Rond 1980 werd personeelsontwikkeling in Nederland vooral geadopteerddoor een andere discipline, onderwijskunde, waardoor veel nadruk werd gelegd op bedrijfsopleidingen. Die werden gezien als ‘beroepsonderwijs in pocketformaat’: nascholing in cursusverband kreeg mede daardoor een dominante plaats binnen het geheel van HRD-praktijken(Thijssen, 2003). Sindsdien is er veel veranderd. De pas later ook in Nederland doorgebroken term Human Resource Development is daar een exponent van. De veelvormigheid van HRD-activiteiten is toegenomen net als het besef dat investeren in HRD noodzakelijk is. De meest ingrijpende contextuele verandering voor HRD-praktijken betreft de arbeidsmarktturbulentie die met name is ontstaan door de behoefte van organisaties aan personele flexibiliteit, waardoor lifetime employment een marginaal fenomeen is geworden. In verband daarmee is een omslag waar te nemen van een traditioneel naar een modern psychologisch contract, hetgeen met name inhoudt dat het initiatief en de verantwoordelijkheid voor ontwikkelingsinvesteringen niet meer zo zeer bij de arbeidsorganisatie ligt, maar primair bij het individu. Tegen deze achtergrond zal in het navolgende gedeelte worden ingegaan op drie HRD-deeldomeinen: loopbaanmanagement, talent management en management development. Daarbij wordt naast de betekenis van deze deeldomeinen aandacht besteed aan diverse ontwikkelingen in het recente verleden en aan enkele belangrijke agendapunten als verbinding naar de toekomst
DOCUMENT
Strategisch HRM van twee kanten bekeken. Ondanks alle literatuur, discussies, themabijeenkomsten, onderzoeken, trainingen en veranderingen in de rol van de personeelsafdeling, lijkt de strategische bijdrage van HRM maar niet van de grond te komen. Dit artikel geeft een overzicht van de inzichten uit wetenschap en consultancy en biedt een aantal aanknopingspunten om HR binnen organisaties te verbeteren.
DOCUMENT
Greenport West-Holland en de EconomicBoard Zuid Holland werken samen aan de ontwikkeling en uitvoering van een human capitalagenda (HCA) voor de provincie en de Greenport. Hiervoor wordt in juni –juli 2019 een Human CapitalAkkoord gesloten met meerdere sectoren waaronder de Greenport. Onderdeel van het akkoord is een gezamenlijke investering in een eerste pilot (2019 –2022) met een focus op van Werk naar Werk. Greenport West-Holland heeft aan de hand van de bestaande HCA van de topsector tuinbouw & uitgangsmaterialen, Techniek pact, Groen pact, ambities van Glastuinbouw Nederland, AVAG, handel en de inbreng vanuit de mooie voorbeelden in de regio (de pareltjes), individuele ondernemers en gemeenten een samenhangend pakket van interventies uitgewerkt. Deze interventies sluiten voor een groot deel aan op de EBZ pilot doelstellingen (VET), maar niet allemaal. De interventies maken zoveel mogelijk gebruik van bestaande oplossingen (pareltjes) die versterkt en verbonden worden.
DOCUMENT
Een nadeel van de toegenomen populariteit van talentmanagement is de grote mate van conceptuele onduidelijkheid (Collings & Mellahi, 2009). Op hoofdlijnen zijn er twee brede stromingen te onderscheiden (Visser, 2002). Binnen de eerste stroming ligt het accent op talent als zijnde een eigenschap. De tweede stroming richt zich vooral op de vraag wie er binnen een organisatie als een talent wordt beschouwd. Het hebben van talent staat hier dus niet gelijk aan het zijn van een talent. Dit artikel zet beide benaderingen helder tegen elkaar af.
DOCUMENT
Tijdschrift voor Human Resource Development met artikel van Teun van Aken (Lector Personeel en Arbeid. Fontys Hogeschool)
DOCUMENT
Ook binnen het human capital domein van organisaties wordt data-analyse steeds meer ingezet ten behoeve van evidence based besluitvorming, op zowel operationeel-, tactisch-, als strategisch niveau. Geïnspireerd door succesverhalen van organisaties die vele tientallen miljoenen aan besparingen hebben gerealiseerd, en tegelijkertijd de productiviteit en bevlogenheid van medewerkers hebben verbeterd, wordt People Analytics mainstream. Mede doordat de human capital kosten in organisaties (bv. recruitment, salaris, training, ziekteverzuim) gemiddeld ongeveer 60% van de totale organisatiekosten omvatten, is de potentiele invloed van People Analytics op het succes van organisaties aanzienlijk15. Bovendien is het human capital domein traditioneel een terrein waar veel data worden vastgelegd, denk bijvoorbeeld aan functionerings- en beoordelingsdata, data over trainingen en opleidingen, en salarisgegevens. Daarnaast zijn er buiten de organisatiegrenzen steeds meer social mediadata over potentiele medewerkers beschikbaar, die – uiteraard binnen de wettelijke en ethische kaders – gebruikt kunnen worden voor onder andere arbeidsmarktanalyse
DOCUMENT
Publicatie bij de rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt als lector HRM en Persoonlijk Ondernemerschap aan Hogeschool Inholland Haarlem op 11 oktober 2007 door dr. Petra Biemans.
DOCUMENT
Opleiden en leren zijn van strategisch belang voor arbeidsorganisaties omdat een duurzaam concurrentievoordeel niet langer te realiseren is op basis van bestaande producten, diensten en markten, maar alleen nog door middel van kennis. Weggeman (1997) verklaart de radicale wijziging in de betekenis van kennis door een verband te leggen tussen de globaliseringstendens en de als gevolg daarvan toegenomen druk op organisaties om concurrerend te zijn. Deze concurrentiestrijd kan door de hogelonenlanden alleen succesvol worden gevoerd als zij erin slagen voortdurend nieuwe producten en diensten aan te bieden die zich onderscheiden door hun hoge toegevoegde waarde. Om tegemoet te komen aan de eis van continue innovatie, is state of the art (technologische) kennis nodig.
DOCUMENT
Het menselijk kapitaal van een onderneming is een bepalende factor voor het succes van die onderneming. Human resource management is daarom essentieel voor de concurrerende kracht van een organisatie. Het is van belang dat HRM-strategieën één geheel vormen. Wanneer bedrijven in een veranderende omgeving opereren is het daarnaast belangrijk dat hun HRM-strategie beantwoordt aan het ideaal van ‘organizational agility’, oftewel ‘bedrijfsbehendigheid’. In deze studie onderzochten wij in hoeverre onder een steekproef van meer dan 1000 bedrijven in Noord-Nederland die gewenste coherentie herkend kan worden (gegroepeerd onder de noemers: scholing, organisatie van het werk en werving) en in de tweede plaats in hoeverre de gevonden indeling in HRM-strategieën overeenkomt met het ideaal van ‘bedrijfsbehendigheid’. Uit de resultaten blijkt dat de op basis van een factoranalyse gevonden factoren ‘Scholing’ en ‘Rekrutering’ min of meer overeenkomen met de genoemde indeling. Opvallend is echter dat als het gaat om kwalificatie-eisen en arbeidsvoorwaarden dit door de werkgevers niet onder de noemer ‘Rekrutering’ lijkt te vallen, in die zin dat zij de keuze daarvoor niet laten afhangen van een keuze voor of tegen het verruimen van de scope van hun wervingsactiviteiten. Deze genoemde strategieën worden door werkgevers veel meer afhankelijk gemaakt van hun keuzes wat betreft Arbeidsvoorwaarden, zoals wij de derde factor op basis van de factoranalyse hebben genoemd. Voorts wordt de keuze voor de strategieën met name door de verwachte personeelsvraag voorspeld en minder door branche en grootte. De implicaties van deze resultaten voor HRM-beleid worden besproken.
DOCUMENT