Veilig onderdak voor en door jongeren
Published at:
In de media klopt de beeldvorming van dak- en thuislozen niet altijd met de werkelijkheid. Vaak gebruikt: Een afbeelding van een man in verwaarloosde kleding, slapend op een vies bankje. Stigmatiserend, want de dak- en thuislozendoelgroep is veel breder. Michiel Bles en Karlijn ten Cate zijn onderzoekers van Het Beelddepot en medewerkers van het lectoraat van Fontys Journalistiek in Tilburg. Zij willen het beeld kantelen en de diversiteit van de problematiek laten zien. Ze vertellen erover.
Media framen dak- en thuislozen nog te vaak op een onrealistische manier. Zo ontstaat een beeld van ‘de dak- en thuislozen’ dat niet altijd overeenkomt met de werkelijkheid. Daarom richt het onderzoek van Het Beelddepot zich op het taal- en beeldgebruik rond dit onderwerp. In het kort: het taalgebruik is verbeterd, maar de beelden zijn nog te vaak stigmatiserend en clichématig. Het Beelddepot geeft handvatten voor verbetering.
De afgelopen dertig jaar is dit onderwerp steekproefsgewijs onderzocht, vertelt Michiel Bles: “Gedurende die periode werden steekproeven gedaan naar de framing van dak- en thuisloosheid in grote Nederlandse kranten.” Wat blijkt? Door de jaren heen is het taalgebruik minder stigmatiserend. “De media spreken nauwelijks meer over ‘zwervers’. Dak- en thuisloosheid wordt ook minder vaak gelinkt aan overlast en verslaving.”
Maar dat geldt niet voor het beeldgebruik. Dat is nog altijd clichématig, volgens onderzoeker Bles: “Bij artikelen over dak- en thuislozen worden nog vaak stigmatiserende foto's geplaatst. Veelal een man van middelbare leeftijd, die er onverzorgd uitziet, op een bankje ligt en wordt geassocieerd met verslaving. We noemen het zelf ‘de beroemde bankjesfoto’ – bij dit onderwerp nog altijd een van de meestgebruikte foto’s van het ANP.” En dat terwijl het beeld niet matcht met de daadwerkelijke doelgroep. Zo zijn jonge mensen en vrouwen ondervertegenwoordigd op de beelden, terwijl ook zij met deze problematiek te maken hebben. Michiel Bles: “En lang niet iedereen ziet er onverzorgd uit of is verslaafd aan drank en drugs. De heterogeniteit en diversiteit moeten beter gepresenteerd worden in de media.”
Hij geeft voorbeelden van situaties die hij tegenkwam tijdens het onderzoek: “Een dakloze moeder met drie kinderen, die moest vluchten voor huiselijk geweld. Een student die plots op straat kwam te staan. Of een jonge meid die leeft in haar busje, een zogenoemde van life community. In de avonden werkt ze op de intensive care van een ziekenhuis; overdag leeft en slaapt ze in de camper.”
Het Beelddepot, zoals het onderzoeksproject heet, draagt onder meer bij aan een realistischer beeld van dak- en thuislozen. Het project wil komen tot nieuwe begrippen en beelden die beter aansluiten bij de problematiek van dak- en thuislozen. Zo wil het concreet bijdragen aan een toekomstperspectief. Dak- en thuisloosheid kan namelijk iedereen overkomen; van student tot moeder of ondernemer. Samenwerking tussen journalisten, ontwerpers, wetenschappers, beleidsmakers en ervaringsdeskundigen levert resultaten op. Zo kan de hardnekkige, negatieve representatie en framing van dak- en thuisloosheid veranderen.
Via Stichting Zwerfjongeren Nederland kwamen de onderzoekers in contact met dak- en thuisloze jongeren die wilden meewerken aan het project. Ook sloten andere professionals en mediaorganisaties aan. Die focusgroep werkte aan nieuwe beelden en begrippen om het onderwerp te belichten in de media.
Zeven jonge fotojournalisten en documentair fotografen maakten alternatieve beelden. Michiel Bles: “Rick van der Klooster, een van die fotografen ging naar Rotterdam, samen met een bevriende socioloog. Daar spraken ze met jonge dak- en thuislozen en kwamen ze erachter dat de jongeren er nauwelijks iets over zeggen tegen vrienden of familie. Uit schaamte of uit angst voor afwijzing. Dat inspireerde de fotograaf om anonimiteit te verbeelden.”
De afbeeldingen hierboven geven duidelijk weer dat huisvestingsproblematiek zich op verschillende wijze kan manifesteren.
Foto 1: Hartsvriendinnen Lotty (44) en Krista (31) in de woonkamer van het Parentshouse in Amsterdam. Dat zijn ze op een bijzondere manier geworden, in een situatie die ze allebei liever vermeden hadden. De roots van zowel Lotty als Krista liggen in Limburg en allebei hebben ze jonge kinderen, maar het is iets heel anders dat de twee in eerste instantie met elkaar verbonden heeft: het feit dat ze allebei in een scheiding liggen en daarom tijdelijk in een Parentshouse wonen. Foto: Boudewijn Bollmann / Het Beelddepot
Foto 2: Mihreteab kijkt of zijn gewassen schoenen droog zijn in de woonkamer die hij deelt met vijf andere huisgenoten. Hij is gek op sneakers en breidt zijn collectie regelmatig uit met nieuwe exemplaren. Aangezien Mihreteab niet langer in zijn studentenkamer mag blijven nu hij geen student meer is, staat hij binnenkort op straat. Samen met Stichting Vangnet is Mihreteab al twee jaar intensief aan het zoeken naar een nieuwe woning, maar zonder succes. Foto: Desiré van den Berg/Het Beelddepot
Foto 3: Brian zit op zijn vaste bankje onder een poncho op zijn smartphone een film te kijken. Op deze bank kan hij gratis Wi-Fi ontvangen. Brian is een voormalig docent, onderzoeker en schrijver uit Amerika. Na zijn bachelor diploma heeft hij een tijd in een lab gewerkt waar hij onderzoek deed naar moleculaire genetica. Hij heeft nooit voor lange tijd op dezelfde plek gewoond en rond zijn 30ste is hij gaan rondreizen: door Amerika, Israël en Azië, om uiteindelijk in Nederland te eindigen. Het kraakpand in Amsterdam waar hij zeventien jaar heeft gewoond werd drie jaar geleden ontruimd en gesloopt. Sindsdien slaapt hij op straat bij zijn favoriete plekjes rondom het Beatrixpark of in de nachtopvang. “With this current housing crisis I think my lifestyle is going to be a lot more popular in the future. I don’t want to take up space that can go to someone who actually needs it, like a nice refugee family.” Foto: Robin Alysha Clemens/Het Beelddepot
**Foto header: Jan Joseph Stok/Het Beelddepot
De beeldbank is te downloaden voor journalistieke media. Karlijn ten Cate: “De foto's kunnen bij ons worden opgevraagd. We geven ze niet zomaar, we stellen er voorwaarden aan: ze moeten in de journalistieke context passen. Daarom willen we weten voor wie ze zijn en hoe ze worden gebruikt.”
De nieuwe beelden vonden hun weg naar beleidsmakers, journalisten en zorg- en welzijnsinstellingen. Voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) maakten Karlijn ten Cate en Michiel Bles een handleiding en een toolkit. “Daarin staan bijvoorbeeld beeldadviezen: hoe zet je iemand in beeld? En: wat breng je in beeld? Wanneer drugs, afval, winkelwagentjes en shoppertassen te zien zijn, val je toch weer terug in het oude, stigmatiserende beeld.” VWS gebruikt de adviezen als handvat voor de eigen communicatiemedewerkers, én zet het ook door naar andere beleidsmakers, bijvoorbeeld gemeenten.
De toolkit staat vol met handige tips. Bijvoorbeeld deze zes schrijftips:
Het lectoraat maakte ook een expositie, waar de bezoeker kennismaakt met drie verhalen over dak- en thuisloosheid. Zo ervaren zij hoe beeld en tekst de lading over een verhaal bepalen. Er kan namelijk gekozen worden uit drie soorten bijschrift bij een foto: neutraal, positief of negatief. Het plan is om deze expositie te laten rondreizen langs Nederlandse redacties. Op nog meer manieren proberen de onderzoekers de kennis over te dragen. Ze geven ook workshops over dit onderwerp. Michiel Bles: “Dat doen we bijvoorbeeld bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), DPG Media en regionale, publieke omroepen.” Ook vertellen de onderzoekers binnenkort in Finland over hun project, tijdens de conferentie Helsinki Photomedia 2024. Deze tweejaarlijkse conferentie voor fotografieonderzoek wordt georganiseerd door vier Finse universiteiten.
Niet alleen dak- en thuislozen, maar veel meer onderwerpen en gebieden hebben te maken met framing. Bijvoorbeeld van verpleegkundigen. Dit onderzoek viel dan ook op bij ZonMw, de instantie die gezondheidsonderzoek stimuleert. Michiel Bles en Karlijn ten Cate zijn inmiddels druk bezig met het onderzoeken van die beeldvorming.