Full text via link. Werken in multidisciplinaire wijkteams zal naar verwachting leiden tot fricties en onduidelijkheden over ethische vraagstukken. Tijd en ruimte voor ethisch beraad zijn nodig om de sociale professional houvast te bieden voor het nemen van verantwoorde beslissingen.
LINK
Voor hen die het welzijnswerk (c.q. het sociaal domein) een warm hart toedragen is er goed nieuws. Een groeiend aantal evaluaties wijst uit dat de inzet op preventie van het welzijnswerk in de regel positieve effecten heeft op iemands gezondheid of goedkoper is dan een alternatieve inzet. In deze studie bekijken we de effecten van verschillende typen welzijnswerk (sociale wijkteams, schuldpreventie, jongerenwerk, ouderenwerk, collectieve interventies en sociaal ondernemerschap). Dit is een uitbreiding van een eerdere literatuurstudie (de Lange, Rözer, Huber, & Veldboer, 2021). Hiervoor hebben we organisch naar literatuur gezocht. In een overkoepelende rapportage vatten we de resultaten samen en bieden we een bredere blik (Rözer, Veldboer, & de Lange, 2022).
De onderzoeken brengen een drietal terreinen in beeld: 1. Meer duidelijkheid over taakafbakening van deze teams en een duidelijker mandaat als het gaat om zelfstandig handelen. Diverse onderzoeken schetsen het beeld dat de precieze inzet en institutionele inbedding van wijkteams onduidelijk is. Er is sprake van veel onuitgewerkte aannames die betrekking hebben op nieuwe werkwijzen terwijl de uitvoeringspraktijk en de gevolgen voor burgers een blinde vlek blijven. 2. Zorg voor een leercultuur binnen de teams: tijd en ruimte voor reflectie en kennisontwikkeling. Lang niet in alle gevallen gaat deze herordening van het professionele veld gepaard met voldoende tijd en ruimte voor reflectie en kennisontwikkeling. Een belangrijk knelpunt is gelegen in de vraag of en hoe lokale buurtkracht door de teams wordt vormgegeven. Hoe wordt de beweging van individuele vraag naar een meer collectieve aanpak in de wijk ingezet? Het bevorderen van een ‘leercultuur’ en het ontwikkelen van nieuwe kennis komt lastig van de grond. Op welke wijze wordt lokaal nagedacht over vormen van deskundigheidsbevordering en inhoudelijke coaching van deze teams? 3. Neem de aansturing van deze teams serieus. Welke rol is er weggelegd voor teamleiders? Of wordt er van uitgegaan dat de nieuw gevormde teams deskundig genoeg zijn om deze ontwikkelopdracht zelfstandig op te pakken? De diverse knelpunten en de complexe lokale context roepen de vraag op welke rol teamleiders hebben of kunnen hebben ten aanzien van de aansturing van deze teams en de innovatieagenda die ermee verbonden is. Opvallend is dat naar dit sturingsvraagstuk in de hier aangehaalde onderzoeken weinig aandacht uit gaat. Goede coaching van deze teams blijkt evenwel zeer noodzakelijk gelet op de ontwikkeling van nieuwe integrale werkwijzen en het bevorderen van interprofessioneel handelen.
Werken in sociale wijkteams vraagt om integrale aanpak van professionals die zowel wat betreft niveau (mbo/hbo/wo) als vakinhoud (zorg/onderwijs) diverse achtergronden hebben. Daarvoor zijn zowel vakspecifieke competenties nodig, alsook vaardigheden om verbindingen te leggen tussen werelden van onderwijs en zorg, en in wijkteams rondom kind en gezin effectief en resultaatgericht samen te werken. Opleidingsprogramma’s in mbo, hbo en wo voor pedagogiek en educatie zijn nog onvoldoende toegerust om studenten voor te bereiden op deze integrale werkwijze. Geïnspireerd door CDKM en de Nijmeegse beweging Ieder Talent Telt willen onderwijsinstellingen in onze regio daarom de samenwerking van docenten/studenten van verschillende opleidingen en onderzoekers bij grootstedelijke thema’s in het sociale domein bewerkstelligen. Ze zoeken naar mogelijkheden om via projectonderwijs rijke leeromgevingen in te richten waarin studenten multilevel en interdisciplinair leren samenwerken, in verbinding met professionals in het onderwijs, de zorg en de gemeente. Vanuit dit gedeelde urgentiebesef worden er binnen leerwerkplaatsen in Nijmegen gemeenschappelijke leeractiviteiten aangeboden die: • recht doen aan expertise en leerdoelen van studenten van verschillende opleidingen, • invulling geven aan de maatschappelijke opdracht die opleidingen/instituten willen vervullen (zoals verwoord in de strategische agenda van CDKM Nijmegen), • verbindingsmogelijkheden tussen opleidingen verkennen, door te kijken naar doorgaande lijnen in curricula, eindtermen, entree-eisen, om zo de doorstromingsmogelijkheden van studenten te bevorderen, • als voorbereiding kunnen dienen voor deelname aan multi/inter/transdisciplinaire teams in het werkveld van zorg en onderwijs. Het onderzoek betreft de volgende vragen: 1. Wat is de perceptie van studenten, docenten en wijkprofessionals op interdisciplinair en multilevel leren in de context van het sociale domein? 2. In welke mate zijn studenten van verschillende opleidingen succesvol in het behalen van hun leerdoelen in deze onderwijsvorm, zowel op het gebied van vakspecifieke als generieke kennis en vaardigheden?
In dit project werkt het Windesheimlectoraat Innoveren met Ouderen samen met het Inhollandlectoraat Gezondheid en Welzijn van Kwetsbare Ouderen, UNO-UMCG, Alzheimer Nederland-afdeling IJssel-Vecht, V&VN en zorgorganisaties Carintreggeland en Cordaan aan de beantwoording van de onderzoeksvraag: Op welke wijze kunnen wijkverpleegkundigen en casemanagers hun aanpak van onbegrepen gedrag bij thuiswonende niet-westerse migranten met dementie verbeteren? Met het project beogen de projectpartners kennis te vergaren waarmee wijkverpleegkundigen en casemanagers hun zorg voor migranten met dementie met onbegrepen gedrag en hun familieleden kunnen verbeteren. Deze verpleegkundigen kunnen deze kennis inzetten in hun werk binnen thuiszorgorganisaties. Via de partners komt de kennis ten goede aan een breder werkveld zoals gezondheidscentra, verpleeghuizen, sociale wijkteams en aan het verpleegkundige en social work-hoger beroepsonderwijs. Wijkverpleegkundigen en casemanagers zorgen steeds vaker voor niet-westerse migranten met dementie en hun mantelzorgers. Onbegrepen gedrag zoals agressie of apathie komt veel voor bij mensen met dementie. De beroepsgroep weet niet hoe dit onbegrepen gedrag bij niet-westerse migranten met dementie in de thuissituatie goed aan te pakken. Onbegrepen gedrag vermindert de kwaliteit van leven van de oudere migrant en van mantelzorgers en bekort de volhoudtijd van de mantelzorgers. Dit laatste kan leiden tot (versnelde) verpleeghuisopname. De verpleegkundigen hebben in deze context behoefte aan nieuwe kennis en een ondersteunende methodiek bij de aanpak van onbegrepen gedrag bij thuiswonende migranten met dementie. De onderzoeksmethode betreft participatief ontwikkel- en evaluatieonderzoek in 3 deelstudies: (1) 4 Casestudies (regio’s Twente en Amsterdam) (2) Ontwikkelen van een methodiek (3) Proefimplementatie (2 regio’s). Resultaten: a. Inzichten vervat in 1 wetenschappelijk artikel en 2 vakpublicaties. b. Methodiek die verpleegkundigen ondersteunt bij de aanpak van onbegrepen gedrag van thuiswonende migranten met dementie: (-) handreiking, (-) blended-learning gericht op formeel en informeel leren, (-) implementatieplannen voor verpleegkundige praktijk- en beroepsonderwijs. c. Beproefde methodiek, geïmplementeerd in 2 zorgorganisaties (2 regio’s).
Het Raak-Pro-project “Shared decision making in zorgnetwerken van ouderen met dementie” heeft inzichten en producten opgeleverd over gezamenlijke besluitvorming in complexe situaties: o.a. een theoretisch model; een competentiebeschrijving voor professionals; een concept-trainingsmodule; een prototype webtool ter ondersteuning van gezamenlijke besluitvorming; en een stappenplan inclusief verantwoording van gezamenlijke besluitvorming voor professionals. Deze producten worden gebruikt in de Windesheim-opleiding verpleegkunde en in de beroepspraktijk van casemanagers dementie, wijkverpleegkundigen en leden van sociale wijkteams. Duurzame implementatie van de opgeleverde kennis en producten in praktijk, onderwijs en onderzoek vraagt om methoden die de competenties van professionals meetbaar verbeteren en een beroepspraktijk die ruimte biedt voor oefensituaties, feedback en kenniscirculatie tussen praktijk, onderwijs en praktijkgericht onderzoek. De Top-up subsidie zet de projectgroep in voor de ontwikkeling van: 1. Trainingshandleiding (inclusief implementatiehandleiding) en trainingsmodule Gezamenlijke besluitvorming in complexe situaties. Te gebruiken: • In zorg en sociale hbo-opleidingen • In bij- en nascholing voor professionals 1. Assessment tool waarmee de kwaliteit van de professionele Gezamenlijke Besluitvorming kan worden gemeten 2. Format voor de inrichting van een proeftuin in de beroepspraktijk i.s.m. opleidingen Verpleegkunde en Sociaal Werk en het lectoraat Innoveren met Ouderen De projectleider ontwikkelt deze producten stapsgewijs, door herhaalde toetsing aan de praktijk en doorvoeren van aanpassingen.