PurposeThe aim of this study is to evaluate the feasibility of a telehealthcare application for operable lung cancer (OLC) patients, consisting of ambulant symptom and physical activity monitoring (S&PAM) and a web-accessible home-based exercise program (WEP), and identify possible barriers for successful adoption and implementation.MethodsA two-stage mixed methods design was used, in which 22 OLC patients and their treating healthcare professionals (HCPs) participated from pre-surgery to three (stage 1; n = 10) or six (stage 2; n = 12) months post-surgery. Actual use and acceptability (usability, usefulness, and satisfaction) were evaluated.ResultsSeventeen OLC patients (age (SD): 59 (8) years; 8 female) actively used the modules. S&PAM use varied from 1 to 11 monitoring days prior to outpatient consultations. Patients used WEP most frequently during the first 5 weeks, with an average of four logins a week. Fifty-eight percent used WEP beyond 7 weeks. No adverse situations occurred, and patients felt confident using the applications.Perceived added value included active lifestyle promotion, decreased anxiety, and accessibility to specialized HCPs. Physiotherapists used WEP as intended. Contrarily, physicians scarcely used information from S&PAM. To promote future adoption, strategies should focus on high-level patient tailoring of the technology, and formalization of including the applications in the clinical workflow.ConclusionsAmbulant monitoring and web-accessible home exercise is clinically feasible for OLC patients. However, low level of adoption by referring physicians may hamper successful implementation.Implications for cancer survivorsPatients perceived both ambulant monitoring and web-accessible exercise as an added value to regular care and feasible to use in the period before and after lung resection.
MULTIFILE
This article examines two areas of tension within environmental ethics literature and relates them to the case study of the animal representation in the Dutch media. On the one hand, there is a tension between those who propagate clear division between anthropocentric and non-anthropocentric views; on the other hand, there is a tension between the land ethics perspective and animal right proponents. This article examines the media representation of animals using content analysis, and links the findings back to the areas of tension within environmental ethics. The main findings indicate that the division between anthropocentric and ecocentric perspectives is still relevant for evaluating the human-animal relations, while the convergence of the land ethics and animal rights perspectives can be helpful in explaining why this division is relevant. This is a post-peer-review, pre-copyedit version of an article published in "Environmental Processes".The final authenticated version is available online at: https://doi.org/10.1007/s40710-014-0025-7 https://www.linkedin.com/in/helenkopnina/
MULTIFILE
Background Traumatic injuries are of global health concern and significant contributors to Emergency Department (ED) and hospital workload. Aim To compare patterns of traumatic injuries among patient presentations to the ED across different modes of arrival (ambulance, police, or private transport) and to examine the predictors of an ED length of stay (LOS) exceeding 4 hours and hospital admission requirement. Methods A retrospective observational study using 6 months of health data (8th October 2012–7th April 2013) of ED patient presentations made to one large, regional ED in Queensland, Australia, with a diagnosis code related to trauma. Findings Over 6 months, 24.2% (n = 6,668) of adult patient presentations were trauma-related; most (60.9%) arrived via privately arranged transport (PAT); 38.7% were brought in by ambulance (BIBA) and 0.4% were brought in by police (BIBP). Demographics, clinical profile and patient outcomes differed based on mode of arrival. One in four patient presentations required hospital admission and 25% had an ED length of stay of >4 hours. Factors influencing hospital admission included older age, night shift, more emergent priority, and being BIBA. An ED length of stay of >4 hours was associated with older age, being BIBA, emergent nature of presentation, and hospital admission. Conclusion The profile and outcomes of ED patient presentations with traumatic injury differs based on their mode of arrival to the ED. People BIBA were more likely to require hospital admission and have longer ED LOS, compared with those BIBP or PAT, even when controlling for covariates. Our findings may be used to inform nursing resource allocation when considering mode of arrival, especially for older people and people BIBA.
LINK
Kwetsbare thuiswonende ouderen met een acute zorgvraag worden regelmatig opgenomen in het ziekenhuis. Het voorkómen van een onnodige acute opname is belangrijk. Een acute opname leidt namelijk vaak tot negatieve uitkomsten voor ouderen, zoals het vergroten van kwetsbaarheid, lichamelijke achteruitgang en functieverlies. Uit meerdere gespreksrondes met wijkverpleegkundigen blijkt dat zij het lastig vinden om de medische urgentie van een acute zorgvraag van ouderen goed in te schatten, en zodanig over te dragen naar de huisarts, zodat deze de urgentie begrijpt en oppakt. Ambulancezorgprofessionals geven aan dat zij de medische toestand juist goed in beeld hebben, maar de ondersteuningsbehoefte bij kwetsbare oudere moeilijk in kunnen schatten en niet weten wiens verantwoordelijkheid het is om de ondersteuningsbehoefte aan over te dragen. Beide disciplines kunnen van elkaar leren. Met dit project beogen wij door ontwerpgericht onderzoek kennisuitwisseling tot stand te brengen en nieuwe toepasbare kennis en handvatten te ontwikkelen om de handelingsverlegenheid van wijkverpleegkundigen en ambulancezorgprofessionals bij kwetsbare ouderen te verminderen. Hiermee dragen we bij aan het oplossen van de knelpunten in de acute zorgverlening voor kwetsbare ouderen in de thuissituatie en ondersteunen we maatschappelijke ontwikkelingen gericht op het organiseren van zorg dicht bij de patiënt. De eerste stap van het plan van aanpak is om knelpunten en oorzaken verder in kaart te brengen, met behulp van een PRISMA-analyse van echte ‘vastgelopen’ casuïstiek van kwetsbare ouderen met een acute zorgvraag. Vervolgens worden instrumenten in kaart gebracht via een rapid literatuurreview, aangevuld met via een enquête verkregen gegevens onder professionals in Nederland. Deze informatie wordt verwerkt in een drietal ontwerpsessies, waarbij handvatten voor wijkverpleegkundigen en ambulancezorgprofessionals in co-creatie worden ontwikkeld. Vervolgens worden deze handvatten in een pilot getest op haalbaarheid. Met deze uitkomsten worden handvatten zo nodig aangepast en vervolgens verspreid onder betrokken professionals via diverse kanalen, kennissessies en in het HBO-onderwijs opgenomen.
De bereikbaarheid en beschikbaarheid van de ambulancezorg staat onder druk. Een belangrijke ingangsklacht van de mensen die 112 bellen is een kortdurende bewusteloosheid. Als deze bewusteloosheid het gevolg is van een verminderde bloedtoevoer in de hersenen noemen we het syncope. Syncope kan onschuldig of ernstig van aard zijn. De risico-inschatting en besluitvorming bij patiënten met syncope in de ambulancezorg is complex. Ambulanceprofessionals moeten in een kort tijdsbestek en onder hoge druk, met veel onderliggende informatie en onzekerheden risico’s inschatten en besluiten of een patiënt ingestuurd moet worden naar de spoedeisende hulp. Bij twee-derde van de ingestuurde syncope patiënten blijkt het niet ernstig te zijn. Twee HAN lectoraten ontwikkelden praktische en onderbouwde handvatten voor de praktijk (RAAK.PUB05.017 en RAAK.IMP.01.036). Deze zijn sinds juli 2022 onderdeel van de landelijke werkwijze. In vervolg hierop heeft de praktijk de lectoraten gevraagd om te kijken of de inzet van digitale- en informatietechnologie, specifiek generatieve kunstmatige intelligentie (AI) op basis van Large Language Models (LLM), hen nog verder kan ondersteunen bij het inschatten van risico’s en besluiten maken bij patiënten met syncope in de ambulancezorg. Deze KIEM-aanvraag is een proof of concept studie. We onderzoeken in hoeverre generatieve AI op basis van LMM technisch goed tekstbestanden kan analyseren op belangrijke medische- en omgevingsfactoren bij patiënten met een syncope. We kiezen voor een pilot concurrente validatiestudie door kwalitatieve tekstanalyse, in combinatie met aanvullende focusgroepinterviews voor de interpretatie van de uitkomsten. Voor de pilot concurrente validatiestudie gebruiken we tekstbestanden uit de Safe End studie. De eerdere analyse van deze tekstbestanden uit de Safe End studie fungeert als de gouden standaard. Zo wordt de validiteit van de generatieve AI-analyse op basis van LMM vastgesteld. In focusgroepinterviews bespreken we de impact en ethische aspecten van de bevindingen voor de praktijk, wetenschap, onderwijs en de (door)ontwikkeling van beslissingsondersteuningsinstrumenten voor de toekomst.
De zorg voor psychisch ontregelde patiënten die somatische spoedzorg nodig hebben is in de praktijk vaak suboptimaal, omdat de primaire focus van die spoedzorg vooral op somatische klachten ligt. Hierdoor krijgt deze kwetsbare groep patiënten niet altijd de zorg die zij nodig hebben, waardoor behandeling van psychische klachten onnodig wordt uitgesteld en de kans op escalaties toeneemt.Doel Binnen dit project wordt onderzocht wat er nodig is om de spoedzorg voor psychisch ontregelde patiënten beter te laten aansluiten op de behoeften en ervaringen van de patiënt, hun naasten en de zorgprofessionals. Resultaten Inzicht in de ervaringen en behoeften van psychisch ontregelde patiënten, hun naasten en zorgprofessionals met betrekking tot de inhoud en organisatie van de spoedzorg tijdens het traject naar (ambulancevervoer) en het verblijf op de spoedeisende hulp. Op basis van deze inzichten wordt samen met patiënten, hun naasten en zorgprofessionals een toolbox ontwikkeld met de ingrediënten die ervoor zorgen dat de spoedzorg beter aansluit bij de specifieke behoeften van deze patiënten (en hun naasten). Looptijd 01 december 2021 - 31 december 2023 Aanpak De onderzoeksmethoden binnen dit project zijn gebaseerd op de Experience-Based Co-Design (EBCD) aanpak, waarbij door middel van kwalitatieve onderzoeksmethoden inzicht wordt verkregen in de context en het perspectief van zowel patiënten als zorgprofessionals. Op basis daarvan worden, in co-creatie met patiënten en zorgprofessionals praktische oplossingen ontwikkeld. Financiering Dit project wordt gefinancierd met een SIA RAAK Publiek-subsidie, registratienummer 08.029.