Het LEVV-LOGIC project is een tweejarig onderzoek naar de inzet van lichte elektrische vrachtvoertuigen (LEVVs) voor stadslogistiek. In het project ontwikkelen drie hogescholen samen met ondernemers, publieke instellingen en netwerkorganisaties nieuwe kennis over logistieke concepten en business modellen met LEVVs. In het LEVV-LOGIC Living Lab worden vijf experimenten opgezet door marktpartijen. Het consortium project gebruikt deze experimenten om kennis te toetsen en te vergaren. Dit rapport presenteert de resultaten van het tweede experiment: CityServiceBike in Utrecht.CityServiceBike, geïnitieerd door Elza van Genderen, biedt een overslaglocatie voor service en installatiemonteurs waar zij hun bestelbus kunnen parkeren en kunnen over stappen op een elektrisch aangedreven vrachtfiets. Het concept is getest van mei tot en met augustus 2017 in Utrecht. Aan de pilot deden allereerst Coca-Cola, Douwe Egberts en KPN mee. Later (na de evaluatie) sloten nog vier partijen aan en is de pilot verlengd. Het doel van de pilot was om te toetsen of het concept waarde creëert voor de servicesector op het gebied van efficiëntie, imago en gezondheid en werktevredenheid van medewerkers. Daarnaast werd getoetst of de locatie (parkeergarage Vaartsche Rijn) en producten (fietsen, sloten) naar wens waren. Juizz en Urban Arrow leverde fietsen van het merk Urban Arrow en Mobilock leverde het slot en bijhorende app.De evaluatie bestond uit een stageonderzoek door een student van de Hogeschool van Amsterdam, twee workshops (logistiek concept en business model), een online enquête en telefonisch interview voor de pilotdeelnemers, een gezamenlijke evaluatie en dataverzameling via de app van Mobilock.De mate waarin pilotdeelnemers gebruik hebben gemaakt van CityServiceBike verschilt sterk. Dit heeft met name te maken met de organisatie van de planning. Wanneer een monteur de mogelijkheid heeft om meerdere klanten achter elkaar in het centrum te bezoeken, kan CityServiceBike tijdswinst opleveren. Monteurs geven aan met de fiets sneller bij de klant te zijn en per klant 15 a 20 minuten te kunnen besparen doordat er niet gezocht hoeft te worden naar een parkeerplek. Echter bleek ook dat door een gebrek aan handhaving, monteurs minder last ervaren van de parkeerproblematiek tijdens laad- en lostijden in de ochtend. De verkregen ontheffing voor voetgangersgebieden werd als positief ervaren. Op drukke momenten in het centrum met veel winkelend publiek kiezen monteurs een andere route of lopen ze met de fiets aan de hand.De media-aandacht, reacties van klanten en betrokkenheid van marketing afdelingen bevestigen de positieve bijdrage die CityServiceBike genereert voor bedrijven. De monteurs waren allen tevreden over de fietsen en het fietsen zelf. Ook de locatie voldeed aan de wensen. Om de toepasbaarheid van CityServiceBike te vergroten is gesproken over verschillende hub locaties in de stad. Het “sleutelloos fietsen openen en delen” beviel goed. Echter is de betrouwbaarheid van een dergelijk systeem (slot en app) van groot belang. Ook werd als verbetering genoemd: het verbinden van de app aan 1) het slot van de bak, 2) de standaard en 3) de accu.Belangrijkste aanbeveling isn het aanpassen van de planning binnen bedrijven voor het gebruik van CityServiceBike. Dit betekent het clusteren van klanten in de binnenstad. Bij het aantrekken van nieuwe gebruikers wordt CityServiceBike geadviseerd dit als voorwaarde of advies te noemen. Potentiele gebruikers wordt geadviseerd om huidige en toekomstige medewerkers voor te bereiden op de ontwikkeling naar inzet van vrachtfietsen en hen te stimuleren/belonen bij het gebruik.
‘Een doorkijk naar verkeer in de stadscentra, zeg maar in 2040, betekent (openbare)ruimte bieden aan misschien wel een verdubbeling van het huidige aantal mensen op hetzelfde aantal vierkante kilometers. Je ziet het woonoppervlak nu al drastisch afnemen, wat mensen aanzet tot andere leefpatronen, zoals meer buiten de deur eten.'
LINK
In de komende 20 jaar ondergaat KnoopXL, het stedelijk gebied rond Eindhoven Centraal Station, een flinke transformatie. Het gebied moet een aantrekkelijk verblijfsgebied worden – met ruimte voor recreatie en ontmoeting. Onderzoekers van de Technische Universiteit Eindhoven en Fontys Hogeschool bekeken hoe dit een aangename plek kan worden waar verschillende groepen mensen zich thuis voelen. Conclusie: stedelijk groen (bomen en gras) zorgt voor positieve emoties en daarmee voor een positieve perceptie van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse.
LINK
Klimaatverandering zorgt ervoor dat onze steden steeds vaker last hebben van extreme neerslag, hittegolven en extreme droogte. Tijdens zomers met hoge temperaturen is het moeilijk om prettig te leven in de stad. Het kan in steden ’s nachts tot 7 graden warmer worden dan op het platteland. De hitte veroorzaakt problemen zoals uitzettende brugdelen, blauwalg in zwemwater en kans op oververhitting van het publiek tijdens grote evenementen. Wat kunnen gemeenten doen om ervoor te zorgen dat de stad bestand is tegen hitte?Om deze vraag te beantwoorden ontwikkelt de Hogeschool van Amsterdam binnen het project “Hittebestendige stad” hulpmiddelen voor gemeenten om de hitteproblemen in kaart te brengen, en zoekt naar manieren om de problemen te verminderen. Door de stad anders in te richten kunnen hitteproblemen beperkt worden. De projectgroep wil uiteindelijk met de gemeenten een aantal richtlijnen opstellen voor het voldoende hittebestendig inrichten van de stad.Gemeenten kunnen met behulp van een mindmap op een rij zetten welke hitteproblemen er zijn in de stad als geheel. De mindmap hierboven is ontwikkeld door de HvA. Om preciezer in kaart te brengen welke hitteproblemen in welk deel van de stad voorkomen, zijn hittekaarten nuttig. Een hittekaart is een plattegrond van de stad of een wijk waarop bijvoorbeeld wordt aangegeven hoe warm het er op een hete dag wordt. Gecombineerd met bijvoorbeeld de locaties van veel ouderen of veel voetgangers geeft die inzicht in waar de gemeenten extra aandacht aan hitte wil geven en welke wijken extra zorg nodig is.Maatregelen: wat werkt?Maar hoe maak je een wijk of straat hittebestendig? Welke maatregelen werken het best, en zijn haalbaar? Niet elke winkelstraat heeft bijvoorbeeld ruimte voor bomen om het winkelend publiek schaduw te geven. Werken groene daken dan goed, of helpt het als er met koelere materialen dan steen en asfalt wordt gewerkt? De projectgroep onderzoekt met behulp van simulaties welke maatregelen het best werken.Voorkomen is beterDoor tijdens het ontwerpen van een nieuwe wijk al rekening te houden met mogelijke hitteproblemen, kan worden voorkomen dat deze problemen ontstaan. De projectgroep organiseert symposia waar ze verschillende denkrichtingen bespreken met gemeenten, om uiteindelijk een aantal ontwerprichtlijnen te kunnen publiceren die door alle gemeenten kunnen worden gebruikt.
Het project ‘IN THE ZONE!? Sporten en bewegen binnen openbare Sportzones’ vindt plaats in de kernen Doornenburg en Gendt van de gemeente Lingewaard. In deze kernen zijn met Living lab Lingewaard Sportzones ontwikkeld. Deze Sportzones als interventie om de openbare ruimte beweegvriendelijker te maken, zijn (nu nog) uniek in Nederland. Ze worden gekenmerkt door de realisatie van en aanpassingen aan hardware, software en orgware in de openbare ruimte binnen en rondom sportparken. Hardware betreft de verkeersinfrastructurele aanpassingen om de veiligheid in en zichtbaarheid van de sport- en beweeggebieden te vergroten. De software bestaat uit georganiseerd en ongeorganiseerd sport- en beweegaanbod in openbaar toegankelijke sport- en beweegvoorzieningen. Het aanbod komt tot stand door verschillende samenwerkingsverbanden (orgware). Binnen dit project worden de Sportzones in Doornenburg en Gendt geëvalueerd met stakeholders (de gemeente Lingewaard, de HAN, het Transferpunt Sport, lokale sport- en welzijnsorganisaties en dorpsontwikkelgroepen) die de interventie hebben geïnitieerd, ondersteund en uitgevoerd én met inwoners als (potentiële) gebruikers van de Sportzones. Er wordt inzicht verkregen in de werkzame bestandsdelen en effecten van de hardware, software en orgware in de Sportzones, door onderzoek te doen naar (veranderingen in) de objectieve en ervaren (verkeers)veiligheid en zichtbaarheid van het gebied, het gebruik van en de tevredenheid over de sport- en beweegvoorzieningen en het -aanbod en de mate en het succes van samenwerking ten behoeve van sporten en bewegen binnen de Sportzones. Op basis van de met dit onderzoek verkregen inzichten worden beleidsambtenaren van verschillende sectoren en (gemeentelijke) professionals geïnformeerd over en geactiveerd tot het beweegvriendelijker inrichten van de openbare buitenruimte door middel van Sportzones. Daartoe worden in dit project aan de hand van de onderzoeksbevindingen lokale adviezen en presentaties ontwikkeld, evenals een Sportzone kennis- en inspiratiepakket, welke wordt aangeboden via het Kenniscentrum Sport, de VSG, NOC*NSF en de HAN.