Er is weinig bekend over de verschillen in de ondernemersprofielen van starters, overnemers en opvolgers. Als voorbereiding op een grootschalig onderzoek van de HU/KvK Nederland is de literatuur op dit gebied bestudeerd.
DOCUMENT
In flexible education, recommender systems that support course selection, are considered a viable means to help students in making informed course selections, especially where curricula offer greater flexibility. However, these recommender systems present both potential benefits and looming risks, such as overdependence on technology, biased recommendations, and privacy issues. User control mechanisms in recommender interfaces (or algorithmic affordances) might offer options to address those risks, but they have not been systematically studied yet. This paper presents the outcomes of a design session conducted during the INTERACT23 workshop on Algorithmic Affordances in Recommender Interfaces. This design session yielded insights in how the design of an interface, and specifically the algorithmic affordances in these interfaces, may address the ethical risks and dilemmas of using a recommender in such an impactful context by potentially vulnerable users. Through design and reflection, we discovered a host of design ideas for the interface of a flexible education interface, that can serve as conversation starters for practitioners implementing flexible education. More research is needed to explore these design directions and to gain insights on how they can help to approximate more ethically operating recommender systems.
LINK
Aanleiding Er is weinig bekend over de verschillen in de ondernemersprofielen van starters, overnemers en opvolgers. Als voorbereiding op een grootschalig onderzoek van de HU/KvK Nederland is de literatuur op dit gebied bestudeerd. Literatuurstudie Er zijn 9 (wetenschappelijke) publicaties gevonden die ingaan op de verschillen tussen starters, overnemer of opvolgers. Bij gebrek aan directe studies zijn daarnaast 28 publicaties verzameld, die betrekking hebben op de slaag- en faalfactoren bij overname en opvolging. Vraagstelling Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen starters, overnemers en opvolgers en welke factoren verhogen de slaagkans bij overname en opvolging? Resultaten De uitkomsten uit de verschillende studies geven een vrij eenduidig beeld. Personen met meer werkervaring, ondernemers- en managementervaring, branchekennis en een hoger inkomen kiezen eerder voor overname dan het starten van hun eigen bedrijf. Daarbij valt op dat overnemers doorgaans hoger zijn opgeleid dan opvolgers, maar lager zijn opgeleid dan starters. Bij de entry keuze moeten we bedacht zijn op de verschillen per branche, want daar waar hoge toetredingsdrempels aanwezig zijn of de startkosten hoog zijn, daar is overname waarschijnlijker dan starten. Ook meer specifieke ondernemerscompetenties zijn van belang voor het welslagen van een overname of opvolging, zoals een goede relatie met de verkoper, marktbewustzijn, flexibiliteit, doorzettingsvermogen en het kunnen leiden van veranderingen. Daarnaast zijn deze kenmerken van belang het realiseren van de financiering van een overname. Voorts spelen timing van de aankoop, het hebben van enig eigen kapitaal en de marktsituatie een rol van betekenis. Voor familieopvolging geldt dat opvolgers vanuit eigen interesse en alleen bij gebleken geschiktheid, goed opgeleid en met (externe) ervaring een grotere kans van slagen hebben. Van hen en van overnemers van een voormalig familiebedrijf wordt veel gevraagd bij veranderingen en vernieuwingen, daar bij familiebedrijven doorgaans grotere weerstanden bestaan tegen veranderingen.
DOCUMENT
CIRC B.V. heeft een prototype biovergister ontwikkeld die op kleine schaal, 50 kilogram organische afval per dag kan omzetten in groen gas, elektriciteit, warmte en hoogwaardige plantenvoeding. In dit prototype wordt als startercultuur koemest gebruikt, waardoor het drie weken duurt voordat het vergistingsproces opgestart is. Alternatieven, zoals startersculturen uit GFT installaties zijn alleen te koop als bulk materialen, waardoor leveranciers geen kleinere hoeveelheden willen leveren aan CIRC. In dit KiemGoChem project gaat de Hogeschool Utrecht in samenwerking met CIRC B.V. onderzoeken welke innovatieve starterculturen gebruikt kunnen worden en welke voorbewerkingsstap nodig is om het biovergistingsproces geschikt te maken voor organisch afval en bioplastics. Met als doel een geurloze, robuuste en betaalbare biovergister te ontwikkelen die geschikt is in de gebouwde omgeving. Kansrijke alternatieven worden getest in het laboratorium en een klantgericht strategisch businessplan wordt opgesteld. Het project wordt uitgevoerd door docenten, studenten en medewerkers van de Hogeschool Utrecht, Utrecht Science Park InnovatieLab Life Sciences & Chemistry en de startup CIRC B.V.
Hoe kunnen we startende leraren zo goed mogelijk begeleiden? Samen met vijf schoolbesturen van het Partnerschap Utrecht-Amersfoort doen onderzoekers van het lectoraat Werken in Onderwijs (Hogeschool Utrecht) hier onderzoek naar.
In een context van groeiend lerarentekort gecombineerd met vroegtijdige uitval van startende leraren, vormen de praktijkvragen van startende leraren, die als bevoegde beginnende leraren werken of als zij-instromer studeren, aanleiding voor voorgesteld project 'Goed beginnen met gedrag'. Deze vragen richten zich op ondersteuning hoe in de klas om te gaan met gedrag van leerlingen en op het vormgeven van klassenmanagement. Daarnaast heeft deze groep behoefte aan samen leren en aan feedback van experts en collega's. In het voorgestelde project werken het Windesheim-lectoraat ' Betekenisvolle en inclusieve leeromgevingen', het NHL Stenden-lectoraat 'Vitale vakdidactiek' en de pabo van de Windesheim Lerarenopleiding Basisonderwijs via Zij-instroom voor primair onderwijs samen met vijf schoolbesturen in Zwolle, Almere en Assen aan de volgende onderzoeksvraag: 'In hoeverre kan deelname aan Lesson Study (LS) een positieve bijdrage leveren aan het ondersteunen van startende leraren bij klassenmanagement- en gedragsvraagstukken?' LS is een aanpak waarin kleine lerarenteams collaboratief actiiviteiten ontwerpen, deze live uitvoeren, observeren, nabespreken, herontwerpen, waarna de cyclus zich herhaalt. Doelstelling van het project is om via LS gericht op klassenmanagement- en gedragsvraagstukken nieuwe kennis te verwerven over het hierin ondersteunen van startende leraren. Leraren en schoolbesturen kunnen deze kennis inzetten enerzijds in het dagelijks handelen in de klas en anderzijds in de inductie- en begeleidingstrajecten voor startende leraren georganiseerd door de scholen. Via de werkveld- en onderzoekspartners komt de kennis ten goede aan een breder werkveld en aan het onderwijs binnen en buiten de twee betrokken hogescholen. De beoogde resultaten van het project zijn: 1) een LS-aanpak voor startende leraren gericht op klassenmanagement- en gedragsvraagstukken, 2) kennis van successen en problemen bij implementatie van de LS-aanpak, 3) inzicht in de ervaren opbrengsten van de LS-aanpak, en 4) deelnemende starters voelen zich ondersteund en hebben kennisgemaakt met een aanpak die ze in hun verdere loopbaan kunnen blijven toepassen.