Dit onderzoek, met de vraag welke beelden over jeugdhulp bij ouders en jeugdigen in de regio Haaglanden leven, is in 2022 uitgevoerd door het lectoraat Jeugdhulp in transformatie in samenwerking met studenten Pedagogiek van de Haagse Hogeschool. Voor het onderzoek zijn 48 personen geïnterviewd. De interviews werden gehouden met behulp van een semigestructureerde vragenlijst en geanalyseerd door de onderzoekers van het lectoraat. Bijna alle respondenten zijn op de een of andere manier bekend met jeugdhulp. Ze geven aan dat jeugdhulp er is om kinderen veilig op te laten groeien. Ongeveer de helft van de respondenten spreekt vanuit een vorm van eigen ervaring. Ze hebben zelf of in hun naaste omgeving te maken gehad met een vorm van jeugdhulp. De indruk bestaat dat deze respondenten een positiever beeld van de jeugdhulp hebben. Daar waar eigen ervaringen ontbreken, zijn veel respondenten zich over het algemeen bewust dat het beeld in de media negatief gekleurd is en dat dat van invloed is op hun kijk op de jeugdhulp. Verder vinden de respondenten het positief dat jeugdhulp er is voor kinderen en gezinnen die problemen ervaren. Toch maken ze kanttekeningen bij de beschikbaarheid van de hulp. Negatieve kanten van de jeugdhulp die benoemd worden, zijn vooral de wachtlijsten en het daardoor ontbreken van passende, juiste hulp waardoor problemen mogelijk verergeren. Bijna alle respondenten geven aan dat ze jeugdhulp zouden inschakelen wanneer de problematiek ernstig genoeg is en nadat ze eerst zelf geprobeerd hebben om actie te ondernemen. Dit verklaart wellicht dat de meeste respondenten niet goed aan kunnen geven waar ze voor hulp terecht kunnen. Op het moment dat het echt zo ver is gaan ze via internet op zoek.
DOCUMENT
Factsheet - Hoe kunnen docenten en het werkveld studenten beter voorbereiden op hun rol als professional in de (super)diverse samenleving?
DOCUMENT
Via dit onderzoek is inzicht verkregen in de beeldvorming van studiesucces, binding en diversiteit bij de meest betrokken actoren, namelijk de studenten, de docenten en de professionals in het werkveld. Zo blijkt dat er nog altijd veel beelden over en van elkaar bestaan. Deze beelden zijn al dan niet gekleurd en bewust dan wel onbewust ontwikkeld. Veel actoren realiseren zich dat ze heel bewust en op een positieve wijze met diversiteit (willen) omgaan, maar dat de praktijk van alledag toch weerbarstig is. De aanbevelingen die in dit adviesrapport gedaan worden, leveren een bijdrage aan het vergroten van kansen van studenten doordat concrete interventies worden voorgesteld die zowel de studenten, docenten als het werkveld raken.
DOCUMENT
De glastuinbouw in Nederland is wereldwijd toonaangevend en loopt voorop in automatisering en data-gedreven bedrijfsvoering. Voor de data-gedreven teelt wordt, naast het monitoren van de kas-parameters ook het monitoren van gewasparameters steeds meer gevraagd. De sector is daarbij vooral geïnteresseerd in niet-destructieve, contactloze en persoonsonafhankelijk monitoring van gewassen. Optische sensortechnologie, zoals spectrale afbeeldingstechnologie, kan veel waardevolle informatie opleveren over de staat van een gewas of vrucht, bijvoorbeeld over het suikergehalte, maar ook de aanwezigheid van plantziektes of insecten. Echter is dit vaak een te kostbare oplossing voor zowel de technologiebedrijven die oplossingen leveren als voor de telers zelf. In dit project onderzoeken wij de mogelijkheid om spectrale beeldvorming tegen lagere kosten te realiseren. Het beoogde resultaat is een prototype van een instrument dat tegen lage kosten met spectrale beeldvorming een of meerdere gewaseigenschappen kan kwantificeren. Realisatie van dit prototype heeft een sterke Fotonica-component (expertise Haagse Hogeschool) maakt gebruik van Machine Learning (expertise perClass) en is bedoeld voor toepassing op scout robots in de glastuinbouw (expertise Mythronics). Een betaalbare oplossing betekent in potentie voor de teler een betere controle over kwaliteit van het gewas en automatisering voor detectie van ziekte-uitbraken. Bij een succesvol prototype kan deze innovatie leiden tot betere voedselkwaliteit en minder verspilling in de glastuinbouw.
De bouwsector staat voor de uitdaging grote hoeveelheden woningen te bouwen en bestaande voorraad te verduurzamen. Tegelijkertijd hebben we de opgave om CO2 uitstoot omlaag te brengen, heeft Nederland een stikstof probleem, is er of dreigt er een grondstoffentekort en willen we de afhankelijkheid van het buitenland verkleinen. Werken met lokale biobased bouwmaterialen kan hiervoor, naast andere voordelen, oplossingen bieden. Ondanks de voordelen van biobased bouwmaterialen, blijft acceptatie achter door onbekendheid en onjuiste en of incomplete beeldvorming bij bedrijven in de bouwketen, opdrachtgevers, gemeenten en eindgebruikers. Dit project onderzoekt hoe met creatieve ontwerpstrategieën, zoals storytelling, visualisatie en participatief ontwerp, een toolbox kan worden ontwikkeld die architecten kunnen inzetten voor een reële beeldvorming rondom en bredere acceptatie van gezonde en duurzame biobased bouwmaterialen door verschillende stakeholders. Onderzoekers van twee lectoraten van hogeschool Windesheim, lectoraat Netwerken in een Circulaire Economie (NiCE) en lectoraat Energietransitie, werken hierin samen met architecten, studenten en docent-onderzoekers. Door middel van praktijkgerichte workshops en co-creatiesessies wordt een toolkit ontwikkeld voor architecten om gezonde en duurzame biobased bouwmaterialen effectiever te positioneren en te communiceren. Dit project draagt bij aan de versterking van ontwerpkracht en versnelt de transitie naar een duurzamere bouwsector.
Sociale media zorgen voor een grillig verloop van het publieke debat. Dat komt doordat iedereen via deze media zijn zegje kan doen en velen van die mogelijkheid ook inderdaad gebruik maken. Vaak is dat spontaan en ongefilterd. De gevolgen daar¬van kunnen voor iedereen en zeker voor politiek, publieke organisatie en bedrijfsleven heftig zijn. Vandaar de onder communicatieprofessionals steeds terugkerende vraag: wat doen we met al die beroering die via sociale media tot ons komt? Tegenspreken? Negeren? Meedoen? Om aan die vraag tegemoet te komen hebben we in twee voorlopende Raak Publiek projecten de BEP ontwikkeld. BEP staat voor Bird’s Eye Perspective. BEP biedt communicatieprofessionals een vogelper-spectief in online conversaties. Het perspectief helpt die conversaties en eventueel daaropvolgende inter-acties op waarde te schatten. Communicatieprofes¬sionals gebruiken inzichten uit BEP om bewuster te zijn van de gevoeligheden en weerstanden in gesprekken die gaande zijn en aan te sluiten op wat leeft in het publieke debat. Dit stelt hen in staat om in gesprek te blijven én de stap te kunnen maken naar een anticiperende communicatiestrategie., De KIEM subsidie zullen wij gebruiken om een RAAK PUBLIEK-aanvraag te schrijven, waarin de basis wordt gelegd voor een discursief psycho¬logisch onderzoek naar een beeld-BEP die helpt patronen in beeldgebruik te ontdekken, te zien uit welke elementen de verschillende beelden bestaan, en ingrediënten biedt voor een reactie in beeld. Daarbij kijken we met nadruk naar het beeld aspect van online uitingen in een gesprekscontext en de patronen die zich daarin voordoen, de dynamiek en het verloop van interacties. In samenspraak met consortiumpartners zullen wij de KIEM subsidie gebruiken om: > de aanvraag inhoudelijk vorm te geven > geschikte casussen te selecteren die als onderzoeksmateriaal zullen dienen > werkpakketten samen te stellen en een activiteitenplan te maken > meer instellingen en praktijkorganisaties betrekken en uitnodigen voor deelname