This paper describes a project to explore the possibilities of virtual worlds in educating Green IT. In the project a virtual world has been created with various assignments which are meant to create awareness on sustainability aspects of IT. The world (and the assignments) will be incorporated in a course for first-year IT students. In order to measure the effects of the course, a questionnaire has been developed which can be used before and after the course to measure the attitude towards green IT.
This paper reports on the EU-project 'Professionally Networking Education and Teacher Training' (PRONETT). The key objective of the PRONETT project (2001-2004) is to develop a regional and cross national learning community of pre- and in-service teachers and teacher educators supported by webbased resources and tools to collaborate and to construct shared understandings of teaching and learning in a networked classroom. The reasons for the initiative and the design principles of the PRONETT portal offering a virtual infrastructure for the collaboration of participating students and teachers at www.PRONETT.org are presented. The initial pilots carried out by the project partners are described, highlighting the co-ordinating partners activities targeted at contributing to the local realisation of ICT-rich, competence based Teacher Education Provision. Results are reported of the evaluation and implementation efforts aimed at validating the original portal design and collecting information to inspire further project development and implementation strategies. We conclude by summarising the lessons learned and providing recommendations for improved and extended use and further dissemination of the project results and facilities.
Aanleiding Aanleiding van dit RAAK-PRO project is het toenemend aantal scheepsongevallen in met name de zuidelijke Noordzeeregio. Vaarroutes en knooppunten worden steeds drukker en de risico's op aanvaringen nemen toe. Ook wordt de Noordzee steeds vaker voor andere doeleinden gebruikt; denk aan windmolens, zandmotoren, kweek- en proefvelden, olie- en gaswinning en natuurgebieden. Daardoor wordt de open ruimte schaarser en worden scheepsroutes nog intensiever gebruikt. Met welke concrete oplossingen kan het aantal scheepsongevallen worden verlaagd? Doelstelling De doelstelling van dit project is te onderzoeken hoe de maritieme veiligheid in de Noordzee kan worden vergroot. Het projectteam ontwikkelt en realiseert innovatieve oplossingen voor het voorkomen van aanvaringen op de druk bevaren scheepsroutes in de Noordzee. Ze doen dit door praktijkgericht onderzoek uit te voeren. Dit onderzoek is gericht op het vergroten en verdiepen van kennis en kunde ten aanzien van scheepsongevallen en de mogelijkheden om deze te voorkomen. Het zal onder meer gaan om oplossingen op het gebied van nieuwe protocollen, modellen, ontwikkelde inzichten en innovatieve producten. In vier deelonderzoeken zal onderzoek worden gedaan naar; 1. oorzaken van scheepsongevallen en calamiteitenbestrijding; 2. routetopologie en verkeersmanagement; 3. technische eigenschappen vervoerseenheid; 4. maritieme informatievoorzieningen en augmented reality. Beoogde resultaten Het project zal een aantal concrete producten opleveren, zoals augmented-realityoplossingen en andere fysieke oplossingen die helpen ongevallen te voorkomen. De in dit project ontwikkelde kennis wordt gebundeld en concrete resultaten, die de veiligheid daadwerkelijk kunnen verbeteren, worden verankerd in het onderwijs en in de trainingen aan zowel studenten als de beroepspraktijk.
The proposed study is focused on finding out whether Virtual Reality is a feasible method to train for composite manufacturing. The demand for cost-effective training methods for composite production is growing. The current training methods are not satisfying the demands of the fast-growing industry. This could be solved with the help of Virtual Reality (VR), potentially cutting down training time and use of material, hence reducing costs. This project will create insight into the technical and economic feasibility of this idea. This will be achieved with interns from Inholland, lecturer and researchers.
In dit project wordt een Virtual Reality (VR) neus-maagsonde-training ontwikkeld voor (toekomstige) zorgprofessionals. Het uiteindelijke doel is om middels VR-trainingsapplicaties relevante praktijkomgevingen te simuleren waarin (toekomstige) zorgprofessionals in een veilige én realistische omgeving risicovolle handelingen kunnen oefenen. De neus-maagsonde-training is onderdeel van de opleiding HBO Verpleegkunde, en zorgprofessionals moeten ook periodiek scholing volgen om bevoegd én bekwaam te blijven. De huidige trainingsvorm, met instructeur en fysieke simulatiepop, is effectief in het aanleren van de benodigde handelingen. Maar het vereist ook veel kostbare en schaarse middelen en er zijn beperkingen qua toegankelijkheid, veelzijdigheid en realisme. VR technologie kan verpleegkundige vaardigheidstrainingen en de voorbereiding daarop aanzienlijk verbeteren. De neus-maagsonde-training is een geschikte casus omdat VR-training hier een kosteneffectieve aanvulling lijkt te kunnen zijn. Echter, gezien de kosten van VR ontwikkeling is het belangrijk om een gedegen afweging te kunnen maken. Daarom is het tevens wenselijk om een hulpmiddel te ontwikkelen waarmee de toegevoegde waarde van VR beter afgewogen kan worden. Bijbehorende onderzoeksvragen zijn: I. Aan welke eisen dient een VR-training voor (na-)scholing t.a.v. het inbrengen van een neus-maagsonde te voldoen? II. Welke aspecten van een verpleegtechnische vaardigheidstraining beïnvloeden de mogelijkheid om deze training te verbeteren door de inzet van VR technologie? In de te nemen ontwikkelstappen wordt de Design Thinking methode gevolgd. In co-creatie met twee zorgorganisaties (Zorggroep Solis en Medisch Spectrum Twente) en twee VR-ontwikkelbedrijven (Virtual Dutch Men en Tendr Dynamics) worden de eisen voor de VR-training, en inbedding ervan in praktijkomgevingen, in kaart gebracht. Vervolgens wordt met eindgebruikers de VR-training (door)ontwikkeld en geëvalueerd. Ook wordt een checklist opgesteld, waarmee de afweging van VR in toekomstige verbetertrajecten structureler en efficiënter gemaakt kan worden. Tenslotte wordt een vervolgsubsidieaanvraag voorbereid om de VR-training en checklist verder te optimaliseren, te valideren en te implementeren in de (onderwijs)praktijk.