Voor het meten van de mobiliteit bij geriatrische patiënten en bij patiënten met evenwichtsstoornissen is in 1986 door Mathias de Timed Up and Go test (TUG) ontwikkeld. Deze oorspronkelijk Engelstalige versie van de test werd in 2000 in het Nederlands vertaald door De Jong. Het meetinstrument is zowel evaluatief als inventariserend en wordt aanbevolen in de KNGF-richtlijnen ‘Osteoporose’, ‘Beroerte’ en ‘Ziekte van Parkinson’.
DOCUMENT
To systematically review and summarize the clinimetric properties, including reliability, validity, and responsiveness, the procedures used, and the meanings of the scores in the Timed Up and Go Test (TUG). The TUG is a performance test that identifies problems with functional mobility in patients with stroke.
LINK
Achtergrond: Coxartrose wordt vaak in het eindstadium behandeld met een Totale Heup Artroplastiek (THA). In de postoperatieve fase na een THA varieert het fysiotherapeutische beleid. Mogelijk leidt een verhoogd BMI tot een trager functioneel herstel na een THA. Een aangepast revalidatietraject zou dan van belang zijn. Vraagstelling: Is er een verschil in mate van functioneel herstel na een THA, bij patiënten met normaal gewicht, overgewicht en obesitas 12 weken en 6 maanden postoperatief? Daarnaast wordt de mate van associatie bepaald tussen BMI en de mate van functioneel herstel. Methode: In dit longitudinaal, prospectief onderzoek werden patiënten geïncludeerd in het PIUS ziekenhuis in Oldenburg; ze kregen allen eenzelfde revalidatietraject na de THA. Indeling vond plaats in 3 subgroepen, met normaal gewicht (BMI 18,5- 25 kg/m²), overgewicht (BMI 25 - 30 kg/m²) en obesitas (BMI > 30kg/m²). Mate van functioneel herstel werd objectief gemeten met de Timed Up & Go test (TUG) en de 5 Times Sit-to-Stand Test (5TSST), en subjectief met de self-reported vragenlijsten: de Hip disability and Osteoarthritis Outcome Score (HOOS) en de Short Form 36 (SF-36). Metingen werden verricht preoperatief (T0), en 12 weken (T1) en 6 maanden (T2) postoperatief. Met behulp van de Kruskall-Wallis test werden de verschilscores van de uitkomstmaten in de 3 subgroepen tussen T0-T1 en T0-T2 geanalyseerd. De mate van associatie werd berekend met de Spearman correlatiecoëfficiënt (rS). Het significantieniveau was p<0.05. Resultaten: Er werden 62 patiënten geïncludeerd. Er waren geen significante verschillen in functioneel herstel in beide tijdsintervallen tussen de groepen met een normaal gewicht (n=14), overgewicht (n=23) en obesitas (n=25); de p-waarde varieerde bij T0-T1 van p=0,069 tot p=0,962 en bij T0-T2 van p=0,068 tot p=0,931. Er werden zeer zwakke tot zwakke correlaties gevonden tussen BMI en de mate van functioneel herstel, variërend bij T0-T1 van rS=0,02 (p=0,892) bij de TUG tot rS=0,26 (p=0,041) bij ‘Algemene gezondheidsbeleving’ van de SF-36. Tussen T0-T2 varieerde de correlatiecoëfficiënt van rS=0,02 (p=0,876) bij ’Fysiek functioneren’ van de SF-36 tot rS=0,25 (p=0,053) bij ’Kwaliteit van leven’ van de HOOS.Conclusie: In deze studie werd geen verschil gevonden in de mate van functioneel herstel tussen patiënten met een normaal gewicht, overgewicht en obesitas na een THA. BMI was zwak tot zeer zwak geassocieerd met functioneel herstel na een THA tussen preoperatief en 12 weken en 6 maanden postoperatief. Implicaties voor de fysiotherapie: Tot op heden is er geen indicatie om voor groepen met overgewicht of obesitas een specifiek revalidatietraject te starten na een THA.
DOCUMENT
De zorgvraag neemt toe door de vergrijzing, wat leidt tot een toename van aandoeningen zoals mensen met Parkinson of beroertes. Dit resulteert in een grotere behoefte aan zorg terwijl het aantal zorgmedewerkers afneemt. Veel ouderen belanden in een intensief revalidatietraject waarin zij vaak onder begeleiding van fysiotherapeuten motorische vaardigheden opnieuw moeten aanleren. Om de gewenste trainingsintensiteit te bereiken voor optimaal herstel worden patiënten aangemoedigd om thuis zelfstandig te oefenen, maar dit gebeurt vaak niet voldoende. Laagdrempelige technologieën, zoals Augmented Reality (AR), integreren digitale beelden in de echte wereld, waarmee interactieve spelvormen kunnen worden ontwikkeld. Door middel van deze spelvormen kunnen patiënten loop- en balansvaardigheden trainen, wat patiënten stimuleert en motiveert om meer te oefenen. De applicatie RealityDTx, ontwikkeld door Strolll, stelt gebruikers in staat om gestandaardiseerde klinische testen op een leuke manier af te nemen. Zo kun je bijvoorbeeld digitaal een basketbal projecteren en proberen zo vaak mogelijk te scoren als variant op de Timed Up & Go test (TUG). Deze spellen kunnen zowel in de kliniek als thuis worden gebruikt op een tijd en plaats die hen uitkomt, waardoor de voortgang van patiënten gemonitord kan worden op afstand. Bovendien kunnen interactieve spellen het oefenen leuker maken, wat kan leiden tot een hogere therapietrouw. Door met deze AR-brillen op een doelgroep-specifiek sportief evenement te staan krijgen mensen op een aantrekkelijke manier de mogelijkheid om kennis te maken met wetenschappelijk onderzoek en een nieuwe ontwikkeling op het gebied zorgtechnologie. Het doel van de testcase is om eerste indrukken te verkrijgen van de validiteit, betrouwbaarheid en hanteerbaarheid van Reality DTx, waarmee de fysieke prestatie zowel gemeten (afname klinische testen) als geoefend (gang- en balans spellen) kan worden.