Vlees eten is geworteld in onze eetcultuur. Het minderen van vlees vraagt tijd. Ondanks campagnes die plantaardige diëten promoten eet volgens CBS nog zo’n 95% Nederlanders vlees, en de meeste daarvan doen dat meerdere keren per week als een stukje vlees bij de maaltijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van consumentenkeuzes voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan ‘minder en beter’. Dit vraagt om specifieke tactieken, wetende dat consumenten in hun gedrag niet altijd doen dan wat hun intentie is met betrekking tot duurzaamheid: de wil is er, maar vertaalt zich onvoldoende in koopgedrag. Om dit te overkomen zijn marketinginterventies nodig die de capaciteit, gelegenheid en motivatie van consumenten verhogen/versterken. Deze rapportage bevat de resultaten – op hoofdlijnen – van een kwantitatieve segmentatiestudie onder Nederlandse vleeskopende consumenten
DOCUMENT
Vlees eten is niet duurzaam of diervriendelijk. Maar er helemaal mee stoppen, daar zijn nogal wat hobbels voor te nemen. Zoals vaak bij duurzaam gedrag, is er een voorlopersbeweging te zien ‘naar minder en beter’.
LINK
De Resistance to Meat Reduction Scale (RMRS) is een vragenlijst die ontwikkeld is om verschillende vormen van psychologische weerstand tegen vleesvermindering te meten. Kennis over deze weerstand biedt aanknopingspunten voor effectieve interventies om vleesreductie te stimuleren. De RMRS onderscheidt vijf typen subschalen die elk een bepaald type weerstand meet: Reactance, Skepticism, Inertia, Social Validation en Psychological Distance. Binnen het MAP-project is de RMRS toegepast onder 124 mbo-studenten om hun gevoelens van weerstand ten opzichte van minder vlees eten te onderzoeken. Juist mbo-studenten vormen een relevante doelgroep voor toekomstig duurzaam eetgedrag. De resultaten laten zien dat mbo-studenten vooral hoge scores vertonen op Inertia, een passieve vorm van weerstand die samenhangt met gewoontegedrag en lage motivatie om te veranderen. Ook Psychological Distance scoorde hoog, wat betekent dat veel studenten klimaatproblematiek als abstract en niet-urgent ervaren. Mannen bleken significant meer weerstand te tonen dan vrouwen op bijna alle sub-schalen, behalve op de sub-schaal Social Validation. Er werden geen verschillen gevonden tussen studenten uit dorp, stad of middelgrote gemeenten. Deze studie laat zien dat gedragsverandering bij mbo-studenten op het gebied van vleesconsumptie vooral wordt belemmerd door gewoonte en een lage urgentiebeleving. Op basis van deze resultaten wordt aanbevolen om kleine, haalbare stappen te stimuleren, de psychologische afstand te verkleinen met persoonlijke verhalen, positieve mannelijke rolmodellen te benutten en groepsgerichte interventies op scholen te ontwikkelen die keuzevrijheid benadrukken. Dr. Patricia Bulsing is senior onderzoeker bij het Lectoraat Data-driven Marketing bij De Haagse Hogeschool in Den Haag. Dr. Esther Veen is lector Stedelijke Voedselvraagstukken bij Aeres Hogeschool in Almere. Dr.ir. Antien Zuidberg is lector Design Methoden in Food bij HAS green academy in ‘s-Hertogenbosch. Dit rapport is een onderdeel van het subsidieproject Mbo-student in Actie voor Plantaardige voeding (MAP), SIA dossiernummer PVG.DZ23.07.002.
DOCUMENT
Inleiding Het tweejarige onderzoeksproject ‘Dierzaam’ richt zich op het verleiden van consumenten om duurzaam geproduceerd vlees te kopen in plaats van regulier vlees. Vlees eten is diepgeworteld in onze eetcultuur. Het veranderen van eetpatronen naar minder en beter vlees, naar geheel geen vlees of de overstap naar kweekvlees, vraagt tijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van de keuze van consumenten voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan de gewenste verandering richting ‘minder en beter
DOCUMENT
Dit onderzoek gaat over de vleesconsumptie van ouderen die in woonzorgcentrums wonen. Er is voor deze doelgroep gekozen omdat deze mensen niet op zichzelf wonen, en daarom wellicht minder mogelijkheden hebben om te kiezen voor vegetarisch eten. Bovendien is deze groep nog weinig onderzocht. Samenvatting van een stage afgerond bij het lectoraat Stedelijke Voedselvraagstukken.
DOCUMENT
Vlees eten is geworteld in onze eetcultuur. Het minderen van vlees vraagt tijd. Ondanks campagnes die plantaardige diëten promoten eet volgens CBS nog zo’n 95% van de Nederlanders vlees, en de meeste daarvan doen dat meerdere keren per week als een stukje vlees bij de maaltijd. Om op kortere termijn een verschil te maken, zal het stimuleren van consumentenkeuzes voor duurzaam geproduceerd vlees in belangrijke mate bijdragen aan “minder en beter”. Dit vraagt om specifieke tactieken, wetende dat consumenten in hun gedrag niet altijd doen dan wat hun intentie is met betrekking tot duurzaamheid: de wil is er, maar vertaalt zich onvoldoende in koopgedrag. Om dit te overkomen zijn marketinginterventies nodig die de capaciteit, gelegenheid en motivatie van consumenten verhogen/versterken. Deze rapportage bevat de resultaten – op hoofdlijnen – van een kwalitatief onderzoek, waarin types en empathy maps van verschillende consumententypen en hun meest onderscheidende variabelen in kaart zijn gebracht.
DOCUMENT
Op 2 juni 2021 werd Kees Hoogland officieel geïnstalleerd als lector binnen het lectoraat Wiskundig en Analytisch Vermogen van Professionals van Hogeschool Utrecht. Hoog tijd voor een interview met deze kersverse lector.
LINK
De productie en consumptie van voedselproducten is op dit moment verantwoordelijk voor een groot deel van de milieubelasting en uitstoot van broeikasgassen. Het wordt daarom steeds belangrijker om manieren te vinden om de milieueffecten van voedsel te verminderen, bijvoorbeeld door gedragsveranderingen bij consumenten. Het doel van het huidige onderzoek is om inzicht te krijgen in de huidige (wetenschappelijke) kennis over gedragsdeterminanten en digitale gedragsveranderingsinterventies die een duurzaam voedingspatroon stimuleren met als doel tot aanbevelingen te komen voor het stimuleren van een duurzaam en gezond voedingspatroon van inwoners van Noord-Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd door het lectoraat Transformational Media van NHL Stenden Hogeschool en maakt deel uit van het door SNN-gesubsidieerde project ‘Van Veggie Lab naar Veggie Farm Fab’.
DOCUMENT
Hoe het kan dat steeds meer mensen zich zorgen maken over het klimaat, maar nog niet iedereen massaal klimaatvriendelijke keuzes maakt? Zo vinden mensen schone lucht heel belangrijk, maar laten ze niet graag hun vervuilende auto staan. Ook hechten ze veel waarde aan de Nederlandse natuur, maartegelijkertijd willen ze niet dat boeren en bouwers door stikstoflimieten gehinderd worden. Weinig mensen willen een windturbine in de achtertuin, maar accepteren zonder moeite een straat vol geparkeerd blik. Ook maken veel Nederlanders zich zorgen over de stijging van de zeespiegel, maar de gemiddelde vleesconsumptie in Nederland neemt nog steeds toe. Hoe komt het dat de meeste mensen wel weten dat de aarde door menselijk handelen veel te snel opwarmt, maar leidt dit besef amper tot een verandering in gedrag?Met zijn lectoraat Psychologie voor een Duurzame Stad richt Reint JanRenes zich op de gedragsverandering die nodig is voor een transitie naar een leefbare, klimaatneutrale samenleving. Het lectoraat zet psychologischonderzoek in om gericht gedragsinterventies te ontwikkelen. Hierbij staat de praktische toepassing voorop waardoor er in de stad daadwerkelijk duurzame verandering plaats kan vinden.
DOCUMENT