Een integrale ontwikkeling van stedelijk vernieuwingsbeleid verdient boven alle andere benaderingen de voorkeur. Tegelijkertijd lijkt nu juist deze vorm van beleidsontwikkeling een onbereikbaar doel. Welke mechanismen belemmeren dit streven naar integraal beleid en hoe kunnen beleidsmakers zich los maken van sectorale denkwijzen? Een nieuwe visie op bewonersparticipatie binnen interactieve beleidsvorming kan het pijlerdenken doorbreken.
MULTIFILE
Welk soortelijk gewicht heeft sociaal beleid, en aan welke dynamiek is het onderhevig? Hoe zwaar weegt het in het Haagse? Is het verbeteren van de sociale kwaliteit van onze samenleving een opdracht die opkan tegen het equivalent daarvan in de economische en fysieke sfeer? En is het soortelijk gewicht van sociaal beleid de afgelopen jaren gedaald? (Hebben stoffen eigenlijk altijd eenzelfde soortelijk gewicht? Zou water als het bevriest en ijs wordt een ander soortelijk gewicht krijgen?) In deze bundel wordt vanuit diverse hoeken stilgestaan bij het soortelijk gewicht van sociaal beleid. De teksten zijn geschreven en samengebracht als Liber Amicorum voor Wim Woertman, ter gelegenheid van diens afscheid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
DOCUMENT
Onzekerheid hoort bij het leven en - omdat er veel mensen in de stad wonen - ook bij het stedelijk leven. Dit zal niet minder worden en omgaan met onzekerheden is een grote opgave: voor bewoners, voor overheid, voor maatschappelijke instellingen, voor marktpartijen. Eerst wil ik ingaan op de onzekerheden om daarna de veranderingen in de stedelijke samenleving te bespreken. Waar kwesties zijn, daar is beleid en om deze reden zal ik iets zeggen over het gevoerde stedenbeleid en de dilemma's hierbij. Hierbij wil ik in het bijzonder ingaan op het stedelijk wonen. Dit leidt tot het formuleren van enkele voorwaarden voor de aanpak van de stedelijke problemen. En dit geeft op zijn beurt richting aan de prioriteiten van het lectoraat grootstedelijke ontwikkeling.
DOCUMENT
De opkomst van lichte elektrische voertuigen (LEV’s) in de stadslogistiek is een antwoord op zowel de vraag naar kleinschaliger en meer tijdkritische leveringen als de noodzaak van minder in plaats van meer emissies en ruimtegebruik door goederenverkeer in de stad. Om deze transitie te ondersteunen, doet de Hogeschool van Amsterdam samen met praktijkpartners en andere onderzoeksinstellingen onderzoek naar logistieke concepten en voertuiginnovaties die een rendabele inzet van LEV’s mogelijk maken. Door ervaringen met de (vaak experimentele) inzet van LEV’s te onderzoeken, blijkt ook welke ervaringen deze early adopters bij de inzet van LEV’s in het stedelijk verkeer en wat gemeenten vanuit hun rol als wegbeheerder kunnen doen om de inzet van LEV’s te faciliteren. Dit paper is gebaseerd op de evaluatie van twee experimenten met het gebruik van elektrisch ondersteunde vrachtfietsen - de CycleSpark CargoBikeXL bij Het Lokaal in Amers¬foort en CityServiceBike in Utrecht - en interviews met huidige stadslogistieke gebruikers van LEV’s in opdracht van de gemeente Amsterdam. Daarnaast hebben wij literatuur¬onderzoek gedaan naar de huidige regelgeving met betrekking tot de plaats op de weg van LEV’s en naar de mogelijkheden voor wegbeheerders om een beleid te ontwikkelen voor lichte elektrische vrachtvoertuigen. Uit deze onderzoeken blijkt dat een LEV een economisch aantrekkelijk alternatief is voor de bestelbus voor verschillende stadslogistieke toepassingen en dat LEV’s zich over het algemeen goed voegen in het stadsverkeer. Met name de opkomst van langere en bredere vrachtfietsen is echter een verkeerskundige uitdaging. Bovendien zouden bepaalde maat¬regelen, zoals ontheffingen voor het gebruik van voetgangersgebieden door LEV’s buiten venster¬tijden, het gebruik ervan nog aantrekkelijker kunnen maken. Omdat zowel de techniek als het gebruik van LEV’s zich sneller ontwikkelt dan beleid en regelgeving kan bijhouden, verdient het aanbeveling om ook als wegbeheerder deze maatregelen op experimen¬tele basis nemen. Door vervolgens deze experimenten goed te monitoren en evalueren, kunnen we leren hoe LEV’s het beste een plek kunnen krijgen in het stedelijk verkeer. Samenwerking tussen wegbeheerders en de logistiek sector, een goede monitoring en evaluatie van de experimenten en kennisdeling van de resultaten tussen wegbeheerders zijn daarbij essentieel.
LINK
Er is een nieuw hoera-begrip in beleidsland, te weten actief burgerschap. Het begrip is bezig een steile klim aan populariteit te maken en duikt na jarenlange afwezigheid terug in steeds meer beleidsstukken, nieuwsmedia en onderzoeksrapporten op. Het is het nieuwste medicijn om maatschappelijke uitdagingen te lijf te gaan. In internationale context gaat het dan om citizenship , in Nederlandstalig gebied om burgerschap, eigen verantwoordelijkheid of normen en waarden. Actief burgerschap is evenwel geen nieuwe uitvinding, maar duikt met enige regelmaat op in het denken over publieke dienstverlening. Bovendien leidt het frequente gebruik van de term niet automatisch tot duidelijkheid over wat er precies mee bedoeld wordt, noch tot een consensus over de wenselijkheid er een aangrijpingspunt voor beleid in te vinden. Er is sprake is sterke taalvervuiling en enige milieuzorg is dringend nodig. Nu de bandbreedte van lokaal beleid sterk toeneemt, is een consensus over inhoud en relevantie van burgerschap wenselijk. Deze publicatie vouwt het begrip actief burgerschap open en belicht de verschillende dimensies en aanknopingspunten voor beleid, met name het grotestedenbeleid in Eindhoven.
DOCUMENT
Weinigen zullen betwijfelen dat het nuttig is om onderzoek te gebruiken om de praktijk van sociaal werk te versterken. Een Europees congres eind 2009, met deelnemers uit sociaal werk onderzoek, beleid en praktijk, formuleerde bezorgdheid over het ondergebruik van de beschikbare resultaten uit sociaal werk onderzoek en de moeizame verhouding tussen wetenschap en praktijk. Het congres riep op om te komen tot een onderzoeksgerichte cultuur in sociaal werk praktijk. In dit artikel gebruiken we drie casestudies van stedelijk sociaal werk onderzoek om een nieuw aanvullend perspectief te ontwikkelen, namelijk dat van een praktijkgerichte cultuur in onderzoeksorganisaties.
DOCUMENT
There is an increasing awareness that the landscape around cities can contribute significantly to the well-being of urban citizens. Various studies and experiences in the Netherlands and other countries show that the combination of agriculture with care and education has great potential. The number of care farms has increased from 75 in 1999 to 500 in 2005. In urban areas, a diversity of groups can benefit from care farms or other types of social services in the rural area. It concerns among others, people with mental problems, with (chronic) psychiatric demands, with addiction problems, elderly, children with behavior and/or psychological problems and long term unemployed. The city of Amsterdam recognizes the unique and valuable qualities of the rural area and its potential for the well-being of its citizens. In and around Amsterdam various organizations have initiated innovative projects that connect urban demands with agricultural entrepreneurs. A transition to a new kind of agriculture and landscape contributing to health and well-being of urban citizens is possible.
DOCUMENT
In de komende 20 jaar ondergaat KnoopXL, het stedelijk gebied rond Eindhoven Centraal Station, een flinke transformatie. Het gebied moet een aantrekkelijk verblijfsgebied worden – met ruimte voor recreatie en ontmoeting. Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven en Fontys Hogeschool bekeken hoe dit een aangename plek kan worden waar verschillende groepen mensen zich thuis voelen. Conclusie: stedelijk groen (bomen en gras) zorgt voor positieve emoties en daarmee voor een positieve perceptie van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
LINK
Bedrijventerreinen worden vaak geassocieerd met leegstand, verloedering en verrommeling. Om van dit imago af te komen, riep de Taskforce (Her)structurering Bedrijventerreinen in 2008 op om de markt van bedrijventerreinen te gaan hervormen. Deze publicatie laat zien wat er de afgelopen jaren is gebeurd: bedrijventerreinen zijn op grote schaal geherstructureerd, de overheid speelt een andere rol en kijkt met een meer zakelijke blik op bedrijventerreinen, terwijl de rol van ondernemers en vastgoedeigenaren belangrijker is geworden. Lessen en toekomstig beleid De publicatie bespreekt welke lessen we de afgelopen jaren geleerd hebben op basis van kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar bedrijventerreinen en het gevoerde overheidsbeleid. Daarnaast vat het de inzichten samen die kunnen worden meegenomen in het formuleren van nieuw beleid voor de komende jaren. Hierbij is meer aandacht voor eigenaargebruikers van bedrijfsvastgoed en investeerders noodzakelijk, dienen ‘systeemfouten’ in de markt voor bedrijventerreinen gerepareerd te worden en is het de uitdaging om publiek geld op een ‘slimmere’ manier in te zetten. Met uiteenlopende bijdragen van onderzoekers en praktijkdeskundigen op het gebied van bedrijventerreinen is deze publicatie interessant voor iedereen die hierin inhoudelijk geïnteresseerd is. Op de eerste plaats voor beleidsadviseurs en bestuurders bij het Rijk, provincies en gemeenten, maar ook onderzoekers en adviseurs. De wisselwerking tussen beleid, de werking en uitkomsten van de vastgoedmark is bovendien ook relevant voor een breder publiek van ruimtelijke ordenaars en ruimtelijke economen.
LINK
In opdracht van de Gemeente Amersfoort is onderzoek gedaan naar het beleid en de praktijk van het aanmelden en toelaten van leerlingen voor het basisonderwijs. De doelstelling van dit onderzoek is om in kaart te brengen hoe het beleid en de praktijk van aanmelden en inschrijven eruit ziet op basisscholen in Amersfoort en of er daarbij sprake is van een gelijk speelveld voor ouders bij de wettelijke inschrijving van hun kind op 3-jarige leeftijd en bij zij-instroom.
DOCUMENT