Dit artikel gaat over een onderzoek naar het gedrag van overheidsfunctionarissen tijdens de totstandkoming van een begroting. Het onderzoek kende de vorm van een spelsimulatie die tussen 2000 en 2008 68 keer is uitgevoerd en waar 612 overheidsmanagers en controllers aan hebben meegedaan. Tijdens de spelsimulatie moest een gemeentelijke begroting worden opgesteld en had iedere speler een eigen rol en eigen doelstellingen. De spelsimulatie wijst uit dat spelers die de rollen spelen van managers en bestuurders in eerste instantie hun eigen doelstellingen laten prevaleren boven het organisatiebrede belang. Pas als er een kans bestaat geïsoleerd te raken en de budgetten te verliezen, blijkt men bereid om individuele belangen ondergeschikt te maken aan het belang van de gemeente. Verder blijkt, dat het succesvol inzetten van strategisch gedrag van doorslaggevend belang is voor het uiteindelijke begrotingsresultaat. Het gaat hier dan om het maken van bilaterale en informele afspraken, het inzetten van strategisch budgettair gedrag en het gericht beïnvloeden van de besluitvormingsprocedure. Verder blijken de inhoudelijke onderbouwing van doelstellingen en de voor de besluitvorming gebruikte tijd niet relevant te zijn voor het uiteindelijke onderhandelingsresultaat.
DOCUMENT
Anders dan in een particulier huishouden hoeft de begroting van de overheid niet structureel 'op orde' te zijn.
LINK
De schuldenproblematiek in Nederland is nog steeds groeiende. De impact op de schuldenaar, maar ook op de samenleving, is groot. Financiële problemen zijn voor een groot deel een gedragsvraagstuk. In deze dissertatie staat het gedrag van de groep consumenten met een financiële achterstand centraal. Uit de analyses blijkt dat het niet één specifieke gedraging is die leidt tot financiële problemen, maar een combinatie van verschillende gedragingen die het risico op financiële problemen vergroten. Zo spelen niet bijhouden van de administratie, post en niet vooruit plannen een rol. Analyses naar de oorzaken van deze gedragingen laten bovendien zien dat er verschillende factoren en processen zijn die samenhang vertonen met het financiële gedrag. Onder meer de rol van self-efficacy, self-control en sociale steun, is onderzocht en blijken een samenhang te hebben. Financiële problemen kennen een eigen dynamiek. Eenmaal geconfronteerd met financiële problemen, verandert het gedrag van de consument. Deze verandering wordt deels veroorzaakt, doordat hij zich moet aanpassen en bijvoorbeeld meer gaat bezuinigen. Maar de verandering van gedrag is ook het gevolg van processen zoals schaarste en een veranderende houding ten opzichte van schulden.
DOCUMENT
Door-de-invoerbeperking-van-isaac-mag-hier-maar-een-woord-staan-voor-de-samenvatting-verwijs-ik-u-graag-door-naar-het-subsidievoorstel__let_op:_hoofdanvrager-is-Martijn-de-Waal-zijn-handtekening-staat-op-het-factsheet-en-de-begroting
Het doel van het project is om inzicht te krijgen in praktische en commerciële haalbaarheid rondom de Aquabooster van het bedrijf Wabbi dat eigendom is van studentondernemer Faik Durmus. Het onderzoek waaruit de Aquabooster is ontstaan is gedaan door studenten van de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek aan de Saxion Hogeschool. Daarmee borduurt dit project voort op praktijkgericht onderzoek vanuit een kennisinstelling. De Aquabooster is het enige product van het bedrijf Wabbi. De Aquabooster reinigt herbruikbare flessen (zoals de Dopper®) van consumenten met als doel de levensduur te verlengen en de afvalberg te verlagen. Hiermee hoopt Wabbi bij te dragen aan SDG12: ‘Responsible consumption and production’. De belangrijkste projectactiviteiten om het doel te realiseren omvatten: a. Het bouwen van meerdere prototypes; b. Validatie van de prototypes in relevante fieldlabs teneinde feedback uit de markt te krijgen; c. Onderzoek naar Intellectueel Eigendom; d. Schrijven van een businessplan. Deze activiteiten moeten er toe leiden dat er een beeld ontstaat over de potentie van Wabbi met haar Aquabooster. Het project duurt 9 maanden en het budget bedraagt conform begroting €40.000. De projectpartners zijn: Wabbi, Het Saxion Centrum voor Ondernemerschap (penvoerder), de lectoraten Mechatronica en Industrial Design en een partner ten aanzien van het onderzoek naar Intellectueel Eigendom (wordt nog gezocht). Aanvullend worden studenten ingezet om feedback uit de markt te krijgen en deelsystemen te ontwikkelen.
De Hogeschool van Amsterdam (HvA) zet met de Impulsmiddelen in op een toekomstbestendige (digitale) infrastructuur voor het onderzoek. De HvA kiest niet voor een versnippering van activiteiten, maar voor een geïntegreerde aanpak. Met de Impulsmiddelen wordt de infrastructuur voor de gehele HvA-onderzoekgemeenschap duurzaam versterkt, langs twee lijnen: 1. versterken van de basisinfrastructuur voor het gehele HvA-onderzoek op de thema’s research management processen en verantwoord databeheer; 2. innoveren van de onderzoekinfrastructuur gekoppeld aan de ontwikkeling van de Centres of Expertise (CoE’s), namelijk netwerken beheer, interfaces met de stad/regio en het aantoonbaar maken van de impact van de CoE’s. De activiteiten resulteren o.a. in gezamenlijk gedragen documenten, raamwerken, een aangepast platform, ICT producten, getrainde mensen, trainingsprogramma’s en vastgelegde processen. Gebruik en waar van toepassing verdere ontwikkeling en/of implementatie is geborgd: ICT-producten worden opgenomen in het standaardpakket van de ondersteunende ICT-dienst, trainingen en workshops worden voortgezet, support is beschikbaar, jaarlijkse lasten worden opgenomen in de facultaire begrotingen. Met de inzet van de Impulsmiddelen wordt aangesloten bij de strategische keuzes van de HvA, zoals hoge kwaliteit onderzoek en ondersteunende processen en faciliteiten, open acces en digitalisering, een duurzame verbinding met en het leveren van een bijdrage aan de (actoren in de) stad en regio Amsterdam en de (door)ontwikkeling van de CoE’s. Ook wordt zo ingespeeld op de gevolgen die Covid-19 heeft op het HvA-onderzoek. Diverse onderzoeksprojecten zijn vertraagd of “vastgelopen”, dataverzameling kon niet conform plan worden voortgezet en fysieke ontmoetingen waren lastig. Partners hadden andere prioriteiten, relaties bleken kwetsbaar. Het belang en de urgentie om te investeren in een goede digitale infrastructuur en in duurzame netwerken, kwamen duidelijk naar voren.