De stuurgroep van de DenkTank MDMA-beleid publiceerde eind 2020 een rapport over de ontwikkeling van een rationeel MDMA-beleid. Het rapport is gebaseerd op een objectiverende wetenschappelijke benadering die zich losmaakt van ideologische politieke strijd. Uit een vergelijking van verschillende beleidsopties komt een Optimaal Model naar voren dat de minste schade blijkt op te leveren voor mens en maatschappij: regulering van de productie en van de aan- en verkoop van ecstasy, kwaliteitsbewaking, monitoring van het gebruik en een hardere aanpak van de misdaad. Minister van Justitie en Veiligheid Grapperhaus wijst dit model echter rigoureus af. Hij hamert op het gevaar van ‘ondermijning’ door de onderwereld van de legale bovenwereld. Wat pleit er voor en tegen invoering van het optimale model?
MULTIFILE
Het gebruik van partydrugs onder jongvolwassenen in Nederland is veelvoorkomend en gaat soms gepaard met ernstige incidenten. Voor effectieve voorlichtingis het van belang te weten wat de risicopopulaties zijn en in hoeverre gebruikers zich bewust zijn van de specifieke risico’s van verschillende partydrugs. Met een schriftelijke enquête onder 514 studenten hebben de auteurs de prevalentie van partydrugsgebruik en het kennisniveau hieromtrent binnen de (Nederlandse en internationale) Groningse studentenpopulatie in kaart gebracht. Het gebruik is hoog: 30,8% van de Nederlandse studenten en 19,8% van de internationalestudenten heeft recentelijk partydrugs gebruikt, waarbij XTC het meestgebruikte middel is. Leden van studentenverenigingen gebruiken aanzienlijkmeer dan niet-leden. Het kennisniveau van de Nederlandse studenten ligt overhet algemeen hoger dan dat van de internationale studenten. De risico’s vanhet combineren van XTC met amfetamine, uppers met downers worden onderschat,evenals die van het combineren van partydrugs met alcohol. Ook weeteen groot deel van de gebruikers niet dat cocaïne en heroïne op elkaar kunnenlijken. Overige kennislacunes, preventiemaatregelen en de implicaties voordrugsvoorlichting en -preventie worden tevens in dit artikel besproken.
LINK
Background:Ecstasy (3,4-methylenedioxymethamphetamine (MDMA)) has a relatively low harm and low dependence liability but is scheduled on List I of the Dutch Opium Act (‘hard drugs’). Concerns surrounding increasing MDMA-related criminality coupled with the possibly inappropriate scheduling of MDMA initiated a debate to revise the current Dutch ecstasy policy.Methods:An interdisciplinary group of 18 experts on health, social harms and drug criminality and law enforcement reformulated the science-based Dutch MDMA policy using multi-decision multi-criterion decision analysis (MD-MCDA). The experts collectively formulated policy instruments and rated their effects on 25 outcome criteria, including health, criminality, law enforcement and financial issues, thematically grouped in six clusters.Results:The experts scored the effect of 22 policy instruments, each with between two and seven different mutually exclusive options, on 25 outcome criteria. The optimal policy model was defined by the set of 22 policy instrument options which gave the highest overall score on the 25 outcome criteria. Implementation of the optimal policy model, including regulated MDMA sales, decreases health harms, MDMA-related organised crime and environmental damage, as well as increases state revenues and quality of MDMA products and user information. This model was slightly modified to increase its political feasibility. Sensitivity analyses showed that the outcomes of the current MD-MCDA are robust and independent of variability in weight values.Conclusion:The present results provide a feasible and realistic set of policy instrument options to revise the legislation towards a rational MDMA policy that is likely to reduce both adverse (public) health risks and MDMA-related criminal burden.
MULTIFILE
Deze visualisatie is het resultaat van een kwalitatief onderzoek waarin het empathie kompas (Smeenk, 2019) gebruikt is om te onderzoeken en visualiseren hoe studenten van verschillende hogescholen begrip ontwikkelden voor het maatschappelijk vraagstuk rondom synthetische drugs gedurende hun deelname aan het project ‘Pilletje hier, Pilletje daar’. Met dit project wil het Openbaar Ministerie (OMspaces) bij jongeren bewustwording genereren en het gesprek aangaan rond het vraagstuk. Het empathie kompas kan studenten en docenten helpen meer begrip te ontwikkelen voor de stakeholders in een complex vraagstuk. Deze visualisatie is gebaseerd op interviews voor, tijdens en na het project en maakt zichtbaar welke impact meedoen aan dit project heeft op de empathie ontwikkeling van de studenten en hoe zij zich bewegen door de perspectieven op het empathie kompas. Naast resultaten bevat de visualisatie ook aanbevelingen voor iedereen die aan de slag wil met empathische vorming.
DOCUMENT
Maken sociaal werkers gebruik van straattaal? En zo ja, in hoeverre is dat een internationaal fenomeen? Jolanda Berends, Karin Landsbergen en Feruze Sarikas¸ zochten antwoord op deze vragen toen ze begin april de Social Work and Social Development Conference 2024 in Panama bijwoonden.
DOCUMENT
Op 1 januari 2014 is de Drank- en horecawet gewijzigd. De wijziging hield in dat de leeftijd waarop alcohol in de publieke ruimte geconsumeerd mag worden wijzigde van 16 naar 18 jaar. Daarnaast mag alcohol niet worden verkocht aan jongeren jonger dan 18. In dit hoofdstuk wordt de problematiek kort uiteengezet omtrent de consumptie van alcohol onder jongeren en de wijziging van de drank- en horecawet. Daarnaast wordt er kort ingegaan op gemeentelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de gewijzigde Drank- en Horecawet. Ten slotte wordt een beschrijving gegeven van het RUIT-onderzoek.
DOCUMENT
Jeugdformaat biedt residentiële jeugdhulp aan in de regio Haaglanden, bestaande uit logeerhuizen, aanleunwoningen en zelfstandige studio’s (HAT). Jeugdformaat wil weten hoe het met jongeren gaat die de logeerhuizen hebben verlaten. Met dit onderzoek trachten we deze vraag te beantwoorden. In het onderzoek is het sociaal-competentiemodel als kader gebruikt, omdat Jeugdformaat in de logeerhuizen vanuit dit model werkt. Dit model gaat er vanuit dat er voor elke levensfase bepaalde ontwikkelingstaken zijn die een kind dient te volbrengen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Jongeren kijken verschillend terug op de begeleiding door Jeugdformaat. De uitdaging voor Jeugdformaat zit vooral in het bieden van maatwerk: wat heeft welke jongere op welk moment aan begeleiding nodig? Jongeren zijn over het algemeen tevreden over de begeleiding bij onderwijs en werk, hun fysieke gezondheid en uiterlijke verzorging. Daarnaast vertellen enkele jongeren spontaan over de aandacht voor hun mentale gezondheid. Daarentegen is er volgens jongeren onvoldoende aandacht voor het onderhouden van vriendschappen en relaties en voor het zinvol invullen van hun vrije tijd. Alle jongeren hadden begeleiding nodig bij het vormgeven van de relaties met hun ouders en familie. Stimulering van het contact, begeleiding bij contactmomenten, reflectie op de contactmomenten en respect voor hun wensen rondom het contact hielpen daarbij. Wat betreft de veiligheid op de groep vinden jongeren het belangrijk dat algemene ruimtes schoon zijn en dat vriendschappen op de groep niet gestimuleerd worden. Daarnaast zeggen ze dat er streng gecontroleerd zou moeten worden op alcohol en drugs op de groep en op (seksuele) relaties tussen groepsgenoten, om zo ongewenste en onveilige situaties te voorkomen. Tenslotte vinden jongeren een goede voorbereiding op zelfstandigheid na hun verblijf bij Jeugdformaat belangrijk. Zij hebben hulp nodig bij het vinden van een geschikte woning, het leren omgaan met hun financiën en bij het vinden van hun weg naar instanties en regelingen die er zijn om hen te ondersteunen.
MULTIFILE
Vrijdag 18 oktober 2013 krijgen bewoners van een appartementencomplex in Ede om 18.00 uur te horen dat ze binnen een uur tijdelijk hun woning moeten verlaten. In een kelderbox van het complex zouden gevaarlijke stoffen, waaronder mosterdgas, zijn opgeslagen. De bewoners van de ongeveer vijftig woningen kunnen in een buurtcentrum voor koffie en thee terecht en naar verwachting rond 23.00 uur weer terugkeren. Het ruimen van de gevaarlijke stoffen duurt echter langer dan gepland. In plaats van gewoon thuis te kunnen slapen, kunnen de bewoners pas in de loop van zaterdagmorgen weer naar hun woning terug. De meeste bewoners weten zelf een vervangende slaapplaats te regelen. Voor 23 (van de 110) bewoners heeft de gemeente gezorgd voor een overnachting in een hotel. Op verzoek van de Veiligheidsregio Gelderland-Midden heeft de Inspectie Veiligheid en Justitie (Inspectie VenJ) het voorval in Ede geëvalueerd
DOCUMENT
Inleiding in Lessen uit crises en mini-crises 2013? Deze publicatie is de tweede in de reeks Lessen uit crises en mini-crises.In deze bundel worden – als vervolg op de twintig casus uit 2012 – achttien bijzondere gebeurtenissen uit het jaar 2013 beschreven en beschouwd. Sommigen zullen zich misschien afvragen: Waarom eentweede editie – was met de casus uit 2012 al niet alles gezegd? Ook bij ons is die vraag opgekomen en wij kwamen tot de conclusie dat een vervolg om verschillende redenen waardevol is.
DOCUMENT
As labour is becoming more and more knowledge controlled, it also getting closer to the individual person. We sometimes seem to forget this. To an increasing extent it is becoming a part of oneself and therefore of the personal identity. The increasing humanization of labour asks for an HRM-policy and an organizational context in which the individual is able to identify with the organization, colleagues, customers/clients and product. Heterononimous or abstract organizations, organizations in which the employees and civilians have been reduced to numbers and in which there is no real consideration for the individual differences, have to make way for organizational structures in which the individual feels (self) responsible again. The future lies with personal, tribally inspired organizations in which managers will be leaders and where employees and managers can show social commitment. Images like that of: the egocentric boss who by making swift career moves avoids responsibility for employee/co-worker and customer/client; of colleagues taking the day off without consultation or who are putting their phone through to someone else without saying so beforehand, meeting rooms which are not being cleaned up after use and the image of a Xerox machine not being refilled up with paper by anyone, are all too frequently dismissed as not being part of productivity.
DOCUMENT