Het doel van dit pilotonderzoek is om een beschrijving te geven van de neuropsychologische en LVB-kenmerken van jongvolwassen reclassanten. Daarnaast wordt, op basis daarvan, een aanzet geboden tot handvatten voor de bejegening en behandeling in de reclasseringspraktijk en voor vervolgonderzoek. Hieruit volgen de onderzoeksvragen: 1 Hoe ziet de groep onder reclasseringstoezicht-gestelde jongvolwassenen er uit betreffende LVB-kenmerken als intellectuele en adaptieve beperkingen? 2 Hoe ziet de groep onder reclasseringstoezicht-gestelde jongvolwassenen er uit betreffende neuropsychologische kenmerken? 3 Welke handvatten voor de praktijk en adviezen voor onderzoek kunnen worden geformuleerd op basis van de bevindingen uit vraag 1 en 2?
MULTIFILE
Dit rapport gaat over hoe formele en informele politieke participatie van adolescenten en jongvolwassenen (16-27 jaar) in Amsterdam Noord, Nieuw-West en Zuidoost zich verhouden tot participatieve ongelijkheid in de stad. We stellen ons in dit rapport de vraag welke rol lokale (zelf)organisaties, bewonersinitiatieven en jongerenplatforms kunnen spelen in het bestrijden van participatieve ongelijkheid. Om de vraag te kunnen beantwoorden in hoeverre praktijken van politieke participatie ook daadwerkelijk leiden tot meer invloed van jongeren op politieke besluitvorming maken we gebruik van het concept ‘linking sociaal kapitaal’. We hebben ons specifiek gericht op groepen jongeren tussen de zestien en zevenentwintig jaar voor wie de opkomstcijfers laag zijn. Welke ervaringen hebben zij met participatie en hoe verhouden hun ervaringen zich tot de ervaringen en verwachtingen van politici, bestuurders en beleidsmakers? Wie speelt een rol in het verbinden van jongeren aan overheidsinstellingen en hoe gaan deze sleutelfiguren te werk? Hoe verlopen ontmoetingen tussen jongeren en representanten van de overheid, en in hoeverre lukt het initiatieven die (in)formele participatie van jongeren willen versterken om hun invloed te vergroten? Dit onderzoek is tot stand gekomen met behulp van financiering door Het Kenniscentrum Ongelijkheid. Onderzoekers: Sietske Zweegman, Femke Kaulingfreks, Floris Vermeulen, Sharifah Redan, Zulia Rosalina, Elena Ponzoni, met medewerking van Charissa Leiwakabessy, Reyhan Bencan en Malisa Agyeiwaa
DOCUMENT
In 2012 is door de 3RO een methodiek in gebruik genomen voor het werken met jongvolwassen cliënten. In deze methodische handreiking voor de jeugd- en volwassenreclassering staan theorieën, methoden en werkwijzen beschreven voor adolescenten en jongvolwassenen. In 2024 constateerden de 3RO dat deze methodiek geactualiseerd diende te worden. In datzelfde jaar is een geheel vernieuwde editie van het boek Werken In Gedwongen Kader (WIGK) verschenen. De 3RO gebruiken dit boek als de leidende methode voor het reclasseringswerk. De theorieën, methoden en werkwijzen die in dit boek staan beschreven, gelden ook voor jongvolwassen cliënten bij de reclassering. Doel van het JOVO-project (15 april 2024 t/m 15 mei 2025) was te onderzoeken welke specifieke aanvullingen op het boek WIGK nodig zijn voor jongvolwassenen en deze vervolgens samen te brengen in een praktische handreiking. Er is een literatuurstudie uitgevoerd, er zijn interviews gehouden en een focusgroep, waaraan 3RO-beleidsadviseurs, uitvoerende reclasseringswerkers, externe experts en ervaringsdeskundigen hebben deelgenomen. Dit resulteerde in een breed scala aan werkwijzen en actuele thema’s die als essentieel werden beschouwd voor de begeleiding van jongvolwassen cliënten binnen de volwassen reclasseringspraktijk (18-23 jaar). Uiteindelijk zijn 9 thema’s als prioriteit vastgesteld.
DOCUMENT
Niet iedereen heeft dezelfde kansen om aan de samenleving mee te doen. Sinds de Koppelingswet in 1998 werd ingevoerd om illegaal verblijf in Nederland te ontmoedigen, is een rechtmatige verblijfsstatus een voorwaarde voor de toegang tot (sociale) voorzieningen (1). Deze wet staat een beperkt aantal uitzonderingen toe, onder meer met betrekking tot het recht op onderwijs. Dit recht vervalt wanneer een individu zonder een rechtmatige verblijfsstatus de leeftijd van 18 jaar bereikt (art. 10 lid 2 Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000)). Dit is het moment waarop een individu voor de Nederlandse wet als meerderjarig en beslissingsbevoegd beschouwd wordt. Waar voor jongvolwassenen zonder rechtmatige verblijfsstatus een juridische harde knip wordt gehanteerd, kunnen rechtmatig verblijvende leeftijdsgenoten rekenen op een verruiming van de rechtsbescherming. De vraag die in deze bijdrage centraal staat, is tweeledig: enerzijds onderzoeken wij hoe de toegang van ongedocumenteerden tot onderwijs in Nederland na de leeftijd van 18 jaar eruitziet. Daarnaast staan wij stil bij de vraag waarom die toegang juist voor deze groep zo belangrijk is. We staan zo uitvoerig stil bij onderwijs omdat de (criminologische) literatuur laat zien dat een goede onderwijsloopbaan beschermt tegen zowel dader- als slachtofferschap van criminaliteit (2). Om aan deze samenleving volwaardig te kunnen participeren is een goede schoolloopbaan randvoorwaardelijk. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd. Eerst wordt de achtergrond van de Koppelingswet geschetst. Vervolgens wordt uitgelegd in welke mate jongvolwassenen die niet in het bezit zijn van een rechtmatige verblijfsstatus, recht hebben op toegang tot onderwijs. Daarna wordt stilgestaan bij het feit dat er voor jongvolwassenen met een rechtmatige verblijfsstatus een juridische transitiefase bestaat, maar voor ongedocumenteerde jongvolwassenen niet. Aan de hand van het antropologische concept ‘liminaliteit’ en de criminologische concepten ‘maatschappelijke kwetsbaarheid’ en ‘zemia’ wordt inzicht gegeven in het belang van toegang tot onderwijs voor jongeren zonder een rechtmatige verblijfsstatus. Er wordt afgesloten met een bondig slotakkoord: is die 18de verjaardag nu echt een feest waard? 1. Kamerstukken II 1993/1994, 23540, nr. 3. 2. Met name in de hoek van de zogeheten ‘sociale controle’-theorieën hechten criminologen grote waarde aan school. Zie in dit verband onder meer het werk van de Amerikaanse criminoloog Hirschi.
DOCUMENT
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste verklaringsmodellen voor de individuele variaties in delictgedrag tijdens de overgang van adolescentie naar volwassenheid, besproken. Bron: Jonge criminelen die volwassen worden. Titel beschikbaar voor studenten en docenten van de Hogeschool Utrecht.
MULTIFILE
In dit onderzoek stonden de ervaring en beleving van jongeren (specifiek middelbare scholieren) rondom het opgroeien in de huidige digitale wereld – meer specifiek met sociale mediasites – centraal. Middels dit onderzoek beoogden we enerzijds een bijdrage te leveren aan het begrijpen van de veronderstelde relatie tussen sociale mediagebruik en identiteitsontwikkeling van jongeren, en anderzijds jongeren te positioneren om adviezen te geven aan ouders en professionele opvoeders rondom dit thema. In de rapportage wordt beschreven wat de aanleiding voor dit onderzoek was, waarna de onderzoeksvraag, doelstelling, onderzoeksmethoden en resultaten achtereenvolgens worden weergegeven. Het rapport sluit af met een door de jongeren geformuleerd advies voor een lyceum.
MULTIFILE
Recensie van het rapport van de Nederlandse Taalunie: een inventarisatie over wat er aan literatuur moet worden gedaan op de Nederlandse en Vlaamse scholen.
DOCUMENT
Purpose: To study the association between fatigue and participation and QoL after acquired brain injury (ABI) in adolescents and young adults (AYAs). Materials & Methods: Cross-sectional study with AYAs aged 14–25 years, diagnosed with ABI. The PedsQL™ Multidimensional Fatigue Scale, Child & Adolescent Scale of Participation, and PedsQL™4.0 Generic Core Scales were administered. Results: Sixty-four AYAs participated in the study, 47 with traumatic brain injury (TBI). Median age at admission was 17.6 yrs, 0.8 yrs since injury. High levels of fatigue (median 44.4 (IQR 34.7, 59.7)), limited participation (median 82.5 (IQR 68.8, 92.3)), and diminished QoL (median 63.0 (IQR 47.8, 78.3)) were reported. More fatigue was significantly associated with more participation restrictions (β 0.64, 95%CI 0.44, 0.85) and diminished QoL (β 0.87, 95%CI 0.72, 1.02). Conclusions: AYAs with ABI reported high levels of fatigue, limited participation and diminished quality of life with a significant association between fatigue and both participation and QoL. Targeting fatigue in rehabilitation treatment could potentially improve participation and QoL.
MULTIFILE
Dit is de eerste onderzoeksrapportage van het onderzoek naar daderanalyse van woninginbrekers. In deze rapportage worden de resultaten gepresenteerd van een eerste verkenning naar de mogelijkheden te komen tot een categorisering van verdachten van woninginbraak. Dit project is uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Utrecht. Met dit onderzoek wordt een eerste stap gezet in het maken van een informatiegestuurde analyse over plegers (verdachten) van woninginbraak.
DOCUMENT
Dit is een overzicht van methodieken, tools en handvatten om seksualiteit bespreekbaar te maken met jongeren.
DOCUMENT