Deze voorlichtingspublicatie is een herziening van de in 1991 verschenen publicatie VM 83 en is tot stand gekomen door samenwerking van de Vereniging FME-CWM, M2i (Materials Innovation Institute v/h het Netherlands Institute for Metals Research (NIMR)), het Nederlands Instituut voor Lastechniek en het Aluminium Centrum. De publicatie volgt in hoofdlijnen de vroegere indeling, maar is wat de inhoud betreft aangepast aan de meest recente ontwikkelingen op het gebied van aluminium en lasprocessen. Bij de hoofdstukindeling is rekening gehouden met het gebruik ervan op verschillende plaatsen binnen het bedrijf. De eerste vijf hoofdstukken zijn speciaal bedoeld om te gebruiken in de tekenkamer en bij de werkvoorbewerking, terwijl de hoofdstukken zes tot en met elf meer zijn bedoeld voor de uitvoering en niet alleen voor diegenen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van laswerk, maar ook voor de lassers zelf. Er is daarom meer informatie over de lasprocessen zelf gegeven en er is getracht in deze publicatie zoveel informatie hierover te geven, dat het raadplegen van andere bronnen beperkt kan blijven. Dat betekent niet dat alle benodigde kennis over dit onderwerp in deze publicatie is opgenomen. Deze publicatie is tevens bedoeld om in het onderwijs te worden gebruikt, aangezien vergelijkbare leerstof voor het reguliere onderwijs in Nederland niet voorhanden is.
DOCUMENT
Deze publicatie is samengesteld door de werkgroep "Vonkerosie" van de vereniging FME-CWM en geeft gerichte theoretische en praktische informatie ten behoeve van respectievelijk de gebruikers van vonkerosiemachines, geïnteresseerden in vonkerosietechnieken, alsmede voor technische cursussen en opleidingen. Er bestaat een intensieve samenwerking met de "Contactgroep Fysisch Chemisch Bewerken (CFC)" van de Vereniging voor Produktietechniek - VPT. De inhoud van deze publicatie behandelt met name alle aspecten welke voor het vonkeroderen van belang zijn. Deze publicatie vervangt de voorlichtingspublicaties VM 76 "Zinkvonkerosie", VM 77 "Draadvonkerosie" en VM 79 "Numeriek bestuurd zinkvonken".
DOCUMENT
Objective: To evaluate psychometrics of wearable devices measuring physical activity (PA) in ambulant children with gait abnormalities due to neuromuscular conditions. Data Sources: We searched PubMed, Embase, PsycINFO, CINAHL, and SPORTDiscus in March 2023. Study Selection: We included studies if (1) participants were ambulatory children (2-19y) with gait abnormalities, (2) reliability and validity were analyzed, and (3) peer-reviewed studies in the English language and full-text were available. We excluded studies of children with primarily visual conditions, behavioral diagnoses, or primarily cognitive disability. We performed independent screening and inclusion, data extraction, assessment of the data, and grading of results with 2 researchers. Data Extraction: Our report follows Preferred Reporting Items for Systematic Reviews and Meta-Analyses guidelines. We assessed methodological quality with Consensus-based Standards for the selection of health measurement instruments. We extracted data on reported reliability, measurement error, and validity. We performed meta-analyses for reliability and validity coefficient values. Data Synthesis: Of 6911 studies, we included 26 with 1064 participants for meta-analysis. Results showed that wearables measuring PA in children with abnormal gait have high to very high reliability (intraclass correlation coefficient [ICC]+, test-retest reliability=0.81; 95% confidence interval [CI], 0.74-0.89; I2=88.57%; ICC+, interdevice reliability=0.99; 95% CI, 0.98-0.99; I2=71.01%) and moderate to high validity in a standardized setting (r+, construct validity=0.63; 95% CI, 0.36-0.89; I2=99.97%; r+, criterion validity=0.68; 95% CI, 0.57-0.79; I2=98.70%; r+, criterion validity cutoff point based=0.69; 95% CI, 0.58-0.80; I2=87.02%). The methodological quality of all studies included in the meta-analysis was moderate. Conclusions: There was high to very high reliability and moderate to high validity for wearables measuring PA in children with abnormal gait, primarily due to neurological conditions. Clinicians should be aware that several moderating factors can influence an assessment.
DOCUMENT
We produceren en consumeren meer mode dan we nodig hebben, met te veel impact op mens en milieu. Mode aankopen zijn vaak impulsief en worden ter plekke, in de winkel besloten. Daar ligt dus een kans, maar wanneer gaan we als consument vaker voor duurzame mode kiezen, en hoe kunnen duurzame mode retailers ons daartoe verleiden?