Het is even wennen: een prikkel bij de koffie die de pauze op scherp zet. "Zonder insecten kunnen wij geen koffie drinken." Akkerbouwer Pyt Sipma uit Engwierdum pakte zo het publiek op het aardappelveld onder Wierum van hobbyboer Goasse Venema uit Ternaard zaterdag bij het hart.
LINK
Rassenkeuze is een jaarlijks terugkerende beslissing voor zetmeelaardappeltelers. Hulp bij deze rassenkeuze is door meer dan 80% van de telers als zeer belangrijk aangegeven in de AGROBIOKON-enquete over Kennisoverdracht. OPTIRas is een hulpmiddel om het juiste ras voor uw doeleinden en percelen te selecteren. OPTIRas is op Kennisakker.nl te vinden. Rassenkeuze wordt bepaald door voorkeuren van de teler en door de bedrijfs- en per-ceelsomstandigheden, waaronder aardappelmoeheid. Analyse van de TBM- gegevens toont aan dat 80-90% van de percelen nog steeds besmet is met AM. Voor het zet¬meelaardappeltelend gebied is dit een gemiddelde schade van bijna 150 euro/ha. Dit is niet nodig! Er zijn sinds midden jaren negentig voldoende resistente en hoog-resistente rassen die aardappelmoeheid kunnen terugdringen. De vuistregel is teel rassen die hoog-resistent (HR) en hoog-tolerant zijn voor alle pathotypen. De rassen Festien, Mer¬cury, Seresta, Starga en Valiant zijn allen HR voor alle pathotypen. Deze rassen kunnen in een aantal jaren AM-besmettingen naar aanvaardbare niveaus terugdringen. OPTIRas, het rassenkeuzeadviessysteem combineert de voorkeuren van de teler met de AM-besmettingsgraad. De teler kan zelf op basis van de financiële informatie, agrono¬mische informatie en de AM-besmettingsgraad keuzes maken die een duurzaam rende¬ment realiseren. OPTIRas is gratis toegankelijk voor iedere teler op www.kennisakker.nl. Kennisakker is de internetsite voor de teler die op de hoogte wil zijn van de actuele kennisontwikkelingen in de akkerbouw. Het door de teler gezaaide onderzoek wordt geoogst op Kennisakker.nl.
DOCUMENT
LINK
LINK
Plant parasitaire aaltjes (nematoden) zijn een groot probleem in de land- en tuinbouw. Chemische bestrijding is niet langer gewenst. Biologische bestrijding van aaltjes is een welkom alternatief. Het Afrikaantje (Tagetes erecta) is een biologische bestrijder van het uiterst schadelijke wortellesie aaltje Pratylenchus penetrans, dat veel schade in de bollen- en aardappelteelt veroorzaakt. De inzet van Tagetes wordt beperkt door de hoge teeltkosten zonder dat daar een oogstbaar product tegenover staat. Tagetes wordt na teelt in zijn geheel in de bodem als groenbemester ingewerkt. De bloemen van Tagetes zijn rijk aan de carotenoïde inhoudstoffen luteïne en zeaxanthine. Luteïne heeft een actieve werking onder andere bij het voorkomen van leeftijd gerelateerde netvlies degeneratie (ARMD) en als anti-aging ingrediënt bij huidverzorgende cosmetica. Luteïne is een krachtig antioxidant en beschermt de huid tegen schadelijke UV-stralen. Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een circulair ontwerp voor het duurzaam bestrijden van plant parasitaire aaltjes met Tagetes vanggewassen waarbij restproducten van de biologische bestrijding benut worden voor creëren van producten met extra toegevoegde waarde voor anti-aging cosmetica. Op deze wijze ontstaat een nieuwe productieketen die een volwaardig alternatief is voor chemische grondontsmetting waarbij tegelijkertijd hoogwaardige consumententoepassingen mogelijk zijn. Luteïne is met superkritische CO2 als groen extractie middel in zeer zuivere vorm uit de bloemen van Afrikaantjes geëxtraheerd. Mogelijke verbetering is door ook plantaardige olie (zonnebloemolie) te gebruiken. Luteïne extracten zijn in-vitro en in-vivo getest. Luteïne voorkwam collageen afbraak in huidcellen. Gebruik van luteïne rijke cosmetische crèmes door vrijwilligers verhoogde huidhydratie en huid elasticiteit.Kosten-Baten analyse van het circulaire luteïne productieproces met superkritisch CO2 extractie liet zien dat deze keten in principe rendabel kan zijn als plantaardige al mede-oplosmiddel gebruikt wordt. Hiermee is in principe een duurzaam circulair proces te creëren voor zowel biologische betrijding van planteziekten als voor hoogwaardige consumentenproducten.
DOCUMENT
-De opbrengst van het Omgevingslab Fries Platteland bestaat uit drie delen: 1. De “SYNTHESE” van omgevingslabs. De Synthese is een beknopt overzicht van de resultaten en een overzicht van de meest opvallende punten die uit de Omgevingslabs Fries Platteland naar voren komen. 2. Het “PROCESVERSLAG” van de opbrengsten van het Omgevingslab Fries Platteland. Dit verslag is bedoeld als terugkoppeling naar de deelnemers aan de omgevingslabs. Voor de leesbaarheid is deze opgenomen in bijlage 1. 3. Het “MENGPANEEL FRIES PLATTELAND” met bijbehorende gebruiksaanwijzing. Dit hoofdstuk kent als doelgroep/lezerspubliek de opstellers van omgevingsvisies die in samenspraak met hun bestuurders tot een passend invulling van de omgevingsvisie moeten. Het Mengpaneel Fries Platteland is het instrument dat de overheidspartijen in Fryslân kunnen (gaan) gebruiken om hun omgevingsvisies te maken. Het mengpaneel geeft relevante informatie en kan aangevuld worden met andere informatiebronnen zoals om in het onderdeel ‘gebruiksaanwijzing wordt uitgelegd.
DOCUMENT
De onderzoeksgroep Cybersafety van NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden, heeft in opdracht van het Digital Trust Center (DTC), in kaart gebracht in hoeverre de Basisscan Cyberweerbaarheid leidt tot gedragsverandering bij ondernemers. In totaal zijn achttien ondernemers, variërend qua omvang, bedrijfstak en geografische ligging, betrokken bij het onderzoek. Respondenten zijn daartoe tweemaal geïnterviewd. Het eerste interview was een zogenoemde nulmeting waarin de uitgangssituatie in kaart werd gebracht. Dit betrof ten eerste de mate waarin men aan de vijf door het DTC onderscheiden basisprincipes, zoals het uitvoeren van software-updates en het reguleren van toegang tot systemen, invulling gaf en ten tweede de achterliggende factoren zoals houdingaspecten en omgevingsinvloeden die daaraan ten grondslag liggen. Het tweede interview werd gehouden nadat de respondent de basisscan had ingevuld en stond in het teken van gedragsverandering en de mogelijke wijzigingen in achterliggende factoren.
DOCUMENT
Dit artikel gaat over de mogelijke introductie van micro-aardappelen, ofwel microtubers, op de Europese markt en de uitdagingen met betrekking tot alkaloïden. Aardappelen zijn wereldwijd essentieel voor voedselzekerheid, maar microtubers, kleine aardappelknollen, blijven relatief onbekend. Nederlandse producenten overwegen deze kleine knollen te gebruiken voor voedselproducten, maar de aanwezigheid van alkaloïden is een belangrijk aandachtspunt. Alkaloïden zijn natuurlijke stikstofhoudende verbindingen die in veel planten voorkomen, waaronder aardappelen (Solanum tuberosum L.). Sommige alkaloïden, zoals solanine en chaconine, kunnen schadelijk zijn bij inname in grote hoeveelheden, terwijl andere gunstige effecten kunnen hebben, zoals antioxidanten-eigenschappen. De regulering en etikettering van alkaloïden in voedsel variëren, wat de uitdagingen voor producenten benadrukt. Hoewel er interesse lijkt te zijn in microtubers in de Europese fine dining sector, zijn er momenteel weinig aanwijzingen voor een aanzienlijke markt voor consumptie van deze kleine aardappelen in Europa. In Oost-Aziatische landen worden microtubers voornamelijk gebruikt als pootgoed, wat de huidige beperkte kennis over het marktpotentieel in Europa benadrukt. Dit artikel benadrukt het belang van zorgvuldige teeltpraktijken en marktonderzoek voordat er grootschalige investeringen worden gedaan in de commerciële teelt van microtubers voor consumptie in Europa. De wetgeving met betrekking tot alkaloïden is momenteel nog niet concreet, en verder onderzoek is nodig om de gezondheidseffecten en mogelijke risico's beter te begrijpen. Samengevat, dit artikel biedt inzichten in de potentie van microtubers op de Europese markt, waarbij rekening wordt gehouden met de aanwezigheid van alkaloïden en hun impact op gezondheid en voeding. Het stimuleert producenten en onderzoekers om de mogelijkheden van microtubers verder te verkennen en te benutten.
DOCUMENT
Bij het klimaatrobuust inrichten van een beekdallandschap ontstaan er plaatsen waar agrarische percelen natter worden. Op deze percelen is dan een andere bedrijfsvoering nodig. Natte landbouw (paludicultuur) kan een oplossing bieden waar zowel de agrariër als de natuur een voordeel hebben. Uit dit onderzoek blijkt dat er veel soorten natte teelten geschikt zijn. Lisdodde heeft de meeste potentie om een rendabele teelt te worden vanwege de teeltmogelijkheden en groeiende afzetmarkt. Er komen steeds nieuwe toepassingen op de markt, zoals de verwerking tot duurzame, veenvrije potgrond. De business case voor lisdodde is nu nog niet sluitend. Teelt wordt rendabeler als de markt volwassener wordt en ecosysteemdiensten worden beloond. Hoe de biodiversiteit versterkt kan worden met een slimme landschappelijke inpassing van natte teelten wordt momenteel nog onderzocht. Zo kunnen in de toekomst landbouw en natuur nog meer baat hebben bij een klimaatrobuuste water- en landinrichting.
DOCUMENT
Nieuw-Zeelandse spinazie is een kansrijk gewas voor de teelt op brak (grond)water of op verzilte gronden. Deze teelthandleiding bevat informatie voor telers die geïnteresseerd zijn om met het gewas aan de slag te gaan. Nieuw-Zeelandse spinazie, zilte teelt, proeftuin, landbouw meerdere smaken
DOCUMENT