In dit onderzoeksrapport wordt antwoord gegeven op de vraag “In hoeverre is het wenselijk dat jonge mantelzorgers zorgen voor naaste familieleden?”. Om deze vraag te beantwoorden is allereerst een literatuurstudie verricht naar de beschikbare gegevens over de situatie van jonge mantelzorgers en thema’s die spelen. Vervolgens zijn diepte-interviews afgenomen bij jonge mantelzorgers aan de hand van een vragenlijst met verdiepende thema’s verkregen uit de literatuurstudie. In de interviews is op zoek gegaan naar unieke verhalen over bijzondere situaties achter de voordeur, naar details op microniveau die vanuit de bestudeerde literatuur nog niet bekend zijn. Voor dit kwalitatieve onderzoek is gekozen vanuit de visie en het inzicht dat afstemming in de zorgtriade tussen zorgvrager, jonge mantelzorger en beroepskracht vraagt om gedetailleerde informatie over hoe de jonge mantelzorger de situatie ervaart en beleeft. Naast negatieve gevolgen zoals overbelasting, gezondheidsklachten, isolement, studievertraging of psychische problemen, zijn er ook positieve kanten aan het langdurig zorgen voor een zieke naaste. Zo leert de jonge mantelzorger verantwoordelijkheid te nemen, zelfstandig te handelen, doortastend te zijn en liefdevol te zorgen voor anderen. Kwaliteiten die hen in de ouderrol of als professional goed van pas zullen komen, mits zij hier niet in doorslaan. Opvallend is dat de geïnterviewde jonge mantelzorgers de zorgsituatie waarin zij zitten niet loslaten, hoe moeilijk deze soms ook voor hen is. De zorg voor de naaste gaat altijd voor, andere dingen in het dagelijks leven zoals school, vrienden en sport zijn hier ondergeschikt aan. Aandacht en steun van familie, vrienden en professionals voor hun zorgsituatie vragen zij nauwelijks. Maar helpen wel degelijk om een passende balans te vinden tussen zorgtaken, studie en persoonlijke ontwikkeling. De in dit rapport opgenomen unieke profielen van Aisha, Nadzine, Karin, Ricardo, Siham en Kimberley dragen hier mogelijk aan bij.
Er zijn tegengestelde trends zichtbaar. Enerzijds is de samenleving erop uit minder in te grijpen in de privésfeer en de oplossing van problemen rond opgroeien en veiligheid zo veel mogelijk bij de jeugdigen, het gezin en het sociale netwerk te laten. Anderzijds willen steeds meer partijen (zoals gemeenten) gedwongen ingrijpen achter de voordeur juist beter mogelijk maken, vanuit zorg voor de onveiligheid van kinderen of de samenleving. Er is behoefte aan een heldere visie op een verantwoorde jeugdhulp, waarin het perspectief op veiligheid en het perspectief op verandering vanuit eigen kracht goed samen kunnen gaan. Waarin beide perspectieven tot hun recht kunnen komen als de situatie daarom vraagt en waarin zowel de gemeentelijke overheid als professionals zich baseren op de wetenschappelijke kennisbasis van het werken binnen en buiten het gedwongen kader. Zodat adequaat gereageerd kan worden op situaties waarin de veiligheid van kinderen in gevaar is, of waarin kinderen (jeugdigen) door hun gedrag onveiligheid veroorzaken.