Wat kunnen we leren van hulpverleningstrajecten die eindigen in specialistische jeugdhulp? Die vraag wilden we beantwoorden met ouders, jeugdigen, professionals en beleidsmakers in het landelijke onderzoek Ketenbreed Leren. Samen hebben we met de ‘kennis van nu’ gekeken welke factoren belemmerend zijn geweest of juist hebben geholpen om de hulp goed te laten verlopen. We hebben met elkaar verbeterpunten besproken en een leer- en verbeterbeweging in de regio proberen te creëren. Binnen het project Ketenbreed Leren wilden we leren van hulpverleningstrajecten waar specialistische of weinig voorkomende jeugdhulp is ingezet met als uiteindelijke doel om: - sneller effectieve jeugdhulp te kunnen inzetten, - steeds beter te kunnen voorkomen dat ernstige problematiek ontstaat en - steeds beter te kunnen voorkomen dat deze vormen van hulp ingezet moeten worden. In vijf regio’s in Nederland verrichtten regionale onderzoekspartners in samenwerking met collega-instellingen casusonderzoeken. Het casusonderzoek werd uitgevoerd bij jeugdigen die verbleven in een justitiële jeugdinrichting, jeugdzorg+-instelling, een orthopedagogisch behandelcentrum (OBC) of in de jeugd-GGZ. In de regio Zuid-Holland Noord werd het onderzoek uitgevoerd door Curium-LUMC en het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie van de Haagse Hogeschool. Het onderzoek loopt nog tot half 2022, waarbij de werving van casuïstiek liep tot half januari 2022. In deze factsheet beschrijven we alleen de resultaten van het casusonderzoek in de regio Zuid-Holland Noord, waar de regio Haaglanden onderdeel van is. In de loop van 2022 verschijnt een uitgebreide landelijke rapportage.
MULTIFILE
Deze inspiratiebundel laat zien hoe vanuit een sociaal perspectief in verschillende vormen en op verschillende niveaus wordt gewerkt aan gezondheid in de regio waar de Werkplaats actief is. Verspreid over achttien gemeenten staan tien leerrijke praktijken centraal. De variëteit is hoog: van kleine initiatieven en lokale projecten tot grotere pilot, campagnes en samenwerkingsprogramma’s. In deze inspiratiebundel gaan we met betrokken professionals in gesprek om te achterhalen wat werkt in de praktijk. De bundel wordt afgesloten met een korte analyse en aanbevelingen voor beleid en praktijk. De tien leerrijke praktijken laten zien dat zij een brede definitie van gezondheid hanteren, waarbij welzijn een prominente plaats krijgt om (zwaardere) zorg te voorkomen of uit te stellen. De praktijken introduceren nieuwe functies om verbindingen tussen domein aan te jagen en nieuwe samenwerkingsverbanden om van en met elkaar te leren. De praktijken zijn veelal lokaal ingebed en wijkgericht. De inspiratiebundel laat zien op welke uiteenlopende wijzen vanuit het sociaal domein wordt gewerkt aan gezondheid in de regio. Deze inspiratiebundel is een gezamenlijke uitgave met de Werkplaats Sociaal Domein Zuid-Holland Zuid en het Kenniscentrum Talentontwikkeling Hogeschool Rotterdam.
MULTIFILE
In deze publicatie leest u over de opbrengsten van de werkgroep van de Werkplaats Sociaal Domein Zuid-Holland Zuid die zich heeft gericht op de doorontwikkeling van sociale wijkteams. Veel gemeenten en organisaties staan nog altijd voor de uitdaging om de sociale - integrale - wijkteams door te ontwikkelen en aan te passen aan de nog steeds groeiende kennis en praktijkrelevante ervaring. Immers, veel sociale wijkteams bevinden zich nog altijd in een lerende en experimenterende fase van vallen en opstaan. In 'Ruimte voor ont-moeting' richten we ons op de verbeterslagen en komen de leerprocessen en leerervaringen van de werkgroep ‘Doorontwikkeling Sociale Wijkteams’ aan de orde. In de bijdragen wordt achtereenvolgens ingegaan op de vragen hóe en wát er met elkaar is geleerd: het eerste hoofdstuk richt zich op het proces en het tweede hoofdstuk op de leerresultaten. In beide hoofdstukken is er aandacht voor concrete voorbeelden uit de bijeenkomsten van de werkgroep die een illustratie bieden bij de beschreven thema’s. De bundel sluiten we af met aanbevelingen voor praktijk en beleid gericht op de blijvende doorontwikkeling van sociale wijkteams.
LINK
The HAS professorship Future Food Systems is performing applied research with students and external partners to transform our food system towards a more sustainable state. In this research it is not only a question of what is needed to achieve this, but also how and with whom. The governance of our food system needs rethinking to get the transformative momentum going in a democratic and constructive manner. Building on the professorship’s research agenda and involvement in the transdisciplinary NWA research project, the postdoc will explore collective ownership and inclusive participation as two key governance concepts for food system transformation. This will be done in a participatory manner, by learning from and with innovative bottom-up initiatives and practitioners from the field. By doing so, the postdoc will gain valuable practical insights that can aid to new approaches and (policy) interventions which foster a sustainable and just food system in the Netherlands and beyond. A strong connection between research and education is created via the active research involvement of students from different study programs, supervised by the postdoc (Dr. B. van Helvoirt). The acquired knowledge is embedded in education by the postdoc by incorporating it into HAS study program curricula and courses. In addition, it will contribute to the further professional development of qualitative research skills among HAS students and staff. Through scientific, policy and popular publications, participation in (inter)national conferences and meetings with experts and practitioners, the exposure and network of the postdoc and HAS in the field of food systems and governance will be expanded. This will allow for the setting up of a continuous research effort on this topic within the professorship via follow-up research with knowledge institutes, civic society groups and partners from the professional field.
The growing demand for both retrofitting and refitting, driven by an aging global fleet and decarbonization efforts, including the need to accommodate alternative fuels such as LNG, methanol, and ammonia, offers opportunities for sustainability. However, they also pose challenges, such as emissions generated during these processes and the environmental impacts associated with the disposal of old components. The region Rotterdam and Drechtsteden form a unique Dutch maritime ecosystem of port logistics, shipbuilding, offshore operations, and innovation facilities, supported by Europe’s largest port and world-class infrastructure connecting global trade routes. The Netherlands’ maritime sector, including the sector concentrated in Zuid-Holland, is facing competition from subsidized Asian companies, leading to a steep decline in Europe’s shipbuilding market share from 45% in the 1980s to just 4% in 2023. Nonetheless, the shift toward climate-neutral ships presents economic opportunities for Dutch maritime companies. Thus, developing CE approaches to refitting is essential for promoting sustainability and addressing the pressing environmental and competitive challenges facing the sector and has led companies in the sector to establish the Open Joint Industry Project (OJIP) called Circolab of which this PD forms the core.
De boeren in de regio Zuid-Holland en Zeeland die natuur inclusief werken in de landbouw hebben een kip-ei probleem: ze kunnen diverse graansoorten verbouwen en hebben veel meer capaciteit dan dat nu benut wordt. Echter vindt het graan zijn weg nog onvoldoende naar de consument. De keuze van de graansoorten en gevolgen van weersinvloeden beïnvloeden de bak-kwaliteit van het graan. Deze natuurlijk variatie is een belemmering. Deze belemmering willen we wegnemen door de bakkwaliteiten inzichtelijk te maken zodat men het regionale graan kan verwerken tot een bakkerijproduct. In onze huidige samenleving wordt graan door grote internationale molenaars wereldwijd opgekocht en geblend tot een gemiddelde samenstelling voor productgroepen. Dit is voor de korte keten een onhaalbaar proces. Wij richten ons in dit onderzoek op wat wel haalbaar is voor Nederlandse bakkers/consumenten/horeca om dit graan te verwerken. Wij maken van het graan een Rotterdamse Bakmix, met een werkwijze voor consumenten/bakkers/horeca om het graan te verwerken. Met als doel om meer graan te verbouwen voor consumptie uit onze regionale voedselketen.