Verpleegkundig Advies Raden (VAR) hebben in de afgelopen vijf jaar ervaren dat hun invloed op het zorgbeleid flink is toegenomen. Bovendien zijn nog meer middelen ontstaan om dit effect te bereiken. Hoe geven zij vorm aan hun relatie met de Raden van Bestuur bij hun zorginstelling?
DOCUMENT
De commissie Werner pleitte ooit voor invloed van verpleegkundigen op alle niveaus van de instelling, wat leidde tot een opmars van de Verpleegkundige Advies Raden. Zet die groei nog altijd door? Dit artikel beschrijft een eerste landelijke inventarisatie door onderzoekers van het Kenniscentrum Innovatie van Zorgverlening en studenten van de Bachelor Verpleegkunde van de Hogeschool Utrecht. Daarnaast is gekeken hoe leden van de VAR’s hun invloed op het beleid ervaren.
DOCUMENT
Klimaatverandering in combinatie met verstedelijking heeft tot gevolg dat riolering de hevige regenval steeds minder goed aankan, wat voor toenemende overlast zorgt. Om dit tegen te gaan is Eduard van Vliet met behulp van Jeroen Meulenkamp een product, genaamd 'de Stadsspons', aan het ontwikkelen dat in stedelijke omgeving bijdraagt aan waterretentie van hemelwater en daarnaast gezuiverd water aanbiedt aan omwonenden, waarbij het simultaan sociale functies vervult. Dit rapport dient om advies te geven over op welke manieren die functies het beste ingevuld kunnen worden voor de ontwikkeling en het latere gebruik van de Stadsspons.
DOCUMENT
Voor wie is deze handreiking? Met deze handreiking willen we professionals ondersteunen bij het cultuursensitief omgaan met onbegrepen gedrag bij mensen met dementie thuis en hun mantelzorgers. We focussen ons daarbij op mensen met een migratieachtergrond. Wijkverpleegkundigen en casemanagers zorgen steeds vaker voor mensen met dementie met een migratieachtergrond en hun mantelzorgers. Onbegrepen gedrag zoals agressie of apathie komt veel voor bij mensen met dementie. De beroepsgroep weet vaak onvoldoende hoe om te gaan met onbegrepen gedrag bij deze doelgroep. Uit de praktijk blijkt echter dat de handreiking ook aansluit bij een bredere doelgroep. De term ‘cultuursensitief’ verwijst naar een brede sensitiviteit van professionals voor de invloed van cultuur, leefsituatie, (migratie)geschiedenis, minderheidspositie en achterstand op iedere persoon of groep. Deze handreiking is vooral bedoeld voor wijkverpleegkundigen en casemanagers dementie, maar ook andere professionals uit zorg en welzijn kunnen hier hun voordeel mee doen. Hierna gebruiken wij daarom de term ‘professional’.
DOCUMENT
Van reclasseringswerkers wordt vakmanschap verwacht. Dat wil zeggen op basis van kennis van zaken op het juiste moment en op de juiste manier verantwoord beslissingen nemen, die passen bij de situatie en bij de cliënt. Dat vraagt om het combineren van methodisch en theoretische kennis met eigen expertise als professional (op grond van scholing en ervaring) in goede afstemming met behoeften en mogelijkheden van de cliënt. Het nemen van beslissingen op basis van de combinatie van deze drie ‘kennisbronnen’ noemen we een evidence based practice. Dat is in het reclasseringswerk niet altijd vanzelfsprekend en vanwege het gedwongen kader ook niet altijd gemakkelijk. Met het project ‘Gebundelde kracht’ hebben we bij verslavingsreclassering Fivoor in Leiden en Den Haag onderzocht hoe reclasseringswerkers die drie kennisbronnen (wetenschappelijke kennis, cliëntexpertise en professionele expertise) gebruiken in het nemen van beslissingen en welke rol intercollegiale toetsing (ICT) daarin heeft.
DOCUMENT
Een onderzoek naar de ervaringen en ondersteuningsbehoeften van ouders en professionals in De Schilderswijk met betrekking tot zwangerschap en het opvoeden van jonge kinderen (0-4 jaar). De Mussen heeft vanuit het FNO Zorg voor Kansen een 10 jarige subsidie ontvangen voor het programma Samen Kansrijk en Gezond in de Schilderswijk (SKGS). Binnen het deelprogramma ‘Goede Start Ouder en Kind’ wil De Mussen een aanbod ontwikkelen, gericht op gezinnen met jonge kinderen (0-4 jaar) in kwetsbare situaties. Dit onderzoek biedt inzicht in de behoeften van ouders van jonge kinderen (vanaf de zwangerschap totdat het jongste kind 4 jaar wordt) in de Schilderswijk met betrekking tot ondersteuning/hulp en activiteiten. Als nevendoel is het bestaande professionele aanbod in de wijk in kaart gebracht, met als uiteindelijke doel een meer passend aanbod te realiseren. Conclusie: Er is behoefte aan een breder activiteitenaanbod voor moeders met jonge kinderen (0-4 jaar met de focus op 0-2 jaar) gericht op ontmoeting, de ontwikkeling van kinderen en samenspelen. Zowel professionals als moeders benadrukken het gebrek aan overzicht en toegankelijke informatie over beschikbare voorzieningen en diensten in de wijk, wat resulteert in een tekort aan laagdrempelige ondersteuning.
MULTIFILE
Leerkrachten die hun leerlingen willen ontwikkelen tot reken-wiskundige probleemoplossers moeten zelf ook goede probleemoplossers zijn. Om toekomstige leraren basisonderwijs, aan dit doel te laten werken is het van belang dat ze non-routine reken-wiskundige problemen oplossen en bovendien daarbij reflecteren op hun rekenwerk.
DOCUMENT
Bedrijven bevinden zich tegenwoordig vaak in een keten. Een keten kan worden beschouwd als een verzameling organisaties die een virtueel netwerk delen waar informatie, diensten, goederen of geld doorheen stroomt. Hierbij staan ICT-systemen veelal centraal. Deze afhankelijkheid werkt in de hand dat cyber-gerelateerde risico’s een opmars maken binnen ketens. Niet elke ketenorganisatie beschikt echter over de middelen en kennis om zichzelf te beschermen: om tot sterke ketens te komen is informatiedeling tussen ketenorganisaties over actuele dreigingen en incidenten van belang. Een doel van dit verkennend onderzoek, dat is uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC), is om inzicht te bieden in de succesfactoren van informatiedeling-initiatieven op het gebied van cyberveiligheid. Met deze kennis kan het NCSC haar accounthouders en adviseurs helpen om de doelgroepen positief te motiveren om actie te nemen ter versterking van ketenweerbaarheid. Tevens wordt met dit onderzoek beoogd om aanknopingspunten voor vervolgonderzoek te identificeren. Het identificeren van succesfactoren vond plaats op basis van een literatuurstudie en gestructureerde interviews met in totaal zes leden uit drie verschillende bestaande informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity: het Managed Service Provider (MSP) Information Sharing and Analysis Centre (ISAC), Energie ISAC en de securitycommissie van de Nederlandse Energie- Data Uitwisseling (NEDU). Alle respondenten zijn informatiebeveiligingsexperts die hun organisatie vertegenwoordigen in de samenwerkingsverbanden. In totaal zijn 20 succesfactoren geïdentificeerd. Deze factoren zijn vervolgens gecategoriseerd tot vier thema’s die bijdragen aan een succesvolle informatiedeling. De thema’s zijn samen te vatten als teamfactoren, individuele factoren, managementfactoren en faciliterende factoren. De vier meest genoemde succesfactoren zijn: ● Expertise: Leden met onderscheidende en gespecialiseerde kennis bevorderen de informatiedeling en zijn ondersteunend aan het individuele leerdoel van de leden. ● Vertrouwen: Vertrouwen is een essentiële voorwaarde voor de bereidheid om samen te werken en informatie te delen. Tijd is hierin een cruciale factor: tijd is nodig voor vertrouwen om te ontstaan. ● Lidmaatschapseisen: Expliciete en impliciete lidmaatschapseisen zorgen voor een selectie op geschikte deelnemers en faciliteren daarmee het onderling vertrouwen. ● Structurele opzet: Een samenwerking dient georganiseerd te zijn volgens een structuur en met een stabiele bezetting van voldoende omvang. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het identificeren van strategieën voor het opstarten van samenwerkingsverbanden en het over de tijd behouden van enthousiasme onder de leden in de informatiedeling-initiatieven rondom cybersecurity. Ook onderzoek naar de eigenschappen of kwaliteiten van de voorzitter en hoe deze bijdragen aan het succesvol initiëren en onderhouden van een samenwerkingsverband zijn genoemd. Ook is nog onvoldoende duidelijk hoe gedeelde of juist onderscheidende expertise van de leden bijdraagt aan succes van de informatiedeling-initiatieven. Verder is er behoefte aan kennis over hoe de samenwerking tussen ketenpartners op het gebied van cyberveiligheid buiten bestaande samenwerkingsverbanden is ingericht. Denk hierbij aan een uitbreiding van de huidige studie, maar met een focus op kleinere bedrijven die deel uitmaken van ketens, maar waarbij IT niet de corebusiness is, aangezien die volgens respondenten als risicovol worden gezien voor de keten.
DOCUMENT
Sociaal werk staat sinds enige tijd in het brandpunt van de grote omwentelingen in de verzorgingsstaat die voor een ‘kanteling’ naar een ‘participatiesamenleving’ zouden moeten zorgen. Naast de Wmo en de daarmee verbonden praktijkvernieuwingen zoals die als ‘bakens’ in Welzijn Nieuwe Stijl zijn benoemd, gaat het om de zogenoemde transities op het domein van arbeid en inkomen (Participatiewet), het domein van de jeugdzorg (Wet op de jeugdzorg, passend onderwijs), de zorg voor kwetsbaren (ouderen die niet meer zelfstandig zijn, licht verstandelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten, mensen met een beperking − oftewel zij die voorheen op ondersteuning en begeleiding via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) konden rekenen). Om deze grote verschuivingen soepel te laten verlopen speelt het sociaal beleid een cruciale rol. Het staat voor de uitdaging om vroegtijdig problemen op een breed terrein (armoede, schulden, opvoeding, sociaal isolement, werkloosheid) af te vangen, kwetsbare burgers ‘in hun kracht’ te zetten én op te vangen waar nodig en de veerkracht van de samenleving te versterken.
DOCUMENT