In het nieuwste nummer van de Nieuwe Meso, het vakblad voor bestuurders en schoolleiders in het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het Focus-deel dit keer gewijd aan het opleiden van leraren. De gastredactie bestaande uit HvA-lector Marco Snoek, Fontys-lector Quinta Kools en de DNM-redacteuren Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin belichten het thema vanuit verschillende invalshoeken: de initiële lerarenopleidingen, ervaringen van startende leraren, en de wijze waarop de initiële lerarenopleiding en professionalisering van ervaren leraren kan samenkomen in professionele leergemeenschappen en in lesson studies. Daarbij gaan de verschillende artikelen in op de rol van schoolleiders en besturen bij het opleiden van nieuwe leraren en het ondersteuning van professionaliseren van ervaren leraren.Het focusdeel bevat bijdragen van verschillende HvA medewerkers: Marco Snoek, Evelien van Geffen, Tom van Eijck en Ed van den Berg.
Het belang van sport en bewegen voor een gezond en vitaal Nederland is overduidelijk voor de ‘believers’ in de kracht van sport. De sport heeft echter moeite om deze kracht daadwerkelijk aan te tonen in het politieke en publieke debat. Daarnaast zijn er nog veel (groepen van) burgers die niet of te weinig bewegen en een inactief leven leiden.
Leraren van de Montessori Scholengemeenschap Amsterdam (MSA) hebben binnen de grootstedelijke context te maken met grote uitdagingen ten aanzien van diversiteit en kansengelijkheid. Die uitdagingen vragen om duurzame veranderingen van praktijken en routines in een school en daarmee een gezamenlijke inzet van alle betrokkenen op team- en organisatieniveau. Het gezamenlijk vinden van antwoorden op die uitdagingen vraagt immers om het ontwikkelen en bundelen van kennis en expertise, met andere woorden om het met en van elkaar leren over grootstedelijke onderwijsvraagstukken. Dit vraagt om wezenlijke veranderingen in de wijze waarop leraren van en met elkaar leren. Om die veranderingen te initiëren is een integrale en systemische aanpak nodig waarin interventies worden doorgevoerd om leren op team- en organisatieniveau te stimuleren. De aanpak van dit praktijkprobleem vraagt om een herijking van het beroepsbeeld en –structuur door de leraar als teamspeler te profileren, om wezenlijke transities in de wijze waarop professionalisering van de leraar binnen MSA georganiseerd en uitgedragen wordt en om fundamentele veranderingen in de inrichting van de schoolorganisatie. Dat leidt tot de volgende hoofdvraag: Hoe kan ik interveniëren in een conventioneel schoolsysteem om het leren op team- en organisatieniveau te versterken teneinde bij te dragen aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling? Hierbij is de verwachting dat door veranderprocessen en weloverwogen interventies in gang te zetten die zowel de leraar als andere betrokkenen in een schoolsysteem ertoe aanzetten om in georganiseerde vorm met en van elkaar gericht te leren er een duidelijke leercontext gerealiseerd wordt waardoor de leeropbrengsten duurzame school- en onderwijsontwikkeling versterken. Doel van dit PD-traject is derhalve om een verschuiving te realiseren van individueel leren naar team- en organisatieleren binnen MSA waardoor leraren en andere betrokkenen binnen de school gezamenlijk effectiever vorm geven aan duurzame school- en onderwijsontwikkeling.
Veranderd landgebruik en klimaatverandering zetten de natuur onder druk en leiden steeds vaker tot maatschappelijke vraagstukken die om duurzame oplossingen vragen. Antwoorden liggen vaak in de natuur om ons heen, maar de vraag is hoe we die vinden terwijl de natuur door ons onder druk wordt gezet. Het voorgestelde lectoraat ‘Ecologische Wijs: Insecten & Maatschappij’ maakt via ecologisch en praktisch onderzoek aan insecten verbanden inzichtelijk tussen organismen en hun omgeving, en tussen mens, omgeving en natuur. Het voorgestelde lectoraat verbindt de educatieve kracht van Aeres Hogeschool Wageningen (AHW) met natuurwetenschappelijke onderzoek van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Deze verbinding zorgt voor synergie die nodig is om vooruitgang te boeken bij de transitie naar een maatschappij die duurzaam met natuur kan samenwerken. Het voordeel is tweeledig: onderwijs van AHW-studenten en hun toekomstige leerlingen in groen (V)MBO wordt verrijkt met het denken in verbanden en systemen terwijl fundamenteel onderzoek van het NIOO-KNAW sneller kan inspelen op praktijkvragen. De voorgestelde onderzoekslijn bestaat uit twee subthema’s: (1) het beheersen van insectenplagen en (2) het stimuleren van insectenbiodiversiteit. Hierbij snijdt het mes eveneens aan twee kanten: door biodiversiteit te bevorderen krijgen plaaginsecten minder kans, en door ecologische beheersing van plaaginsecten, kan biodiversiteit toenemen. De lector zal starten met onderzoek aan natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups. Deze insecten veroorzaken in toenemende mate overlast in Nederland door veranderd landgebruik en klimaat-gerelateerde factoren. Het NIOO-KNAW heeft de unieke mogelijkheid om het hele scala aan natuurlijke vijanden (gewervelden, ongewervelden en micro-organismen) systematisch te onderzoeken. Het tweede subthema richt zich op de vraag hoe vegetatiebeheer kan worden ingezet om insectenbiodiversiteit te stimuleren. Deze thema’s spreken naast een breed publiek ook een breed scala aan stakeholders aan. Met dit lectoraat worden dan ook veel kansen gecreëerd om ecologische kennis te ontwikkelen en benutten met de groene beroepspraktijk en beroepsonderwijs.
Werknemers en werkgevers in de Groen Grond Infra (GGI) sector krijgen een steeds grotere rol in de natuurinclusieve transitie binnen de agrarische sector en GGI. Deze groene transitie vereist verschillende soorten kennis, investeringen en inzet van loonwerkers. De betrokken loonwerkers moeten nu niet alleen taken uitvoeren maar ook meedenken over hoe die taken uit te voeren om bij te dragen aan de groene transitie. Een belangrijk onderdeel van deze verandering is dat werknemers als "change agents" gaan optreden. Dit betekent dat ze, dankzij hun kennis en houding, helpen om de groene transitie te realiseren. De GGI-sector omvat veel verschillende werkterreinen, zoals cultuurtechniek, agrarisch loonwerk en beheer van groene ruimtes. Om studenten op te leiden voor de arbeidsmarkt in deze diverse sector, is een nieuwe aanpak nodig. Deze aanpak moet de diversiteit van de sector bedienen en studenten stimuleren om een ondernemende en duurzame rol aan te nemen. Bedrijven, studenten, docenten, onderzoekers en andere betrokkenen gaan in een praktijkonderzoek een leeromgeving creëren die opleidt voor deze "change agents". In dit pilot-onderzoek werken studenten, bedrijven, een docent-onderzoeker, een practor en lector samen met vraaggestuurd onderwijs. Dit betekent dat de leerbehoeften van de studenten centraal staan, binnen kaders van duurzaamheid en natuurinclusiviteit. Het bedrijfsleven en het onderwijs faciliteren het leerproces, bewaken de kaders en reflecteren met de studenten op hun toekomstige rol als "change agents" in de GGI-sector. Het doel van dit pilot-onderzoek is dat studenten GGI(loonwerk) vaardigheden en tools ontwikkelen om mee te denken binnen de groene transitie. Door middel van interviews, Situational Judgement Tests en rubrics wordt inzicht verkregen in dit proces. De onderzoeksvraag is: Hoe kan vraaggestuurd onderwijs, vormgegeven door studenten, bedrijfsleven en Terra MBO, bijdragen aan een ondernemende houding bij GGI-studenten, zodat zij beter kunnen functioneren als "change agents" in toekomstbestendig loonwerk?