Zeker in de stad? is het tweede deel van de reeks Haagse Sociale en Culturele Verkenningen van het lectoraat Grootstedelijkentwikkelingen van De Haagse Hogeschool. Deze bundel van verschillende onderzoeken, uitgevoerd door de kenniskringleden van dit lectoraat, richt zich op de dagelijkse woon- en leefomgeving in Den Haag. In bepaalde delen van de stad komen we armoede tegen, een lage arbeidsparticipatie, grote druk op het onderwijs, rommelige woonomgeving en veel nieuwe initiatieven van verschillende partijen om daar iets aan te doen. Hoe gaat dit? Hoe werken de talloze aanwezige instituties aan de verbetering van het woon- en leefklimaat? De verkenningen vinden plaats in de Schilderswijk, de Stationsbuurt en Morgenstond/Zuidwest, waarbij de thema's illegaliteit, opgroeimogelijkheden, klimaat, prachtwijken, beheren en bouwen aan de orde komen.
Hoe kun je de dialoog aangaan over duurzame energie? Hoe ga je om met weerstanden van omwonenden? En hoe sluit je daarbij aan bij de beleving van mensen? Om antwoord te kunnen geven op deze complexe vragen, hebben Hogeschool Utrecht en Hanzehogeschool Groningen de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan naar de manier waarop burgers lokale energietoepassingen bespreken. In deze publicatie: onderzoek Let's talk energy door de ogen van vijf onderzoekers en partners.
Afgelopen zomer lanceerden wij een nieuwe themareeks over de gezonde leefomgeving op Rooilijn platform. Gezondheidsvraagstukken krijgen veel aandacht in het nieuws, beleid en wetenschap. Het meest recente voorbeeld is de publicatie van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM, 2024), waaruit blijkt dat het aantal mensen met overgewicht in Nederland zal oplopen tot ruim 64 procent in 2050. Ter vergelijking: in 2022 was dat percentage nog 50. Dergelijke gezondheidsproblemen in de samenleving zijn complex en worden door een veelvoud van factoren beïnvloed, zoals genetische aanleg, leefstijl en leefomgeving. In deze themareeks stond de relatie tussen gezondheid en de leefomgeving centraal.
LINK
De energietransitie van fossiele naar duurzame energie krijgt brede maatschappelijk aandacht. Er zijn projecten voor het plaatsen van zonnepanelen en windturbines. Dit betreft zowel nationale projecten (zoals windparken op de Noordzee en de discussies over waterstof) als kleinere lokale projecten in huizen in woonwijken en bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen. Netcongestie is een recente ontwikkeling, wat betekent dat het elektriciteitsnet niet meer genoeg transportcapaciteit heeft om afspraken te kunnen maken voor nieuwe aansluitingen. Netcongestie beperkt de uitbreiding en vestiging van nieuwe bedrijven in sterke mate. De opschaling van de installatie van duurzame bronnen zoals zon- en windenergie wordt er door onmogelijk. Dit leidt tot een sterke vermindering van de toekomstige economische activiteiten en brengt het halen van duurzame-energiedoelstellingen in gevaar. Op korte termijn is volledig fysieke versterking van het net onmogelijk door gebrek aan mankracht en trage vergunningsprocedures. Een tussentijdse oplossing is het optimaal benutten van de netcapaciteit door de werkelijke vraag en aanbod te meten en beter op elkaar af te stemmen. In deze aanvraag stellen wij een onderzoeksaanpak voor om op lokaal bedrijventerreinenniveau deze sturing, vanuit een nauwe samenwerking tussen de netbeheerder, de parkorganisatie en de lokale (MKB) bedrijven op een bedrijvenpark, vorm te geven. Dit verkennend onderzoek begint met het in kaart te brengen van lokale (energie-)behoeftes en oplossingsmogelijkheden op laagspanningsniveau. Dit gebeurt door de informatie van slimme meters en de laagspanningstrafo’s momentaan uit te lezen en met AI de te verwachtte belasting te bepalen. Als bekend is wat de lokale regelmogelijkheden zijn, kan er met de bedrijven worden nagegaan hoe het huidige laagspanningsnet beter kan worden benut voorafgaand aan grote netverzwaring. Wij inventariseren hoe de opties en de voordelen voor de ondernemers op een begrijpelijke manier kunnen worden gepresenteerd, bijvoorbeeld met behulp van een dashboard.
Als gevolg van de energietransitie wordt het steeds moeilijker om energieaanbod en -vraag op elkaar af te stemmen en ontstaan problemen op het elektriciteitsnet. Energieopslag biedt een oplossing: duurzame energie wordt opgeslagen op momenten dat er aanbod en weinig energievraag is en beschikbaar gesteld wanneer er weinig aanbod en veel vraag is. Lokale opslag biedt een kans om lokale uitval van het elektriciteitsnet te voorkomen en geeft meerwaarde aan duurzame energie. Opslag in waterstof is uitermate geschikt voor zowel toepassingen op MW-schaal (windparken), voor seizoensopslag en voor toepassingen waar distributie relevant is. De wens van bedrijventerreinen om te verduurzamen biedt een kans om gericht aan oplossingen voor lokale energieopslag in waterstof en bijbehorende toepassingen te werken. In dit project werkt de HAN samen met MKB-bedrijven, Saxion, TU Delft, lokale overheden en een aantal overige partners aan het ontwikkelen en optimaliseren van een energieopslagsysteem gebaseerd op waterstof en bijbehorende waterstoftoepassingen op en voor bedrijventerrein IPKW in Arnhem. Beschikbare windenergie van in aanbouw zijnde turbines langs de Rijn bij IPKW vormen de aanleiding voor het ontwerpen, modelleren, construeren en testen van een (geschaald) energieopslagsysteem gebaseerd op de productie, en opslag van waterstof. Specifieke toepassingen op het industriepark worden geïnventariseerd, en waar mogelijk gerealiseerd en gemonitord, voor met name lokaal bedrijfstransport en elektriciteitslevering. Scenario’s voor ontwikkeling en toepassing van de technologie ontwikkeld en haalbaarheidsstudies uitgevoerd. Kennis en expertise worden ontwikkeld om het proces van optimale implementatie van waterstof voor energieopslag in een energieketen met specifieke toepassingen op een bedrijventerrein te ondersteunen. Met dit project bouwen wij voort op de vele eerdere waterstofprojecten die bij de HAN zijn uitgevoerd en maken we gebruik van ons recent gerealiseerde shared facility HAN Waterstoflab op IPKW.
Het rapport “Actualisatie en beleidsevaluatie Zeeland in Stroomversnelling” (Berenschot, 2020) geeft aan dat “Zeeland heeft veel kansen op gebied van duurzame opwek van elektriciteit en waterstof. De Zeeuwse industrie investeert al in de transitie naar groene waterstof. De eerste installaties voor de productie van ‘groene’ waterstof staan gepland voor oplevering in 2025. De gebruikte technologie, “elektrolyse”, waarbij men duurzaam opgewekte elektriciteit gebruikt, wordt echter nu nog niet toegepast in Zeeland of Nederland. Kennisinstellingen HZ University of Applied Sciences en Scalda bieden al praktijkgericht onderzoek en onderwijs aan op het gebied van Offshore Wind en ontwikkelen samen met de industrie programma’s voor groene waterstof. In Zeeland werken de kennisinstellingen nauw samen met de industrie vanuit Smart Delta Resources en North Sea Ports. Met Orsted is een MoU ondertekend om samen voor de regio onderwijs en onderzoek voor groene waterstof op te zetten. Vanuit kennis- en innovatienetwerken zoals Energy Port Zeeland wordt de learning community opgezet om samen te werken, leren en innoveren en de groene waterstoftransitie optimaal te ondersteunen. De kennisinstellingen willen zich met regio Zeeland op drie focusgebieden richten: 1. Human capital voor een praktijkgericht onderzoeksprogramma gericht op het ondersteunen van de industrie in de energietransitie (Flex Intensity) 2. Een human capital programma gericht op ontwikkeling van de onderwijsinfrastructuur die nodig is om de gevraagde kennis en capaciteit voor de energietransitie te leveren 3. Een human capital programma gericht op ontwikkeling van een innovatieprogramma om de regio te ondersteunen met innovaties die voor de energietransitie nodig zijn. Doel van dit programma is dat Zeeland in 2025 zelfvoorzienend is in (1) het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek en (2) het aanleveren van medewerkers die het gebruik van de nieuwe technologie voor groene waterstof en systeemintegratie operationeel tot stand brengen en (3) nieuwe projecten rondom groene waterstof helpen realiseren.