conclusions and implications: Results of this study show that differentiation of the vicarious experience source into a peer- and expert based source reflects better how nursing students develop self-efficacy beliefs. This has implications for clinical learning environments: a better and differentiated use of self-efficacy sources can stimulate the professional development of nursing students.
DOCUMENT
INLEIDING: De Hogeschool Utrecht heeft op basis van praktijkgericht onderzoek een innovatief modulair bouwconcept (#SELFIECIENT) ontwikkeld. Met diverse gestandaardiseerde modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT kan eenvoudig een bouwgevel worden samengesteld, en daarmee een gehele woning. Met behulp van deze SIA RAAK TAKE OFF subsidie wordt dit concept nu door enkele ondernemende studenten omgezet naar een marktwaardig product. HET PROBLEEM: #SELFIECIENT tackelt drie belangrijke uitdagingen in de huidige bouwsector / gebouwde omgeving op een nieuwe en innovatieve wijze, te weten 1) de ontwikkeling van circulaire en klimaat neutrale woningen, 2) de ontwikkeling van betaalbare woningen en 3) de ontwikkeling van flexibele / adaptieve woningen. DE OPLOSSING: De oplossing voor bovengenoemde uitdagingen ligt in het industrieel vervaardigen van modulaire bouwdelen op basis van circulaire materialen, die de realisatie van een comfortabele, betaalbare, klimaat neutrale en adaptieve woning garanderen = #SELFIECIENT. DE INNOVATIE: De modulaire bouwdelen van #SELFIECIENT hebben de volgende innovatieve eigenschappen. 1) Revolutionair is het ontwikkelen van geïntegreerde multifunctionele bouwdelen die in diverse marktsegmenten toegepast kunnen worden; 2) Schaalbaarheid door middel van (open source) standaardisatie en de mogelijkheid van hergebruik. 3) Industrialisatie van het productieproces van de modulaire bouwgevels waardoor goedkoop en milieuvriendelijke kan worden geproduceerd; 4) Vanuit externe industrieën zoals o.a. de ICT en duurzame energie sector ontstaan nieuwe producten die kunnen worden geïntegreerd in woning en die leiden tot nieuwe businesscases en exploitatie modellen. Voorbeelden zijn gedistribueerde IT-servers en lokale accu opslag systemen. MARKTANALYSE / VERDIENMODEL: De modulaire bouw elementen kennen een brede toepasbaarheid, waardoor er een groot marktpotentieel is. Voorbeelden zijn woningrenovatie, nieuwbouw, de toenemende vraag naar levensloopbestendige woningen, woningen voor vluchtelingen, en renovatie van kantoorpanden. Slechts een miniem marktaandeel in de renovatie of nieuwbouw betekent al een omzet van meer dan miljoenen euro’s. Er zijn zover bekend geen andere aanbieders van gelijksoortige producten op de markt. Het te verwachten verdienmodel is gebaseerd op de verkoop van de modulaire bouwdelen of een leen/lease exploitatie van de modulaire bouwdelen. DOEL VAN HET PROJECT / BUDGET (39900€): Het doel van het project is drieledig: 1) het uitwerken van het ontwerp van de modulaire bouwdelen op basis van eerdere ontwerpen en ideeën uit praktijkgericht onderzoek (14960€); 2) het maken van een proof-of-principle van het modulaire bouwdeel (13320€); 3) het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie (8560€); en 4) het versterken van de entrepreneurial skills (3060€.). PROJECT TEAM: Een sterk team is gevormd om dit modulaire bouwconcept door te zetten naar een bijzonder bedrijf. Het team bestaat uit 3 ondernemende studenten, onderzoekers en lectoren verbonden aan het lectoraat Nieuwe Energie in de Stad, docenten van de opleiding werktuigbouwkunde en bouwkunde, en een ervaren entrepreneur. De studenten zijn al vroeg tijden hun opleiding gespot als bijzonder initiatiefrijk, gedreven en ondernemende studenten. Het studententeam bestaat uit een goede mix van werktuigbouwkunde, bouwkunde en technische bedrijfskunde.
Chronische gewrichtsaandoeningen zijn veelvoorkomende aandoeningen waarmee patiënten bij de fysiotherapeut of oefentherapeut komen. Aandoeningen zoals artrose en reuma veroorzaken problemen in het dagelijks functioneren vanwege pijn en verminderde mobiliteit. Genezing is vaak niet mogelijk, maar het bevorderen van zelfmanagement kan verergering voorkomen. Oefentherapeuten en fysiotherapeuten spelen een centrale rol in het ondersteunen van zelfmanagement bij patiënten met gewrichtsaandoeningen. De inzet van online toepassingen, waaronder mobiele applicaties, en online platforms, die gericht zijn op het bevorderen van zelfmanagement (in dit voorstel gedefinieerd als Behavioral Intervention Technologies: BITs) kunnen patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen ondersteunen. Echter, voor veel professionals is het onduidelijk hoe BITs kunnen worden ingezet om zelfmanagement te vergroten en hoe dit gecombineerd kan worden met fysieke begeleiding. Daarom onderzoeken we in dit tweejarige project de manier waarop oefen- en fysiotherapeuten coaching op zelfmanagement via BITs kunnen vormgeven. In werkpakket 1 brengen we met een review, observaties en een concept mapping in kaart welke elementen en randvoorwaarden van BITs belangrijk zijn voor het bevorderen van zelfmanagement. Zodra we inzicht hebben in deze elementen en randvoorwaarden wordt in co-creatie met stakeholders toegewerkt naar beroepsrollen en beroepscompetenties die voorwaardelijk zijn voor het gebruik van BITs. Met de input van deze onderzoeksactiviteiten ontwikkelen we samen met de doelgroep de AmSOS methodiek die professionals helpt bij het gebruik van BITs om zelfmanagement te bevorderen bij patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen (WP2). Om te bepalen in hoeverre de methodiek bruikbaar is in de praktijk wordt in WP3 een haalbaarheidsstudie opgezet waarbij 25 eerstelijnsfysio- en/of oefentherapiepraktijken de AmSOS methodiek gaan gebruiken in de behandeling van patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen. Omdat gewrichtsaandoeningen een substantieel onderdeel zijn van de curricula, maar tegelijkertijd weinig aandacht wordt besteed aan technologie en zelfmanagement, ontwikkelen we in WP4 een onderwijsmodule voor scholing van studenten en praktiserende oefen- en fysiotherapeuten.
Grote groepen Nederlanders zijn afhankelijk van overheidshulp bij hun schulden of re-integratie. Zij doen een beroep op sociale voorzieningen, maar vallen helaas vaak uit. Dat komt mede door de grote stress die deze inwoners ervaren. De stress maakt dat mensen slechter in staat zijn te doen wat nodig is om uit de problemen te komen. Het besef dat chronische stress negatief doorwerkt op het vermogen van cliënten om doelen te realiseren vormt de basis van stress-sensitief werken (SSW). SSW is theoretisch uitgewerkte aanpak waar een groot aantal organisaties mee aan de slag is. De praktijk worstelt echter met een gestructureerde aanpak in de lokale context én de praktische uitwerking van de verschillende bouwstenen. Met dit consortium willen we daar een bijdrage aan leveren door structuur te bieden aan de hand van een gevalideerd self-assessment en handvatten geven voor verdere invoering van SSW, in eerste instantie bij de bouwstenen communicatie en inrichting. Het self-assessment helpt de organisaties te beoordelen waar ze nu als organisatie staan en welke kansen er nog zijn om verder te ontwikkelen. Met de handvatten voor de bouwstenen communicatie en inrichting willen we komen tot een handelingswijze om ook echt ontwikkelstappen te kunnen zetten. Met andere woorden, wat is nodig aan kennis, vaardigheden en ondersteuning om SSW verder in te voeren? Het consortium bestaat uit uitvoeringsorganisaties binnen het sociale domein, MKB’ers met kennis over communicatie en inrichting en de Hogeschool Utrecht. Daarnaast sluiten we met dit project aan bij een bestaande leerkring rondom SSW.