Hoe gaan onze studenten in het kader van hun studie om met informatie? Waar halen ze informatie vandaan en in welke mate maken ze daarbij bewuste keuzes?
Een groot aantal jaren besloten reclasseringswerkers vooral op basis van hun kennis en ervaring wat er moest gebeuren met delinquenten en hoe dit moest gebeuren. De afgelopen jaren is een groot aantal instrumenten geïntroduceerd in het reclasseringswerk. Instrumenten voor risicotaxatie of indicatiestelling (zoals RISc, QuickScan, Static 99 en de MATE-Crimi), gestructureerde gedragsinterventies (zoals de COVA, Leefstijltraining en ART), en methoden voor begeleiding (zoals motivational interviewing en „het delict als maatstaf‟), hebben het reclasseringswerk in grote mate gestructureerd. Deze instrumenten en methoden konden ontwikkeld worden omdat er steeds meer kennis is over effectief reclasseringswerk. De instrumenten en methoden zijn een bundeling van die kennis. Dat betekent niet dat deze instrumenten alle complexiteit van het reclasseringswerk kunnen afdekken en dat daarmee de reclasseringswerker minder belangrijk wordt.
Op 15 september verdedigde Jos van Helvoort, docent aan De Haagse Hogeschool, in de Amsterdamse Agnietenkapel zijn proefschrift over het beoordelen van informatievaardigheden in het hoger onderwijs. In het boek staat een door hem ontwikkelde ‘Scoringsrubriek voor Informatievaardigheden’ centraal. Met dit instrument kan de informatievaardigheid van studenten worden beoordeeld en kan feedback worden gegeven. Op verzoek van IP reflecteert Van Helvoort nader op de uitkomsten van het onderzoek en gaat hij in op de vraag hoe de scoringsrubriek in de toekomst toegepast kan worden in het onderwijs aan universiteiten en hogescholen.
Dit project richt zich op het vergroten van de zichtbaarheid, kwaliteit en het gebruik van bestaande Data Literacy activiteiten bij de deelnemende universiteiten van het project.Doel De projectpartners werken samen om infrastructuren te ontwikkelen tussen afdelingen, instellingen en externe partners met als doel om de opbouw van een datageletterdheid gemeenschap voor het overbrengen van datageletterdheid competenties te stimuleren. Daarmee draagt het project bij aan: een culturele verandering bij de deelnemende instellingen met betrekking tot studenten en docenten. attitudes ten opzichte van datageletterdheid en openheid in staat stellen van docenten en studenten om op maat gemaakte procedures te ontwikkelen om succesvol om te gaan met data in hun specifieke domein het vergroten van de datacompetenties van docenten en studenten en daarmee hun academische succes te vergroten en hen te kwalificeren voor een succesvolle carrière door zich aan te passen aan de groeiende behoefte aan datageletterdheid in de steeds meer datagedreven banenmarkten. Resultaten De volgende outputs zijn geformuleerd: Datageletterdheidskaart Train-the-Trainer-concept Datageletterdheid leeromgeving Meet- en beoordelingsinstrument voor datageletterdheid Pilot voor lokale implementatie van internationale Data Literacy-standaard. Looptijd 01 september 2019 - 31 augustus 2022 Aanpak Er worden transnationele meetings georganiseerd, summerschools en multiplier events. Lees meer over het project Artikel Summerschool Data Literacy in Context
'Computational thinking’ is het denken in oplossingen met behulp van computertechnologie. Het overheidsbeleid in Nederland wil dit én programmeren onderdeel maken van de lesstof binnen het basisonderwijs. Maar wat is dan een geschikte leerlijn? En welke kennis en vaardigheden hebben de leerkrachten hiervoor nodig?
'Computational thinking’ is het denken in oplossingen met behulp van computertechnologie. Het overheidsbeleid in Nederland wil dit én programmeren onderdeel maken van de lesstof binnen het basisonderwijs. Maar wat is dan een geschikte leerlijn? En welke kennis en vaardigheden hebben de leerkrachten hiervoor nodig?Doel Het centrale doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een geschikte, aansprekende en haalbare leerlijn voor de bovenbouw van het basisonderwijs. We willen inzicht geven in; het ontwikkelingsniveau van leerlingen en hoe dit het leren van ‘computational thinking’ en programmeren beïnvloedt; welke praktijkvoorbeelden aansprekend zijn voor leerlingen; hoe er een balans gevonden kan worden tussen verschillende lesmethodes; hoe vooruitgang zichtbaar gemaakt kan worden; welke deskundigheid leerkrachten nodig hebben om de leerlingen te begeleiden en onderwijzen in ‘computational thinking’ en programmeren. Resultaten We verwachten dat de ontwikkelde leerlijn het volgende zal opleveren: Onderwijsmaterialen Mogelijke onderwijsmethodes Beoordelingsinstrumenten Een beschrijving van de kennisontwikkeling van leerlingen Mogelijkheden voor het professioneler maken van leerkrachten We publiceren de praktijkopbrengsten in de vorm van lessen, opdrachten en handleidingen onder Creative Commons-licentie. Wetenschappelijke opbrengsten stellen we open in de vorm van vier wetenschappelijke artikelen. Looptijd 01 december 2017 - 01 september 2022 Aanpak We doen onderzoek naar het ontwerp van de leerlijn in samenwerking met leerkrachten. We testen versies van het ontwerp op meerdere scholen van de SPO Utrecht en KSU. De leerkrachten doen mee in de verschillende fasen van het onderzoek als bron, medeontwerper en proefpersoon.