In dit artikel wordt de literatuur verkend op het terrein van een meer sociaalparticipatieve benadering van actief burgerschap. In deze literatuur wordt de ontwikkeling van burgerschap verbonden met de noodzaak zicht te ontwikkelen op handelingscontexten die voor zowel burgers als sociale professionals van belang zijn. We verkennen relevante literatuur van onder andere De Tocqueville, Dewey, Putnam, Lichterman en Biesta. Door aandacht te besteden aan burgerschap als praktijk beogen we dichter op de huid van het werk van sociale professionals te kruipen, waardoor de huidige ontwikkelingen rondom de bevordering van actief burgerschap bevraagd kunnen worden. Wat deze literatuurverkenning in beeld brengt is dat actief burgerschap niet tot bloei komt vanuit een opgelegde moraal, maar verbonden dient te worden met het dagelijkse handelen van burgers, waarin het “al doende leren” samen op gaat met de ontwikkeling van betekenisvolle praktijken. Sociale professionals hebben vooral tot taak dit type praktijken te ondersteunen en te faciliteren.
DOCUMENT
In dit paper vind je een toelichting op de Cirkel van Interactie, een aanpak die helpt bij het ontwerpen en uitvoeren van constructieve gesprekken tussen publieke organisaties en hun omgeving. Dit paper is geschreven voor (aankomend) professionals die gesprekken organiseren als onderdeel van participatieprocessen waar verschillende groepen betrokkenen, waaronder burgers aan deelnemen. Het kan gaan om bijeenkomsten met een klein of groot aantal deelnemers. De inhoud van dit paper is geschreven voor projectleiders, omgevingsmanagers en communicatieprofessionals van publieke organisaties of initiatiefnemers van een burgerinitiatief.
DOCUMENT
Schrijven is een effectief middel om te leren, en vindt plaats in alle vakken. Hoe kunnen taal- en vakdocenten door interactie en feedback bijdragen aan het schrijfproces en -resultaat van hun leerlingen? Hoe kunnen leerlingen en studenten leren om adequate school- en vaktaal te gebruiken en hun tekst goed te structureren? Taalgericht vakonderwijs biedt mogelijkheden om leerlingen zich deze vaardigheden eigen te laten maken. Expliciete instructie en op de leerling afgestemde feedback zijn hierbij essentieel, oftewel: de interactie tussen docent en leerling speelt een belangrijke rol.
DOCUMENT
Kunstmatige intelligentie (AI) speelt een steeds grotere rol in ons dagelijks leven en heeft impact op alle werkvelden — van wetenschap en onderwijs tot dienstverlening en industrie. Ook in de creatieve sector laat AI zich steeds nadrukkelijker gelden: algoritmes genereren muziek, tekst en beelden op basis van eenvoudige beschrijvingen, zogeheten prompts. Hoewel deze algoritmes de creatieve gereedschapskist verrijken, vormen zij ook een existentieel risico voor makers: ze respecteren hun auteursrechten niet en nemen creatief werk van hen over. In dit project bundelen de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en de Universiteit van Amsterdam hun krachten met Sonic Acts en individuele kunstenaars om te onderzoeken hoe AI op een betekenisvolle manier geïntegreerd kan worden in het creatieve proces. In plaats van in te zetten op autonome AI-systemen die het werk van kunstenaars overnemen, experimenteren we met artistieke methodes die een intuïtieve, fysieke en gelijkwaardige samenwerking met AI mogelijk maken. We laten ons inspireren door documenterend onderzoek naar het werk van vroege AI-kunstenaars uit de twintigste eeuw om te exploreren hoe embodied en temporele interactie met AI kunnen leiden tot nieuwe expressievormen die ingezet kunnen worden in live-performances. Tegelijkertijd biedt dit experimenteren fundamentele inzichten in hoe AI leert en de wereld ‘waarneemt’. Zo ontwikkelen we een gelijkwaardige co-creatie tussen mens en AI die verder gaat dan de prompt. Het onderzoek laat zien hoe deze technologie een verrijking kan vormen — niet alleen voor kunstenaars en het kunstonderwijs, maar ook voor de bredere maatschappij, die hiermee een krachtig voorbeeld krijgt van een creatieve dialoog tussen mens en machine.
Dit project heeft tot doel in kaart te brengen hoe virtuele en fysieke sociale interacties in de vrije tijd zich tot elkaar verhouden. Wat is de impact van virtualisering van de vrijetijd op lokale praktijken? Hoe verhouden virtuele en fysieke vrijetijdspraktijken zich tot elkaar en hoe kan de interactie tussen virtuele en fysieke praktijken succesvol bijdragen aan de kwaliteit van de sociale leefomgeving. Het onderzoeksprogramma genereert kennis over placemaking - het creeren van betekenisvolle plaatsen voor bewoners en andere gebruikers. Hierbij gaat het ook om de kwaliteit van de leefomgeving en verwante issues zoals sociale cohesie en duurzaamheid.
Het project “Detectie van repeterende bewegingen bij stress” onderzoekt hoe met behulp van standaard bewegingssensoren repeterende bewegingen, die vaak samengaan met stress en andere mentale condities van mensen, gedetecteerd kunnen worden. Dit type sensoren is goedkoop, gebruikt zeer weinig energie en biedt in potentie een goed alternatief voor veel duurdere en complexere bestaande wearables. De innovatie zit in het onderzoek om uit de gemeten signalen parameters te halen die vervolgens door een beslissingsalgoritme tot klinisch relevante indicatoren omgezet kunnen worden. Het weergeven van de indicatoren als betekenisvolle interactie is tevens onderdeel van de bijdrage.
Lectorate, part of NHL Stenden Hogeschool