Naast de vele publicaties in de media en het materiaal, dat de leveranciers van EIS-pakketten verspreiden, hebben vorig twee onafhankelijk van elkaar opererende werkgroepen onderzoeksrapportages uitgebracht over de praktijkervaringen met Executive Information Systems (EIS) in Nederland.
DOCUMENT
Oil extraction from Andean lupin beans (Lupinus mutabilis SWEET) via supercritical carbon dioxide (scCO2) was studied on both lab scale and pilot scale. On the lab scale, the effect of pressure, solvent-to-feed ratio (S/F), sample particle size and temperature on oil yield were evaluated. The oil quality (fatty acid [FA] composition and tocopherol content) were investigated. Five-hour scCO2 extraction yielded about 86% oil of Soxhlet extraction (using hexane as solvent). The fraction of unsaturated FA rose with extraction pressure at specific time. High tocopherol contents were detected in oils extracted at low pressure. An increase in temperature was unfavorable to oil and tocopherol yield, thereby confirming the validity for preserving oil extract quality under a mild scCO2 extraction condition. Oil quality and yield did not have identical optimum settings, opening up possibilities for producing different qualities of oils. Pilot-scale extraction offered comparable oil yield to lab-scale extraction at similar S/F ratio. Economic evaluation showed that it is promising to implement industrial scale scCO2 process for lupin oil extraction. It was predicted that, at a specific industrial scale of extraction (2 × 1000 L, 550 bar, 40°C and S/F of 24), the manufacturing cost of oils got close to actual commercial production cost.
DOCUMENT
Innovaties en veranderingen gaan steeds sneller terwijl de samenleving, met name als gevolg van digitalisering en internationalisering, steeds complexer wordt. Dit stelt hoge eisen aan ons vermogen om met elkaar samen te werken. In onze complexe samenleving zijn wij lid van vele groepen en andere samenwerkingsverbanden met soms grote culturele verschillen. Over de inzet van leiderschap bij innovatieprocessen
DOCUMENT
De H2Hub Twente is een nieuw initiatief van Twentse maakindustrie bedrijven en kennisinstellingen. Het omvat een fysieke plek, een innovatielab, waar ondernemers en onderwijs samen werken aan toepassingen van de waterstoftechnologie. Op de locatie van de H2Hub Twente én bij een aantal bedrijven die partner zijn van de H2Hub wordt op termijn decentraal waterstof opgewekt. Met de partners wil Saxion in dit KIEM project kennis en een innovatieve toolbox ontwikkelen bestaande uit: een ontwerpmethodiek, rekentool voor het systeemontwerp en business case voor lokale waterstofsystemen. De toolbox wordt toegepast op de bedrijfscasus van één van de partners en de H2Hub. De toolbox is breder toepasbaar voor waterstof opwekprojecten die door andere bij de H2Hub aangesloten partijen op termijn ontwikkeld worden. Het resultaat van de uitgewerkte bedrijfscasus omvat systeemspecificaties voor het waterstofsysteem en het is de bedoeling dat dit na het project zal leiden tot een realisatietraject hiervoor. Tijdens het KIEM project worden bijeenkomsten gehouden om input op te halen en resultaten te delen. Het KIEM project kan gezien worden als de start van een icoonproject binnen de Oost-Nederlandse waterstofroute. Tegen het einde wordt een vervolgproject ontwikkeld om de samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven verder uit te bouwen en om samen waterstof innovaties te ontwikkelen in de H2Hub Twente.
Inleiding in Lessen uit crises en mini-crises 2013? Deze publicatie is de tweede in de reeks Lessen uit crises en mini-crises.In deze bundel worden – als vervolg op de twintig casus uit 2012 – achttien bijzondere gebeurtenissen uit het jaar 2013 beschreven en beschouwd. Sommigen zullen zich misschien afvragen: Waarom eentweede editie – was met de casus uit 2012 al niet alles gezegd? Ook bij ons is die vraag opgekomen en wij kwamen tot de conclusie dat een vervolg om verschillende redenen waardevol is.
DOCUMENT
Inleiding in Lessen uit uit crises en mini-crises 2012. In deze publicatie staan twintig bijzondere gebeurtenissen uit 2012 centraal. Het betreffen incidenten, calamiteiten en verstoringen van de openbare orde en veiligheid. Daarmee is niet gezegd dat wij de meest kritieke momenten of crisisachtige gebeurtenissen van 2012 behandelen. Wij behandelen in dit boek een breed palet aan crisissituaties, variërend van klassieke (dreigende) ongevallen en rampen zoals wateroverlast, vervoerscalamiteiten (auto, bus, trein, schip) en aangestoken branden, tot meer afwijkende en atypische gebeurtenissen als de Facebookrellen in Haren, de asbestzaak in Utrecht en de dood van een grensrechter in Almere. Sommige van de in deze bundel opgenomen gebeurtenissen zullen de meeste lezers zich nog wel herinneren, andere gebeurtenissen zijn al weer vergeten. Mogelijk dat de foto’s en tweets bij de casus bijdragen aan de herkenning; beelden blijven immers vaak beter hangen dan woorden. Alle foto’s zijn afkomstig van tweets die ten tijde van de gebeurtenis zijn verzonden en zijn met toestemming van de makers hier opgenomen. Wij hebben er bewust voor gekozen de snelle opkomst van deze nieuwe, sociale media op deze manier te illustreren.
DOCUMENT
Weblogs en wiki's zijn lichtgewicht applicaties en kunnen los van elkaar ingezet worden, maar ze gaan ook heel goed samen. Er is sprake van een duidelijke samenhang tussen de functionaliteiten van weblogs en wiki's. Weblogs zijn namelijk uitermate geschikt voor het communiceren van actuele dynamische content (nieuws), een wiki kan daarbij fungeren als aanvullende documentatie- of naslagruimte (achtergronden). En dan is er, niet te vergeten, nog het rss-protocol. Dit werkt als bindmiddel voor de content van beide systemen, het is de centrale schakel tussen zenders en ontvangers van informatie. Wiki's worden door de enorme hype rondom weblogs enigszins overschaduwd, maar zeker in bedrijfsomgevingen zijn wiki's uitermate geschikt voor collectieve taken.
DOCUMENT
Dit rapport is onderdeel van het project 'Bokashi: naar een betere onderbouwing en documentatie voor de praktijk' en het resultaat van het onderzoek dat is uitgevoerd binnen Werkpakket 3: 'Economische Waarde'. In dit werkpakket zijn de duurzaamheidsaspecten (economisch, sociaal en ecologisch) van organische stromen en het verwerken tot bodemverbeteraars nader gekwantificeerd, waarbij wij ons richtten op bokashi (gefermenteerde organische reststromen) en compost. Om het onderzoek zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij de praktijk is ervoor gekozen om een kosten-baten analyse uit te voeren aan de hand van een concrete casus met een concrete vraag: het regionaal recyclen van organische stromen van de Reinigingsdienst (RD) Maasland. RD Maasland heeft als ambitie om in de komende jaren de organische stromen op regionaal niveau te recyclen en daarmee bij te dragen aan vitalisering van de bodem door het verhogen van het gehalte organische stof. Daarvoor kan de dienst zich richten op het toepassen van compost of bokashi. In het onderzoek hebben we daarom de toepassingsmogelijkheden van compost en bokashi naast elkaar gezet. Het rapport begint met een algemene beschouwing van praktijkervaringen met bokashi als potentieel alternatief voor compostering. Vervolgens wordt aan de hand van de casus RD Maasland ingegaan op de huidige organische stromen en de bewerking daarvan in een deelgebied van RD Maasland en worden de kosten en baten doorgerekend van de huidige ketens ten opzichte van alternatieve ketens met regionale bewerking. Daarbij richten wij ons op bermmaaisel/ bladeren en de productie van compost en bokashi voor de verbetering van de bodemvitaliteit. Ter inspiratie volgt een beschrijving van regionale bewerking van stromen door een samenwerking van gemeentes en agrariërs in Friesland. Daarna volgt een concluderende paragraaf, waarin een mogelijk pad wordt geschetst voor de ontwikkeling van circulair terreinbeheer in het werkgebied van de reinigingsdienst Maasland gebaseerd op economische en andere duurzaamheidsaspecten. Het rapport sluit af met een reflectie op de opschalings- en toepassingsmogelijkheden elders in Nederland.
DOCUMENT
Herontwerp moet leiden tot een breder en meer gevarieerd ict-aanbod, waarin niet meer alleen monodisciplinaire opleidingen zitten, maar ook opleidingen met elementen van andere disciplines erin, nieuwe, aantrekkelijke afstudeervarianten of geheel nieuwe opleidingen. Zo zijn er opleidingen ontstaan op het snijvlak van ict en een andere discipline zoals gezondheidszorg, kunst en communicatie. Dergelijke snijvlakopleidingen blijken aantrekkelijk voor een grotere groep meisjes en jongens. Een voorbeeld is de opleiding Communicatie en Multimedia Design (CMD), die zich bevindt op het snijvlak van ict, communicatie en design. De CMD-opleidingen trekken vanaf de start in 2001 een hoger percentage vrouwelijke studenten dan vele andere hbo ict-opleidingen. Ook jongens die anders niet voor een ict-opleiding gekozen zouden hebben, kiezen voor CMD. Ondanks de positieve geluiden laten de instroomcijfers zien dat zowel voor de CMD-opleidingen als voor HT het lastig is om meer dan 20% meisjes te werven. Nader onderzoek is nodig om te achterhalen hoe dit percentage verhoogd kan worden. Desondanks blijft de instroom van CMD hoger dan van de traditionele ict-opleidingen. Dat is reden genoeg om deze ict-variant nader te beschouwen. Dit document beschrijft achtereenvolgens de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in het (hoger) onderwijs die de ict-variant CMD positioneren en rechtvaardigen. Hierna volgt een praktijkvoorbeeld van de ontwikkeling van een dergelijke snijvlakopleiding: de opleiding ICT Media Design bij Fontys Hogescholen in Eindhoven. Deze casus kan als voorbeeld dienen voor andere hogescholen die overwegen een ict-snijvlakopleiding te ontwerpen en in te voeren.
DOCUMENT
Derde jaars deeltijdstudenten Technische Bedrijfskunde krijgen in het project 11/12 een vak Internationale cultuurverschillen. Daarbij leren ze de theorie en het model van prof. Hofstede kennen om cultuurverschillen tussen landen te benoemen en te analyseren. Vervolgens leren ze dat toe te passen bij een internationaal opererend bedrijf, in dit geval het bedrijf Marel dat machines maakt voor voedselverwerking. Ze moeten uiteindelijk adviezen geven aan het bedrijf hoe ze de cultuurverschillen het beste kunnen overbruggen of alert te zijn op mogelijke problemen en misverstanden.
LINK