Berno van Meijel schetst in zijn inaugurele twee perspectieven op de werkelijkheid: het objectief-rationalistische perspectief en het subjectief-fenomenologische perspectief. Deze beide perspectieven worden vervolgens vertaald naar het veld van de ggz-verpleegkunde. Er wordt een visie gegeven op de wijze waarop het verplegingswetenschappelijke onderzoek in de ggz zich zou kunnen ontwikkelen vanuit de beide perspectieven en de consequenties die dit heeft voor te gebruiken onderzoeksmethodologieën.
DOCUMENT
BACKGROUND: The aims of the study were to examine the effects of a multidimensional rehabilitation program on cancer-related fatigue, to examine concurrent predictors of fatigue, and to investigate whether change in fatigue over time was associated with change in predictors.METHODS: SAMPLE: 72 cancer survivors with different diagnoses.SETTING: rehabilitation center.INTERVENTION: 15-week rehabilitation program.MEASURES: Fatigue (Multidimensional Fatigue Inventory), demographic and disease/treatment-related variables, body composition (bioelectrical impedance), exercise capacity (symptom-limited bicycle ergometry), muscle force (handheld dynamometry), physical and psychological symptom distress (Rotterdam Symptom Check List), experienced physical and psychological functioning (RAND-36), and self-efficacy (General-Self-Efficacy Scale, Dutch version). Measurements were performed before (T0) and after rehabilitation (T1).RESULTS: At T1 (n = 56), significant improvements in fatigue were found, with effect sizes varying from -0.35 to -0.78. At T0, the different dimensions of fatigue were predicted by different physical and psychological variables. Explained variance of change in fatigue varied from 42%-58% and was associated with pre-existing fatigue and with change in physical functioning, role functioning due to physical problems, psychological functioning, and physical symptoms distress.CONCLUSIONS: Within this selected group of patients we found that (a) rehabilitation is effective in reducing fatigue, (b) both physical and psychological parameters predicted different dimensions of fatigue at baseline, and (c) change in fatigue was mainly associated with change in physical parameters.
DOCUMENT
Het doel van de klinische forensische zorg, of meer specifiek de tbs-maatregel, is het beveiligen van de maatschappij; op korte termijn door iemand uit de maatschappij te halen en op langere termijn door behandeling gericht op het verlagen van risicofactoren en het opbouwen of versterken van beschermende factoren. In de media verschijnen met enige regelmaat kritische verhalen over de forensische zorg, meestal naar aanleiding van een ernstig incident, zoals een delict gepleegd door een tbs-patiënt op verlof. De vraag die daarbij steeds wordt opgeworpen, is hoe effectief de tbs-maatregel en behandeling in de forensische zorg is. Het is logisch dat er maatschappelijke onrust ontstaat bij ernstige incidenten en de opgeworpen vragen vanuit de maatschappij zijn terecht. Toch is enige nuancering hier op zijn plaats, aangezien recidive tijdens forensische behandeling uitzonderlijk is. Zo werd in een recent onderzoek met gegevens van het Adviescollege Verloftoetsing tbs (AVT) gevonden dat slechts bij 0,15% van de 15.050 positief beoordeelde verlofaanvragen sprake was van een ongeoorloofde afwezigheid met recidive. Verder blijkt al jaren uit onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) dat ernstige recidive na ontslag uit de forensische zorg, met name de tbs, relatief laag is, in ieder geval aanzienlijk lager dan na een gevangenisstraf. Hierbij dient aangetekend te worden dat de cijfers lastig te vergelijken zijn vanwege belangrijke verschillen tussen de groepen. De recidivecijfers tijdens en na forensische zorg zijn dus relatief gunstig, maar een delict kan enorme impact hebben en het zo veel mogelijk voorkomen van recidive blijft het ultieme doel van de behandeling in de forensische zorg. Het is nog onduidelijk wat precies bijdraagt aan recidivereductie en hoe behandeleffectiviteit of behandelsucces gedefinieerd kan worden.
DOCUMENT
In de afgelopen jaren zijn diverse cyberveiligheid informatiedeling-initiatieven opgericht. Dergelijke samenwerkingsverbanden zijn van groot belang om cyberdreigingen het hoofd te kunnen bieden. Maar welke factoren zorgen ervoor dat die initiatieven succesvol zijn?
DOCUMENT
Het Genomisch kookboek is een boekje waarin moleculair biologische processen worden geïllustreerd met behulp van metaforen rondom koken.
MULTIFILE
Dit artikel gaat in op het ontwikkelen van een beoordelingsprocedure voor het afstudeeronderzoek bij de hbo-opleiding Huidtherapie. Het team van deze opleiding heeft een beoordelingsprocedure en rubrics ontwikkeld die zowel voor summatieve als voor formatieve toetsing gebruikt kunnen worden. Alle docenten van het team die betrokken zijn bij de beoordeling van het afstudeerrapport, stemmen twee keer per jaar met elkaar af, door hetzelfde afstudeerrapport te beoordelen en te bespreken. Juist het bespreken lijkt goed te werken en te leiden tot meer overeenstemming tussen beoordelaars.
DOCUMENT
In deze bijdrage wil ik ingaan op de relatie tussen de hogeschool en haar “eigen“ stad Den Haag. De hogeschool noemt zich De Haagse en wie binnenkomt in de hal ziet meteen dat hiermee niet bedoeld wordt het Haagse in de sjieke en welgestelde betekenis (Hagenaar) en ook niet in de meer volkse en minder welgestelde zin (Hagenees). Het nieuwe Den Haag is een bonte verzameling van culturen en kleuren en we hebben de term diversiteit nodig om aan te geven dat de tijd van alleen Hagenaar en Hagenees voorbij is. In dit essay wil ik eerst ingaan op de nieuwe vragen en ontwikkelingen die vanuit de stad en de samenleving op de hogeschool afkomen, daarna zal ik ingaan op de betekenis hiervan voor de kennis en kennisontwikkeling. Deze twee redeneringen hebben consequenties voor de hogeschool zelf en de kansen om in onderwijs en onderzoek bij te dragen aan de ontwikkeling van de stad en de samenleving.
DOCUMENT
In dit artikel wordt bekeken wat er gebeurt als iemand een onroerende zaak schenkt, verkoopt tegen een (te) lage prijs of de koopsom gaat kwijtschelden.
DOCUMENT
De scoringsrubriek is een checklist met aandachtspunten voor het beoordelen van informatievaardigheden van studenten. Behalve de beoordelingscriteria wordt ook het typerende studentengedrag op twee niveaus geoperationaliseerd. De scoringsrubriek is te gebruiken in het kader van de beoordeling van diverse studentenproducten zoals onderzoeksverslagen, eindscripties en essays. Toegevoegd is een korte toelichting op het gebruik van de scoringsrubriek en een verslag van ervaringen ermee bij Saxion en de Nederlandse Defensie Academie.
DOCUMENT
Dit rapport beschrijft het project ‘Databoeren met boerendata in de aardappelsector’, een POP3 project welke zich bezighield met data en digitalisering van boerenbedrijven. Het geeft een inleiding van de drie rapportages geschreven door Aeres Hogeschool Dronten, Wageningen Plant Research en Big Data Value CenterTrefwoorden: digitalisering boerenbedrijf, data, pop3, databoeren, precisielandbouwRVO zaaknummer: 17717000042
DOCUMENT