Deze rapportage omvat de evaluatie van de pilot Open Science Support Desk (OSSD). Het bemensen van de OSSD is een van de activiteiten die erop gericht zijn om de kwaliteit van het onderzoek dat uitgevoerd wordt in de faculteiten Gezondheid (FG), Bewegen, Sport en Voeding (FBSV) en Digitale Media en Creatieve Industrie (FDMCI) te ondersteunen in het kader van de SIA SPRONG subsidie Mensen in Beweging die in 2018 werd toegekend. Bij de OSSD kunnen Urban Vitality onderzoekers terecht voor individueel advies over kwantitatief en kwalitatief onderzoek, open science en over datamanagement. Deze evaluatie bestrijkt de pilotperiode tussen september 2019 en juni 2020. De evaluatie richt zich op:1. De mening van de gebruikers over de dienstverlening van OSSD;2. De motivatie van niet-gebruikers om geen gebruik te maken van OSSD;3. Het inventariseren van wensen van (potentiële) gebruikers voor OSSD diensten;4. Het geven van aanbevelingen voor de organisatie en toekomst van de OSSD diensten. GegevensverzamelingGegevens zijn verzameld m.b.v. twee verschillende vragenlijsten: Eén vragenlijst voor gebruikers van OSSD en één vragenlijst voor niet-gebruikers die wel tot de doelgroep horen.Daarnaast zijn gegevens gebruikt die in een excel databestand zijn bijgehouden over de dienstverlening, zoals aan wie waarover advies is gegeven en hoeveel tijd daaraan is besteed.ResultatenOSSD-gebruikers waren zeer tevreden over onze diensten en hoe deze werden geleverd. Iets minder hoog scoort de duidelijkheid van waarmee men bij de OSSD kan aankloppen. De onderzoekers die geen gebruik hadden gemaakt van de diensten van de OSSD wisten niet dat hij bestond, waarvoor ze bij de desk terecht kunnen, of hadden geen vragen. Een kanttekening is hierbij dat slechts een kwart van de niet-gebruikers de vragenlijst hebben ingevuld.Een meerderheid van de gebruikers en niet-gebruikers lijkt geïnteresseerd in deelname aan journal clubs, hulp bij literatuur zoeken en inloopspreekuren. Verder zijn onder OSSD-gebruikers de belangrijkste onderwerpen voor nieuwe dienstverlening journal clubs over statistiek, datavisualisatie, kwalitatieve analyse, kwalitatieve onderzoeksmethoden, kwantitatieve methoden en open science-tools. De belangrijkste taken voor de OSSD zijn volgens zowel gebruikers als niet-gebruikers advies, co-auteurschap en (data-) analytische ondersteuning. Conclusie De OSSD is geraadpleegd door ongeveer de helft van de potentiële gebruikers. De onderzoekers die advies hebben gekregen zijn (zeer) tevreden over de inhoud van de adviezen en over andere aspecten van de dienstverlening, zoals snelheid van reageren op vragen en de sfeer waarin de consultaties werden uitgevoerd. Daarnaast bestaat er een relatief grote groep die geen gebruik heeft gemaakt van de OSSD. De belangrijkste reden voor het niet gebruiken van de desk lijkt onbekendheid. Dit heeft mogelijk te maken met de huidige onduidelijke positie en inbedding van de OSSD. Aanbevelingen1. Formaliseer de OSSD binnen het Urban Vitality Center of Expertise (UV) of op faculteitsniveau2. Stroomlijn de rol van de OSSD in de procedures voorafgaand aan en na toekenning van subsidie en stem deze af met IXA3. Neem de 14 Open Science principes op in het UV-beleid4. Zorg er (middels beleid) voor dat de OSSD in een vroeg stadium bij nieuwe onderzoeksvoorstellen betrokken wordt5. Vervul tijdig de vacature die ontstaat voor een kwalitatief methodoloog6. Formaliseer de posities van privacy officer en informatiespecialist binnen OSSD7. Maak glashelder welke lectoraten de OSSD bedient8. Maak bij een promotieproject duidelijk welke verantwoordelijkheden liggen bij de verschillende instellingen die bij de promotie betrokken zijn9. Maak een toegankelijk content management systeem om inzicht te hebben in en te kunnen leren van lopend onderzoek10. Bespreek dit rapport en de aanbevelingen in de stuurgroepen van MiB en van UV en in het management van FG, FBSV en FDMCI.
DOCUMENT
For this exploratory study we aim to provide knowledge and insights concerning the processes of setting up, implementing and managing online communities as a part of the product/services offer of media companies. The goal is to increase their reach amongst target groups, to strengthen involvement with their audiences and to entice their audiences to participate. This information should help us to understand the many different aspects important for developing and managing online communities. The research question for this phase is: Which critical success factors play a role in the process of setting up and managing online communities using social media in order to activate and/or engage target audiences? In this exploratory first phase we looked into literature relating to general guidelines and critical success factors in setting up and managing online communities. These aspects include, communication and interaction options, functionalities for sharing information, the content structure given, the importance of socialization within the community, the policies used and the usability of the platform (Ning Shen & Khalifa, 2008).
DOCUMENT
This report maps different programs that supportrefugees on the road to entrepreneurship. The municipality of The Hague, along with the refugee and migrant support organization EnterStart (MigrantINC) asked for an evaluation of the program The Hague Test Garden (from now on called The Test Garden) where refugees can ask for help starting their own businesses. The evaluation is not just based on the experiences in The Test Garden; other programs have been included in the evaluation to come to a broader view of the road to entrepreneurship and the obstacles encountered. The increased inflow of refugees in Dutch society and on the Dutch labor market has generated different support programs for starting-up a business. Some of these programs already existed but shifted to accommodate the needs of this specific target group. Other programs were initiated to support refugees because of perceived barriers in Dutch society. Most programs are private initiatives, funded on a project basis. In the Netherlands, refugees that hold a residence permit are called ‘status holders’. Upon arrival, they received a temporary permit for at least five years. They need to follow a civic integration and language program and they are expected to be part of the (regular) education system or labor market as soon as possible. The Test Garden started in 2016, a time when multiple support systems for refugee-entrepreneurs began their programs. This report starts with a short overview ofrefugee flows to the Netherlands. The main part of the report consists of the comparison and evaluation of the different programs. The information was gathered through literature, websites, and in-depth interviews with program managers and others involved. Interviews with the participants are only included for The Test Garden (Appendix 1 gives an overview of the meetings and interviews). LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/karijn-nijhoff-89589316/
DOCUMENT
Veel kinderen in de leeftijdsgroep van 8 tot 12 jaar haken af op de sportclub door slechte ervaringen met goedbedoelende, maar vaak onvoldoende deskundige jeugdtrainers en door de soms negatieve sfeer op en rond sportvelden. Dat geldt vooral voor kinderen die moeilijk-te-verstaan (‘lastig’) gedrag vertonen ten gevolge van milde psychosociale problemen. Het project beoogt een gedragsverandering bij jeugdtrainers te stimuleren en daarmee bij te dragen aan een veilig en inclusief klimaat voor kinderen op de sportclub. Getracht wordt om professionals zoals buurtsportcoaches en clubkadercoaches, te voorzien van een gebruiksvriendelijke digitale tool voor het begeleiden van jeugdtrainers. Daartoe wordt via een social design-benadering gefaseerd gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de digitale tool App4Support, waarvan we recent in een eerder project een Proof of Concept (PoC)-versie tot stand hebben gebracht. De verdere ontwikkeling van App4Support vindt plaats binnen drie werkpakketten: 1. Participatie en co-creatie – Sportprofessionals, jeugdtrainers en ouders ontwerpen gezamenlijk gedragsinterventies voor jeugdtrainers die aansluiten bij de realiteit op de sportclub; 2. Gedrag en empowerment – Via interactieve workshops beoordelen sportprofessionals, jeugdtrainers en ouders gezamenlijk op basis van praktijkervaringen in hoeverre de ontworpen gedragsinterventies daadwerkelijk positief gedrag stimuleren en negatieve interacties ombuigen; 3. Waardecreatie en opschaling – Gunstig beoordeelde gedragsinterventies worden geïntegreerd in de digitale tool App4Support, met bijzondere aandacht voor de gebruiksvriendelijkheid van de app, de prioritering van adviezen en de toevoeging van gamification-elementen. Dit éénjarige project wordt uitgevoerd door Hogeschool Windesheim in samenwerking met Feeton als bedrijf uit de creatieve industrie, met In Opbouw, Intraverte en Sportservice Zwolle als organisaties uit de sector sport en gezondheid, en met enkele sportverenigingen. Vanuit een social design-benadering worden pedagogische inzichten, innovatieve methodes, gebruikerswensen en digitale technologie gecombineerd ter stimulering van positieve sportervaringen voor kinderen met milde psychosociale problemen.
In recent years, ArtEZ has worked on a broadly supported strategic research agenda on the themes New Ecologies of Matter (ecological challenges), Social Equity (social-societal issues), (Un)Learning Practices (educational innovations) and (Non)CybernEtic Fabric (technological developments). Building on these strategic themes, the ArtEZ Research Collective as developed an international research strategy to become a valuable partner in the relevant Horizon Europe (HEU) areas of Environment, Industry and Social science and humanities. With its specific knowledge position and approach from arts and creativity, ArtEZ is convinced that it can play a distinctive role in European consortia to tackle various challenges in these areas, in particular from the perspective and research topics of the professorships Fashion and Tactical Design. To achieve its ambitions and goals in its targeted research topics, ArtEZ is convinced that a combination of international connections and local applications is key for successful impact. Building upon existing relations and extending the international research position requires extra efforts, e.g., by developing a strong international framework of state-of-the-art research results, impacts and ambitions. Therefore ArtEZ needs to (further) build on both its international network and its supportive infrastructure. With this proposal ArtEZ is presenting its goals and efforts to work on its international recognition as a valuable research partner, and to broaden its international network in cutting-edge research and other stakeholders. With regards to its supporting infrastructure, ArtEZ has the ambition to expand the impact of the Subsidy Desk to become a professional partner to the professorships. This approach requires a further professionalization and extension of both the Subsidy Desk organization and its services, and developing and complementing skills, expertise and competences to comply to the European requirements.
Doel van dit project is het vergaren van kennis over de eigenschappen en kenmerken van de ‘afvalstroom’ van materiaal die ontstaat tijdens de verwerking van Nylon 12 met de 3D-printtechnologie Selective Laser Sintering (SLS) en de mogelijkheden om dit materiaal voor andere toepassingen te gebruiken. Onder ‘afval’ verstaan we het restmateriaal dat niet meer ingezet kan worden in het proces. SLS is de meest volwassen 3D-printtechnologie die een hoge nauwkeurigheid biedt en geschikt is voor kleinserie producties. De producten hebben goede mechanische en thermische eigenschappen. Een SLS machine print met high performance thermoplastics, hoofdzakelijk Nylon 12 (PA12), een veelgebruikte kunststof binnen de high-tech maakindustrie. Het Nylon 12 materiaal wordt in poedervorm gebruikt, zowel als basismateriaal voor de print als voor ondersteunings- of supportmateriaal. De afvalstroom ontstaat uit poeder dat is gebruikt als support materiaal, maar waarvan de eigenschappen door blootstelling aan warmte dusdanig veranderd zijn dat het niet langer geschikt is voor vervaardiging via SLS. Door vermenging van nieuw en gebruikt poeder is het mogelijk een gedeelte van het materiaal opnieuw in te zetten. Desondanks ontstaat er per printjob meer gebruikt poeder dan er vermengd kan worden. Tot op heden zijn er geen toepassingen bekend waarin dit afvalpoeder hoogwaardig ingezet kan worden, en het materiaal belandt bij een afvalverwerking. Aanleiding voor dit onderzoeksproject is de kennisvraag van zowel kennisinstellingen als bedrijven naar toepassingen voor deze afvalstroom Nylon 12. In dit project zal het consortium zich onder leiding van het lectoraat Kunststoftechnologie van Windesheim richten op de volgende praktijkvraag: ‘In welke verwerkingsprocessen en/of producten kan het Nylon 12 poeder hoogwaardig worden ingezet’. Het consortium bestaat uit deskundigen in het vakgebied, die kennis en ervaring hebben met SLS printen, het materiaal en kunststofontwerp- en verwerkingstechnieken. Er zijn een tweetal MKB-bedrijven bij het project betrokken. De beoogde projectresultaten zijn: - Nieuwe kennis over de eigenschappen van de afvalstroom ‘Nylon 12’ die ontstaat als resultaat van verwerking met Selective Laser Sintering. - Nieuwe kennis over de toepassingsmogelijkheden van deze afvalstroom en de grondstofbesparingen die mogelijk gerealiseerd kunnen worden. - Onderzoeksrapport.