De advocatuur heeft te maken met een breed scala aan uitdagingen. De kwaliteit van de dienstverlening staat onder druk door bijvoorbeeld de maatregelen rond de toevoegingspraktijk en natuurlijk ook de economische crisis. De noodzaak om de dienstverlening kwalitatief hoogstaand, bereikbaar èn betaalbaar te houden, wordt breed gevoeld. Recente ontwikkelingen in de toevoegingspraktijk zoals de start van Rechtwijzer 2.0, zonder de advocaat als draaipunt en de plannen over het Juridisch Loketi die november 2014 aan de Kamer zijn gepresenteerd (geen rol voor advocaten), maken dat exploreren van mogelijkheden tot afdoening van zaken op meer lagen op kantoor tot een zeer actueel bedrijfsvoeringsvraagstuk voor advocatenkantoren. In de familierechtpraktijk speelt vanwege van de forfaitaire toevoegingsvergoeding inmiddels bij de kleinere kantoren zelfs de vraag, of toegevoegde echtscheidingen nog wel bedrijfseconomisch verantwoord kunnen worden behandeld en bestaat de noodzaak om, uiteraard met behoud van kwaliteit, kosten te reduceren. De Stichting Viadicte, kwaliteitsinstituut in de advocatuur bij uitstek (hierna aan te duiden als Viadicte), en de Hogeschool Utrecht opleiding HBO Rechten hebben afgelopen jaar onderzoek laten doen naar de mogelijkheden om door middel van taakherschikking juist dát doel, efficiëntere bedrijfsvoering mét behoud van kwaliteit van de dienstverlening en waarborgen van bereikbaarheid en betaalbaarheid, te bewerkstelligen. Het uitgevoerde onderzoek heeft zich beperkt tot de echtscheidingspraktijk binnen het familierecht, onder meer vanwege het grote aandeel daarvan binnen het familierecht en omdat de recent ervaren toename van dergelijke zaken onder toevoeging bij geïnterviewde kantoren noopt tot efficiëntere bedrijfsvoering. Het onderzoek biedt voldoende aanknopingspunten om de principes te verbreden naar andere werkprocessen. En het goede nieuws is, dat taakherschikking binnen de echtscheidingspraktijk niet alleen voordeel kan bieden voor borging kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid (mits uitgevoerd binnen de in dit artikel aangevoerde kaders), maar ook het werkplezier van advocaat en medewerker ten goede kan komen, èn dat de uitkomsten te verbreden zijn naar andere rechtsgebieden
DOCUMENT
Het expliciteren van duurzaamheidsbeleid is van groot belang voor woningcorporaties. Corporaties horen maatschappelijk verantwoord te ondernemen, maar het is van belang te bedenken dat dit directe invloed kan hebben op de betaalbaarheid en de kwaliteit van het wonen. Duurzaamheid is daarmee in feite een kernwaarde van woningcorporaties en daarmee ook een belangrijk onderwerp voor commissarissen van woningcorporaties. In deze handreiking worden aanknopingspunten gegeven waarmee Raden van Commissarissen1 (verder: RvC), in samenspraak met het bestuur, een toezichtskader op duurzaamheid kunnen formuleren. De handreiking vormt daarmee een thematische verbijzondering van de algemene handreiking voor het toezicht- en toetsingskader van woningcorporaties.
DOCUMENT
De woningcorporaties in Nederland hebben turbulente tijden achter de rug. De harde taal in het rapport 'Ver van huis' van de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties heeft geleid tot een overwegend negatief imago, strakkere wet- en regelgeving en een afgenomen vertrouwen tussen overheid, woningcorporaties en huurders. De verhuurdersheffing doet een fors beslag op de financiële middelen van corporaties. Tegelijkertijd is er nog steeds weinig twijfel over hun grote maatschappelijke rol. De opgaven waarvoor corporaties staan, zijn groot; de knelpunten die ze geacht worden (mede) op te lossen dito. Zo is de betaalbaarheid van de sociale voorraad verslechterd. Er zijn woningtekorten voor starters en nieuwkomers, met name in veel stedelijke gebieden. De extramuralisering en het langer zelfstandig wonen van groepen met een bijzondere woonvraag vragen om meer passend aanbod en begeleiding. De verduurzaming van de woningvoorraad gaat te langzaam. En de kwaliteit van meerdere vroeg-naoorlogse woningcomplexen en de ontwikkeling van de leefbaarheid in sommige buurten stellen niet gerust. Tegen deze achtergrond is de vraag relevant hoe het momenteel is gesteld met de aatschappelijke rol en prestaties van de corporaties. Kunnen zij hun rol en waarde(ring) herwinnen, of beter nog: weer vergroten? En wat kan en moet die toekomstige rol van woningcorporaties dan zijn? LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/guus-haest-86b232a/
DOCUMENT
Size measurement plays an essential role for micro-/nanoparticle characterization and property evaluation. Due to high costs, complex operation or resolution limit, conventional characterization techniques cannot satisfy the growing demand of routine size measurements in various industry sectors and research departments, e.g., pharmaceuticals, nanomaterials and food industry etc. Together with start-up SeeNano and other partners, we will develop a portable compact device to measure particle size based on particle-impact electrochemical sensing technology. The main task in this project is to extend the measurement range for particles with diameters ranging from 20 nm to 20 um and to validate this technology with realistic samples from various application areas. In this project a new electrode chip will be designed and fabricated. It will result in a workable prototype including new UMEs (ultra-micro electrode), showing that particle sizing can be achieved on a compact portable device with full measuring range. Following experimental testing with calibrated particles, a reliable calibration model will be built up for full range measurement. In a further step, samples from partners or potential customers will be tested on the device to evaluate the application feasibility. The results will be validated by high-resolution and mainstream sizing techniques such as scanning electron microscopy (SEM), dynamic light scattering (DLS) and Coulter counter.
Zowel internationaal als nationaal zijn steden weer geliefd zijn. Zowel bij studenten, alleenstaanden als bij gezinnen. De vraag naar woningen is daardoor al jaren groter dan het aanbod. Om aan die toenemende woningvraag te voldoen, moeten steden steeds meer bouwen op inbreidingslocaties en in steeds hogere bebouwingsdichtheden. Deze verdichtingsopgave geldt ook voor de gemeente Delft. De vraag is hoe men hier invulling aan moet geven. De laatste hoogbouwvisie van de gemeente Delft waarin dit gedeeltelijk staat beschreven, stamt uit 2005 en is daardoor toe aan een actualisatie. Er wordt nu gewerkt aan een nieuwe visie. Deze moet antwoord geven op de vraag op welke plekken hoogbouw wordt toegestaan en welke voorwaarden aan die hoogbouw gesteld zullen worden. Dit laatste gaat bijvoorbeeld over de maximale hoogte, de functionaliteiten, uitstraling, betaalbaarheid, verbinding met de wijk en hoe je in je ontwerp rekening kan houden met de anderhalve meter maatschappij. De gemeente Delft wil graag een aantal van deze voorwaarden en gedachten testen op een aantal locaties door middel van een multidisciplinaire challenge met studenten. Studenten van diverse kennisinstellingen (Haagse Hogeschool, hogeschool Inholland en TU Delft) en allerlei opleidingen, omdat het hier niet alleen gaat over een technisch ontwerp van een gebouw, maar ook over prettig wonen, leven en werken. Het gaat over mensen, over voorzieningen, over openbare ruimte en over voldoende afstand houden.
Demografische ontwikkeling stellen de zorg voor grote uitdagingen. Het personeelstekort neemt toe en de zorgvraag zal sterk blijven stijgen. Er is groeiende noodzaak voor automatisering die de zorgprofessional ondersteunt, zoals robots voor logistieke taken in ziekenhuizen (vervoer van bedden/medicijnen/lab-samples,…). Die robots moeten vlot en veilig tussen professionals, zieken en bezoekers door kunnen navigeren. Ze moeten begrijpbaar, geaccepteerd en veilig gedrag vertonen terwijl tegelijkertijd de performance (lees: bezorgtijd) daar niet onder mag lijden. Autonome voertuigen en mobiele robots kunnen al goed functioneren in gestructureerde omgevingen zoals autosnelwegen en afgesloten magazijnen. Het wordt uitdagender bij interactie met mensen die onverwacht gedrag kunnen vertonen. Autonome voertuigen hebben bijvoorbeeld moeite met stadscentra waar voetgangers en fietsers grootschalig verkeerregels overtreden. De automotive sector heeft de SOTIF (Safety-Of-The-Intended-Functionality) standaard geadopteerd. SOTIF onderscheidt ‘safe/unsafe’ en ‘known/unknown’ gebruiksscenario’s en promoot een proces van geautomatiseerd virtueel testen, waarbij een groeiende scenariodatabase zich richt op minimalisatie van unknown en/of unsafe scenario’s. Deze benadering stimuleert continue verbetering van performance en veiligheid en zou ook de interactie van mobiele zorgrobots met mensen sterk kunnen verbeteren. De software tools hiervoor zijn echter duur en momenteel sterk automotive georiënteerd. HAN gebruikt in diverse onderzoeksprojecten de open-source CARLA verkeersimulator. CARLA kan voetgangers simuleren, inclusief de nodige voertuig/robotsensoren voor perceptie van deze voetgangers. Daarbij heeft CARLA support voor OpenSCENARIO, een standaard om gebruiksscenario’s te beschrijven, en een interface met ROS (Robot Operating System), dat door Ambee en HAN wordt gebruikt voor ontwikkeling van robotbesturing. Cybertest onderzoekt bruikbaarheid van CARLA voor indoor zorgtoepassingen, middels creatie van een proof-of-concept van een scenariogebaseerde virtuele verificatie&validatie omgeving, gebruikmakend van CARLA en OpenSCENARIO. Het open-source karakter van CARLA biedt flexibiliteit voor aanpassing richting indoor omgevingen, biedt betaalbaarheid voor het MKB en laat zich flexibel inzetten in het onderwijs.