Oud-directeuren Chris Manders en Piet Hagenaars kruisen hun degens over de toekomst van de beeldende vorming en het kunstonderwijs.
DOCUMENT
In cultuuronderwijs op de basisschool zijn drie fasen van belang: receptie, productie en reflectie. In de receptiefase kan bestaande kunst worden besproken en door leerkracht en kinderen van betekenissen worden voorzien. Die betekenissen kunnen in de productiefase worden verbeeld en in de reflectiefase weer besproken. Maar in de praktijk gebeurt dat niet vaak en er is ook nog niet veel bekend over de invloed van betekenisgeving in de receptiefase op de producties van de kinderen. Volgens de theorie van creativiteit van Vygotsky geeft het kind een eigen betekenis aan de culturele omgeving in een proces van interiorisatie. Vervolgens gaat in het proces van exteriorisatie creativiteit een rol spelen wanneer het kind zelf producties gaat maken. Het doel van dit onderzoek was te achterhalen welke typen vragen van de leerkracht en welke typen beeldende kunst de betekenisgeving bevorderen. In diverse arrangementen stelde de leerkracht verschillende vragen en kregen de kinderen de ruimte om de gegeven betekenissen te verbeelden. Het bleek dat elk type vraag van de leerkracht richtinggevend was en dat vooral vragen naar beeldaspecten, gecombineerd met filosofische vragen, krachtige instrumenten waren om te komen tot een rijkdom aan betekenissen in de gesprekken en in de producties van de kinderen.
DOCUMENT
Het romantische beeld van de kunstenaar-bohemien, dat in de 19de eeuw werd geconcipieerd en aan de basis ligt van het autonome kunstenaarschap, heeft de laatste decennia zijn verbeeldingskracht verloren. Onderzoeksrapporten en boeken die ingaan op de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars signaleren ‘cross-overs’ (Markusen, Gilmore e.a., 2006) of schetsen een beeld van de kunstenaar als ‘artiste pluriel’ (Bureau, Perrenoud, e.a., 2009). Dat kunstenaars hun artistieke praktijk vaak combineren met andere werkzaamheden zoals doceren of met een baantje in de horeca, is een oud gegeven. Aangezien slechts een kleine groep van zijn of haar beeldende werk kan leven, dienen andere inkomenstenbronnen te worden aangesproken. Wat nieuw zou zijn is echter dat kunstenaars vanaf het postindustriële tijdperk steeds vaker een alternatief beroepsinkomen vinden in de culturele en de creatieve industrie. Van belang is dat ze niet toevallig terecht komen in deze laatste, sterk groeiende bedrijfstak. Ze zouden daar worden aangesproken op hun artistieke en creatieve capaciteiten. De centrale hypothese van dit onderzoek luidt dan ook dat een microsociologisch fenomeen, met name de hybridisering van een beroepspraktijk, in de pas loopt met een macrosociologisch/economisch fenomeen, te weten de opkomst van de cultuur- en creatieve industrie
DOCUMENT
In dit project staat de volgende praktijkvraag centraal: ‘Op welke wijze kunnen leerkrachten in het basisonderwijs hun leerlingen verbeeldingskracht bijbrengen?’ Met dit project willen we nieuwe kennis vergaren over het ontwikkelen van ‘creatief denken’, in het bijzonder het verbeelden van oplossingen voor problemen op het snijvlak tussen cultuur- en techniekeducatie, in het basisonderwijs. Zowel in cultuur als in techniek wordt gezocht naar nieuwe vormen en uitingen, naar oplossingen voor uitdagingen die de cultuur en de techniek ons stellen. Deze oplossingen moeten eerst verbeeld worden, voordat ze kunnen worden besproken, uitgewerkt en gerealiseerd. Verbeeldingskracht is daarom een belangrijke ‘21st Century Skill’ die expliciet aandacht verdient in het basisonderwijs. Het project wordt uitgevoerd door Hogeschool Windesheim Flevoland in en met de basisscholen De Driesprong in Lelystad en De Ontdekking in Almere, in samenwerking met de Flevolandse organisatie voor Cultuureducatie FleCK. Om de ontwikkeling van verbeeldingskracht in de onderwijspraktijk te kunnen initiëren en volgen, wordt op de twee basisscholen een professionele leergemeenschap ingericht. Daarin ontwikkelen leraren, geholpen door deskundigen met educatieve, technische en culturele kennis van Hogeschool Windesheim Flevoland en FleCK, zelf lessen waarin kinderen oplossingen voor problemen met zowel een technische als een culturele component moeten verbeelden, realiseren en evalueren. Hiermee worden Kerndoelen uit de domeinen Wereldoriëntatie (met name Natuur en Techniek), Kunstzinnige Oriëntatie (met name Beeldende Vorming) gecombineerd met de ontwikkeling van vaardigheden voor de 21ste eeuw. Dit onderwijs wordt op de basisscholen in de praktijk gebracht, onderzocht en geëvalueerd met de betrokken leraren.
In het Wijklab van de Arnhemse wijk Malburgen neemt een groep jongeren van de jeugdwijkraad via debatclubs deel aan het politieke leven in de wijk door eigen punten te agenderen. Ze leren daar taal gestructureerd in te zetten om hun argumenten helder voor het voetlicht te brengen. Deze jongeren leven in een beeldcultuur die hen vormt en hun gedrag stuurt. Het is hun ambitie om hier meer grip op te krijgen om ook op die manier hun stem te laten horen en invloed uit te oefenen. Ze willen een platform creëren om bewuster met beelden om te leren gaan, inzicht te ontwikkelen in beeldvorming in traditionele media en vaardiger te worden in het zelf beelden produceren voor social media. Het lectoraat Image in Context doet met kunstenaars en actieonderzoekers actief onderzoek naar de wijze waarop via artistieke interventies in sociale contexten groepen maatschappelijk krachtiger kunnen worden. Ze ontwikkelen hiermee voor beeldende kunstenaars en ontwerpers nieuwe beroepsperspectieven. Centraal hierin staat de vraag hoe bij niet professionele kunstenaars een artistieke attitude, een kunstenaarsmindset, te ontwikkelen is. onderzoeksvraag geformuleerd: Hoe kan een actieonderzoeksproces waarin de kunstenaar zijn vaardigheden, inzichten en attitude deelt, zo vormgegeven worden dat het leidt tot een overdraagbare methodiek waarbij jongeren via het maken van eigen producten kritisch leren omgaan met de wijze ze beeldend invloed kunnen uitoefenen? In dit project wordt door de actieonderzoeker Anne Braakman en de artistic researcher Kevin Perrin op drie niveaus ten behoeve van drie ambities met de jongeren wordt gewerkt: - Bewust maken van de kracht van beelden. - Vaardiger worden in het inzetten en produceren van beelden. - Ontwikkeling van een artistieke attitude.