Deze kennisclip is onderdeel van het onderzoek naar intergenerationele armoede in de Veenkoloniën. In deze kennisclip laten we het cijfermatige beeld over intergenerationele armoede in de Veenkoloniën zien. Partners van de Alliantie van Kracht (netwerk van organisaties in de Veenkoloniën) en het bredere publiek kunnen gebruik maken van deze kennisclips.
YOUTUBE
Armoede is een groeiend probleem in Nederland, terwijl de overheid zich steeds vaker terug trekt. Meer en meer wordt een beroep gedaan op de zelfredzaamheid van burgers en de participatie samenleving, waarin burgers in eerste instantie zelf met hun netwerk de problemen moeten oplossen. Dit heeft ertoe geleid dat steeds meer maatschappelijke organisaties en ook filantropische fondsen zich richten op het versterken of ontwikkelen van initiatieven gericht op ondersteuning van de groeiende groepen armen. De groeiende armoede-en schuldenproblematiek in Nederland is aanleiding geweest voor het ECSP om een inventarisatie te maken van wat Nederlandse fondsen doen op het gebied van armoede interventies, hoe zij dit strategisch aanpakken en tegen welke grote uitdagingen zij aanlopen. Hier is dit discussie stuk uit voort gekomen dat als input dient voor het Armoede Learning Event dat ECSP op 20 september 2017 organiseert. Dit stuk is gericht op filantropische fondsen en heeft als doel het aanzetten en inspireren tot nadenken, reflecteren en leren. Vooral rondom de vragen: welke ontwikkelingen en overwegingen voor fondsen bepalend zijn? Welke strategie en positie zij innemen? Hoe de rol van fondsen kan worden versterkt en verbeterd om de armoede problematiek grondiger aan te pakken?De inventarisatie laat zien dat fondsen steeds strategischer zijn gaan werken, gericht op het ontwikkelen van eigen projecten, het versterken van bestaande projecten en capaciteiten en ook steeds duidelijker met de effectiviteitsvraag voor ogen. “Hoe kunnen we het verschil maken?” Is een veel gehoorde vraag. Rondom armoede is deze vraag niet gemakkelijk beantwoord, de problemen zijn complex en politiek. Fondsen kunnen wel degelijk een verschil maken als het gaat om armoede interventies. Er zijn daarom een aantal belangrijke uitdagingen die in dit stuk ter sprake komen.Fondsen werken van oudsher reactief, maar juist de ontwikkeling naar de strategische filantropie en de complexiteit van armoede vragen een proactieve manier van werken. Om een verschil te kunnen maken moeten de oorzaken worden aangepakt, maar veel van de focus blijft op de gevolgen gericht. De problemen rondom armoede zijn vaak ook systemisch van aard. Sommige fondsen richting hier expliciet hun strategie op in, terwijl andere fondsen meer indirecte vormen van beïnvloeding nastreven of juist een neutrale positie. Daarbij komt nog de terugtrekkende rol van de overheid die de vraag oproept of deze lacunes op moeten vullen? Ook roept het vragen op of en hoe fondsen complementair kunnen zijn aan bestaande (overheids-) structuren en systemen? Een andere uitdaging die sterk naar voren kwam is het belang van effect meting in de strategische filantropie. Moet je als fonds richten op direct resultaat en zichtbare outcomes of op lange termijn impact? Hoe en met welk doel meet je de effectiviteit en hoe laat je dit terugvloeien in je programma’s? Moet je daarbij wel of niet experimenteel onderzoeken versus wel of niet evidence-based werken?Deze inventarisatie geeft een overzicht van de armoede problematiek in Nederland en specifiek de verschillende rollen die fondsen hierin spelen en de uitdagingen waar zij voor staan. Het is niet bedoeld om alle antwoorden te geven, maar juist bedoeld om aan te zetten tot nadenken, reflectie en leren in een gezamenlijk proces. Om zodoende te inspireren tot verdere ontwikkeling en verbetering van de concrete aanpak en de rol van fondsen in armoede interventies.
DOCUMENT
Zowel in het beleid om armoede tegen te gaan als in maatschappelijke denkbeelden over armoede zijn een aantal zaken ten goede veranderd. Dat betekent niet dat we nu wel op onze handen kunnen gaan zitten. Het aantal huishoudens dat met armoede en schulden kampt, stijgt immers nog steeds. Roeland van Geuns en Mirre Stallen zetten uiteen wat er volgens hen nog meer nodig is om daadwerkelijk een eind te maken aan armoede en schuldenproblematiek.
DOCUMENT
Lectorale Rede van dr. Roeland van Geuns, lector Armoede en Participatie over armoede als een gedifferentieerd verschijnsel. Meerdere aspecten van armoede worden beschreven
LINK
In 2022 is door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een nieuwe aanpak van geldzorgen, armoede en schulden geformuleerd met als doel om armoede en schulden te halveren. Naast het oplossen van schulden is het ook van belang om beginnende geldzorgen aan te pakken: wat houdt de preventie van armoede en schulden in? Welke typen interventies richten zich op preventie? En wat is effectief bij het aanpakken van geldzorgen? Deze vragen hebben we beantwoord door een instrument te ontwikkelen om interventies eenduidig te beschrijven en in kaart te brengen welke elementen van interventies werkzaam zijn. De rapportage ‘Preventie van geldzorgen, armoede en schulden, verschillende typen interventies in kaart’ is het resultaat van een samenwerking tussen het Lectoraat Schulden en Incasso aan de Hogeschool Utrecht, het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag dat onderdeel is van de Universiteit Leiden en het Lectoraat Armoede Interventies aan de Hogeschool van Amsterdam. Het consortium bracht aan de hand van 30 interventies in kaart waar kansen liggen en ontwikkelde een format om toekomstige interventies te plotten. De resultaten van het project geven handvatten over hoe interventies samenhangend in beeld gebracht kunnen worden. Voor nu zijn een eerste dertigtal interventies systematisch gecategoriseerd en beschreven. Door dit te doen wordt zichtbaar welke doelgroepen er worden bediend, wat er bekend is over de impact van een interventie en welk doelgedrag er gestimuleerd wordt. Het laat ook zien welke hiaten er lijken te zijn. Zo zien we bijvoorbeeld in deze eerste analyse dat veel interventies zich op jongeren richten terwijl andere bevolkingsgroepen minder vertegenwoordigd zijn. Ook richten zich in verhouding veel interventies op het ondersteunen bij aanvragen voor inkomensondersteuning. Een derde opvallende bevinding is dat interventies zich nog vaak richten op het individu, bijvoorbeeld door het aanbieden van een coachingstraject, en minder op aanpassingen in het systeem. Tot slot valt op dat relatief weinig interventies zich richten op het verhogen van inkomens anders dan de ondersteuning bij het aanvragen van bestaande tegemoetkomingen.
DOCUMENT
Theoretisch boek over de hulpverlening aan mensen in armoede vanuit sociologisch en psychologisch perspectief op basis van twee doctoraten
DOCUMENT
Methodiekboek voor de hulpverlening aan mensen in armoede vanuit empowerment
DOCUMENT
Inleiding van de bundel Hulp bij armoede waarin opgenomen een overzicht van de stand van denken en ontwikkelingen rondom armoede en schulden in Nederland
DOCUMENT
Verbindend en versterkend werken in de hulpverlening voor mensen in armoede.
DOCUMENT
Een krachtgerichte basismethodiek voor de begeleiding van mensen in armoede gekaderd binnen het empowermentparadigma.
DOCUMENT