Het betekenisvol inzetten van toetsing gaat over meer dan alleen wikken en wegen ten aanzien van een te behalen standaard. Het gaat ook over het waarderen van gerealiseerde doelen, van ontwikkeling en van ambities. In deze rede wordt ingegaan op de hedendaagse ontwikkelingen ten aanzien van het proces van toetsing, de wijze waarop (aanstaande) docenten een bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit ervan zowel binnen de lerarenopleiding als op de scholen, en voorstellen hoe mogelijk te werken richting een waarderende beoordelingscultuur.
Tussen de Dag van de Leraar 2022 en de dag van de Staat van het Onderwijs 2023 is met steun van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek een podcastreeks geproduceerd rond de vraag hoe er meer ontwikkeltijd voor leraren gecreëerd kan worden. Onder de titel Minder uren, betere lessen? gingen Erik Ex en Marco Snoek in gesprek met leraren, leerlingen, onderzoekers, schoolleiders, bestuurders en andere experts over verschillende aspecten van dit vraagstuk.De negen afleveringen vormen samen een boeiende reeks interviews die meer zicht geven op verschillende dimensies die een rol spelen bij dit vraagstuk. De gesprekken gaven zicht op de knelpunten die leraren en leerlingen nu ervaren, op de risico’s als leraren minder les gaan geven en op de condities die van belang zijn om leeropbrengsten op peil te houden. Op 24 mei is de reeks afgesloten met een slotsymposium waar de opbrengsten met een brede groep stakeholders zijn besproken.In dit document maken we de balans op van de reeks interviews, trekken we conclusies en komen we mede op basis van de gesprekken tijdens het slotsymposium tot aanbevelingen op een vraagstuk dat in onze ogen urgent is voor het versterken van de onderwijskwaliteit in Nederland.
MULTIFILE
In lerarenopleiding in Nederland neemt onderzoek door (aankomende) leerkrachten een steeds grotere rol in. De aandacht voor onderzoek door leerkrachten blijkt onder andere uit de oprichting van verschillende academische opleidingsscholen. Eén van die academische opleidingsscholen is de Academische ASKO Opleidingsschool. Binnen die academische opleidingsscholen wordt onderzoeksmatig gewerkt aan de ontwikkeling van het onderwijs, de school en de professionaliteit van leraren. Onderzoeksmatig werken en ontwikkelen is het proces waarin vraagstukken en ontwikkelthema’s die voortkomen uit de ontwikkelagenda van de school (vanuit het schoolplan en het jaarplan) door ontwikkelgroepen van leraren en studenten vanuit een onderzoeksmatige aanpak worden opgepakt. Voor veel leraren is het doen van onderzoek binnen hun eigen les- en ontwikkelpraktijk een relatief nieuwe activiteit, waar ze weinig ervaring en deskundigheid in hebben. Ondersteuning en professionalisering is daarom noodzakelijk: Onderzoeksgroepen worden begeleid door onderzoeksbegeleiders, terwijl de onderzoekbegeleiders op hun beurt ook weer worden begeleid en ondersteund in hun rol en de uitvoering in de praktijk. Bij de ondersteuning van de onderzoeksbegeleiders wordt gewerkt met intervisie-bijeenkomsten, waarbij aan de hand van videobeelden, ingebrachte ervaringen en andere bronnen gereflecteerd is op het proces van het begeleiden van onderzoek.Tijdens de intervisie ontstaan inzichten in de wijze waarop onderzoek door ontwikkelteams binnen de scholen vorm kan krijgen. Deze inzichten vormen een praktijktheorie voor de onderzoeksbegeleiders. Hieronder wordt deze praktijktheorie geëxpliciteerd, om zo de opbrengsten overdraagbaar te maken. Het is nadrukkelijk een praktijktheorie, dat wil zeggen ontstaan op basis van de praktijk van de betrokken onderzoeksbegeleiders en hun inzichten. In die zin is de praktijktheorie subjectief en gebonden aan de specifieke groep die deelneemt aan het intervisietraject. Een praktijktheorie is niet zondermeer overdraagbaar, maar kan wel voor anderen ter inspiratie dienen. De praktijktheorie wordt na iedere intervisie-bijeenkomst aangevuld en de volgende bijeenkomst weer besproken