Taalkunde als onderdeel van het schoolvak Nederlands staat met name de laatste jaren steeds meer in de belangstelling. Ondanks een actieve taalkundelobby (zie bijvoorbeeld Hendrix & Hulshof 2010) is het, zoals Hulshof aangeeft in zijn afscheidsrede, nog maar ‘hier en daar’ gelukt om taalkunde op middelbare scholen te implementeren, al dan niet als autonoom vak (Hulshof 2011). Begrijpelijkerwijs richten de meeste bijdragen over taalkundeonderwijs zich op de bovenbouw. Maar taalkunde is ook haalbaar in de onderbouw, mits op de juiste manier aangepakt. Dit artikel doet verslag van een kleinschalig taalkundig onderzoek dat uitgevoerd is door leerlingen van een brugklas van het Valuascollege in Venlo.
MULTIFILE
Als studieboek is dit werk vooral bedoeld voor studenten en docenten van zowel bachelor- en masteropleidingen Nederlands van universiteiten als masteropleidingen van hogescholen. Delen van dit boek kunnen voor bachelor-opleidingen van die hogescholen gebruikt worden. Als naslagwerke is het bedoeld voor de specialisten. Het boek geeft een breed beeld van de materie door met het ontstaan en de groei door met het historisch-vergelijkend taalkundig onderzoek te beginnen en via het Indo-Europees en de taalveranderingen daarna, uit te komen op het zeventiende eeuws Nederlands. Maar waar ansdere handboeken dan ophouden, geeft dit boek een vervolg met drie hoofdstukken over de geschiedenis van het Nedersaksisch, het Brabants, Limburgs Vlaams en Zeeuws, en het Fries. De uitbreiding maakt het boek bijzonder ongeacht de doelgroepen. Het werk bevat tien hoofdstukken waarvan sommige voorzien zijn van vragenmateriaal. Ver is het boek rijk geillustreerd en is er aan het eind niet alleen een zeer uitgebreid trefwoordenregister opgenomen maar ook een verklarende lijst gebruikte taalkundige termen.
LINK
Iedereen heeft wel een mening over taal. Over het gebruik van 'hun hebben', over de taal van Cruijff, over sms-taal, over Engelse woorden in het Nederlands. Maar wat weten we eigenlijk van taal? In De taalcanon komen alle belangrijke vragen over taal aan bod. Kun je je moedertaal ook vergeten? Verschilt een gebarentaal per land? Bestaat er een talenknobbel? Kun je een nieuwe taal bedenken? Is er ooit één oertaal geweest? Praten mannen en vrouwen verschillend? Hoe werkt spraakherkenning via de computer? Staan alle woorden in de Van Dale? En: wat is eigenlijk het nut van grammatica?In De taalcanon schrijven vijftig taalwetenschappers met enthousiasme, diepgravend en op een luchtige toon over dat wat hen zo boeit aan het verschijnsel 'taal'. Op deze manier wordt het verschijnsel taal voor iedereen inzichtelijk gemaakt, onder hetzelfde motto als dat van zijn voorgangers De bètacanon en De gammacanon: 'Alles wat iedereen moet weten over... taal.'.
MULTIFILE
Iedereen heeft wel een mening over taal. Over het gebruik van 'hun hebben', over de taal van Cruijff, over sms-taal, over Engelse woorden in het Nederlands. Maar wat weten we eigenlijk van taal? In De taalcanon komen alle belangrijke vragen over taal aan bod. Iedereen vraagt zich wel eens af hoe we taal leren. En kun je je moedertaal vergeten? Verschilt een gebarentaal per land? Bestaat er een talenknobbel? Kun je een nieuwe taal bedenken? Is er ooit een oertaal geweest? Praten mannen en vrouwen verschillend? Hoe werkt spraakherkenning via de computer? Staan alle woorden in de Van Dale? En: wat is eigenlijk het nut van grammatica? Alle facetten van taal worden in De taalcanon van alle mogelijke kanten belicht. Ruim vijftig taalwetenschappers -zowel de ervaren en gerenommeerde, als de jonge en veelbelovende- schrijven met enthousiasme diepgravend en op een luchtige toon over dat wat hen zo boeit aan taal. Op deze manier wordt het verschijnsel taal voor iedereen inzichtelijk gemaakt.
LINK
Due to emancipation process there is need for information on Deaf culture - Is there a Deaf Culture in the Netherlands? - If so what is it? How can we define it? - What are priorities in research? - How best disseminate results in Deaf community? - Lobby for rights of Deaf people (Unesco 1994; UN Convention on the rights of Persons with Disabilities 2006)
DOCUMENT
Het onderzoek vindt plaats in het kader van een kritische discoursanalyse. Dit is een vorm van discoursanalyse, die is opgebouwd vanuit de taalkunde en de sociologie en die speciaal gefocust is op de mate waarin taal bijdraagt tot het handhaven of aanvechten van machtsverhoudingen in de maatschappij. Het onderzoek van Nicolien gaat over de discursieve strijd tussen de Zapatistas in Mexico en de Mexicaanse regering.
DOCUMENT
In this study, the construction of rumour on Twitter during a specific crisis is analysed from a discursive psychological perspective. This perspective treats psychological concepts such as identities as discursive constructions. The selected case is the robbery of a jewellery store in Deurne, a village in the Netherlands. The jeweller’s wife was said to have shot two of the robbers. Although this fact was not officially confirmed, people used particular discursive strategies to present the act of the jeweller’s wife as factual, which influenced the way the media reported on this case, as well as the reaction of the prosecutor, which was described as premature. Four dominant discursive patterns were detected, that is: normalizing the act, evaluating the act, upgrading the act and anticipating on the consequences of the act. Furthermore, it is demonstrated how critical tweets, displaying a concern for nuancing the overall tendency of the tweets, were designed in a way that downplayed their overt critical character. Implications of the analysis for crisis communication professionals are discussed. In deze studie wordt geruchtvorming in kaart gebracht met behulp van discursieve psychologie, waarin psychologische concepten zoals identiteit worden behandeld als discursieve constructies. De casus betreft een juwelenrook in Deurne, Nederland, waarbij de vrouw van de juwelier ervan beschuldigd werd twee overvallers te hebben doodgeschoten. Deze beschuldiging werd als feit behandeld op sociale media, ook al was dit nog niet officieel bevestigd. Dit beïnvloedde zowel de nieuwsberichtgeving, als de reactie van de officier van justitie in de media. Vier dominante discursieve patronen werden ontdekt in de discussie over de vermeende daad: normaliseren, evalueren, upgraden en anticiperen op de gevolgen. Ook wordt gedemonstreerd hoe tweets die nuance aanbrengen in de discussie, voorzichtig worden geformuleerd, waardoor het kritische karakter ervan wordt geminimaliseerd. Implicaties voor professionals in risiscommunicatie worden besproken.
LINK
-
DOCUMENT