Praktijkgericht onderzoek is wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd met als primair doel om praktische impact in relevante werkvelden te realiseren. Praktische relevantie en methodische grondigheid zijn niet alleen abstracte eigenschappen van onderzoek, maar ook competentiedimensies die het praktijkgerichte onderzoek binnen het hoger beroepsonderwijs aandrijven. Bij methodische grondigheid gaat het in de kern om het vermogen de wetenschappelijke bewijskracht van het onderzoek te optimaliseren. Bij praktische relevantie om het vermogen te adviseren en interveniëren in de praktijk op basis van overtuigingskracht en het creëren van draagvlak. Deze twee dimensies verschillen wezenlijk van elkaar en vergroten de conceptuele helderheid binnen het praktijkgerichte onderzoek. Ze dragen zo bij aan betere demarcatie tussen theoriegericht en praktijkgericht onderzoek, betere integratie van onderzoeks- en beroepsonderwijs en betere verbinding tussen onderwijs in onderzoeksvaardigheden en lectoraatsonderzoek. Dit zal leiden tot een aanscherping van de methodologie, didactiek en het assessment van het praktijkgerichte onderzoek en daarmee tot verdere professionalisering en kwaliteitsverbetering.
Binnen het projectonderwijs wordt nog vaak drooggezwommen. Enerzijds door de verstrekte projectopdrachten anderzijds door de suboptimalisatie van oplossingen. Deze zijn namelijk sterk afhankelijk van de verbonden modules en docenten. In de praktijk zijn de oplossingen echter altijd een afweging van tijd, geld en kwaliteit. Onze Human Engineers leren om daar op een goede manier mee om te gaan. Dit door de integratiemodule Integrated Product Development (IPD). IPD is een multidisciplinair project waarbij studenten van verschillende Fontys Instituten werken aan de commercikle en technische uitwerking van een bedrijfsopdracht. Marktonderzoek, doelgroep bepaling en productspecificatie zijn een vast onderdeel van een IPD project evenals het ontwerpen en bouwen van een prototype en het financieel onderbouwen van een Go/NO go advies aan de ondernemer. Het project vindt plaats in het laatste onderwijssemester, net vssr het afstuderen en is dus te zien als een open project met een bedrijf als opdrachtgever. De Human Engineering studenten zijn in deze projecten de verbindende schakel. De specialisten in de projectgroepen, de technische studenten, willen nogal eens zoeken naar mooie oplossingen vooral in technische zin. Daarbij gaan ze vaak volledig voorbij aan het belang van de ondernemer (winst maken) en het belang van de klant (kwaliteit en bedieningsgemak). Ook het projectwerk heeft een enorme sprong vooruit gemaakt door het team uit te breiden met Human Engineers. De Human Engineering studenten focussen vooral ook op het halen van targets (kosten) en deadlines (tijd), het maken en nakomen van afspraken en de communicatie binnen de groep en naar buiten toe (ondernemer en klant). Huidige studenten en alumni geven aan dat het project zeer realistisch is en dat het vergelijkbaar is met problemen die ze in hun werk tegen komen. Zeker blijven doen is hun advies. Organisatorisch vergt het wel een en ander omdat er bijvoorbeeld afstemming dient te komen tussen de verschillende instituten met betrekking tot: beoordeling van de studenten, afstemmen van lesroosters en vergoeding voor docenten. Ook het onderhouden van bedrijfsrelaties om bijvoorbeeld aan de opdrachten te komen blijft een moeilijke, tijdrovende zaak.
Professionals in het hbo hebben de afgelopen jaren op veel verschillende manieren aan hun toetsbekwaamheid gewerkt. Ter afronding van het project Je Ogen Uitkijken is inzicht verkregen in hoe hbo-professionals zich de afgelopen jaren hebben geprofessionaliseerd op hun toetsbekwaamheid en hoe de activiteiten die zij hebben gedaan hebben bijgedragen aan (het vergroten van) hun toetsbekwaamheid. In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van een vragenlijstonderzoek uitgezet onder hbo-professionals. Alle hogescholen in Nederland (n=38) zijn vanuit de Vereniging Hogescholen aangeschreven om deel te nemen aan het onderzoek. De professionaliseringsactiviteiten die hbo professionals het meest hebben ondernomen zijn het bijwonen van kalibratiesessies, intervisies, en bijeenkomsten over toetsing op de eigen hogeschool. Een grote groep professionals gaf aan zich vooral te professionaliseren op toetsbekwaamheid uit eigen interesse. Het toepassen van nieuwe toetsvormen, het volgen van een onderwijskundige opleiding met aandacht voor toetsing en het volgen van intervisie en kalibratiesessies hebben de grootste bijdrage geleverd aan toetsbekwaamheid. De verankering van toetsbekwaamheid is volgens de hbo professionals vooral duurzaam doordat ze hun kennis en vaardigheden blijven ontwikkelen en doordat ze samenwerken met collega’s aan toetsvraagstukken.
Het project FIXAR richt zich op het beantwoorden van de vraag: Hoe kan de luchtvaart- en windenergiesector composietenreparaties middels geautomatiseerde technologieën economisch verantwoord maken? Deze vraag komt voort uit eerdere ervaringen in RAAK-mkb projecten op het gebied van composietfabricage, oriëntatie op de nationale en internationale markt en uit de feedback van het betrokken mkb. Het mkb staat voor de uitdaging kennis en ervaring met automatiseringsoplossingen op te doen en nieuwe inspectietechnologieën in te voeren, wil het de groeiende behoefte aan composietenreparaties het hoofd bieden. De doelstelling van het project is dan ook, het door praktijkgericht onderzoek ontwikkelen van geautomatiseerde methoden voor duurzame geautomatiseerde composietenreparaties die technisch- en economisch haalbaar zijn. Om dit doel te bereiken wordt door Hogeschool Inholland samengewerkt met een aantal kennisinstituten en mkb-partners. Het project is opgebouwd rondom vier deelonderzoeken. Hiermee zijn alle aspecten van composietenreparaties gedekt; hulpmiddelen voor geautomatiseerde reparaties, inspectie en validatie, materiaalonderzoek en opleiding van medewerkers. Gelet op de state of the art-kennis, ligt de focus op luchtvaart en windenergie. Het zijn namelijk juist deze twee sectoren die het meest van elkaar kunnen profiteren. Binnen de deelonderzoeken komen state of the art-zaken aan bod als drones en Augement Reality. Aangezien het onderzoek zich richt op actuele problemen bij de bedrijven, zal een deel van het onderzoek bij de bedrijven zelf plaatsvinden en kunnen deze bedrijven direct profiteren van de resultaten van het onderzoek. In het onderwijs komen stage- en afstudeerplekken beschikbaar voor de studenten van de deelnemende hogescholen. Daarnaast vindt er een duurzame vertaalslag plaats van de projectresultaten en bevindingen middels het realiseren van onderwijsmateriaal t.b.v. de curricula van de opleidingen aviation, luchtvaarttechnologie, werktuigbouwkunde, en technische informatica. Het project heeft een blijvende impact op de beroepspraktijk omdat het deelnemende mkb met de resultaten uit dit project hun kennis van reparatieprocessen op hoger niveau brengt.
Deze postdoc aanvraag beschrijft de opzet van een onderzoek naar hoe online deliberatie door burgers een formele werking kan krijgen in gemeentelijke besluitvorming. Online deliberatie betekent dat burgers in een online platform meningen en argumenten vormen en deze met elkaar bespreken en beoordelen om hierna tot een gezamenlijk besluit te komen over beleid en wetgeving. In een goed ontworpen online platform kunnen deze gezamenlijke besluiten van burgers daarna een formele werking krijgen in de gemeentelijke besluitvorming waarmee de democratie wordt versterkt. Nederland kent inmiddels veel verschillende online burgerparticipatieplatformen maar nochtans zijn er geen platformen die burgers middels online deliberatie ook formele zeggenschap geven in gemeentelijke besluitvorming. Maar hoe ziet zo’n online platform eruit en aan welke voorwaarden moet het proces van online deliberatie voldoen zodat het een formele werking kan krijgen in de gemeentelijke besluitvorming? Dit postdoc project onderzoekt deze vragen in drie fasen. In fase 1 wordt de huidige context van online deliberatie in kaart gebracht en worden middels literatuuronderzoek en expertinterviews de juridische en bestuurlijk randvoorwaarden van formele burgerzeggenschap in besluitvorming onderzocht. In fase 2 wordt onderzocht wat gemeenten en burgers nodig hebben om uitkomsten uit online deliberatie een rol te laten spelen in gemeentelijke besluitvorming. In fase 3 worden de uitkomsten van fase 1 en fase 2 vertaald naar bruikbare ontwerpeisen en zal er middels ontwerponderzoek geëxperimenteerd worden met verschillende prototypes van online deliberatieplatformen om daarmee de opgestelde ontwerpeisen verder te verfijnen. Een belangrijk onderdeel van dit postdoc project is de samenwerking met docenten en studenten van vier verschillende opleidingen. Elke fase bevat meerdere vragen die door middel van afstudeerwerken zullen worden beantwoord. Het totale project is begroot op 1350 uur verdeeld over 24 maanden.
De retailsector verandert diepgaand en structureel. Door ontwikkelingen in technologie, sociaal-culturele en demografische trends en ook door veranderingen binnen het domein van retail zelf, staan veel ondernemingen en andere stakeholders, zoals gemeenten, de vastgoedsector en toeleveranciers van het winkelbedrijf voor belangrijke uitdagingen. Dit veld vormt een belangrijk onderzoeksthema van praktijkgericht onderzoek van lectoraten binnen het Hoger Beroepsonderwijs. Dat is nu nog versnipperd, maar kan en kracht en relevantie winnen bij samenwerking. Het lectorenplatform Retail Innovation beoogt door middel van bundeling en gecoördineerde en deels gezamenlijke uitvoering van nieuw praktijkgericht retail onderzoek door de lectoren in het HBO een betere gestructureerde bijdrage leveren aan de noodzakelijke innovatie in de retailsector in Nederland, in het bijzonder op basis van de nationale retail(onderzoeks)agenda. Vanuit die bundeling de verbinding leggen met de retailsector, samen met geassocieerde partners zoals TKI CLICKNL, belangstellende universiteiten en relevante organisaties en vertegenwoordigers van de retailsector om de doorwerking van bevindingen en resultaten verder te versterken.